Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
[Eiser],
de Minister van Justitie,
Inleiding
Conclusie en gevolgen
Beslissing
verklaarthet beroep
ongegrond.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao de beëindiging van de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd van eiser, die sinds 2003 over deze vergunning beschikte. De Minister van Justitie had geconcludeerd dat de vergunning van eiser was vervallen door een onafgebroken verblijf van meer dan acht jaar buiten Curaçao. Eiser had in 2021 een aanvraag ingediend voor een afschrift van zijn verblijfsvergunning, maar deze werd geweigerd. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 11 januari 2023 ongegrond verklaard, waarna eiser beroep instelde.
Tijdens de zitting op 3 augustus 2023 werd de zaak behandeld. Eiser stelde dat zijn langdurige verblijf in Venezuela verband hield met medische behandeling, maar het Gerecht oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat zijn verblijf uitsluitend voor geneeskundige redenen was. Eiser had in de jaren dat hij in Venezuela verbleef een leven opgebouwd, wat de conclusie van de Minister ondersteunde dat zijn verblijfsvergunning was vervallen. Het Gerecht concludeerde dat de uitzonderingsgrond van artikel 12, onder d, van de Landsverordening toelating en uitzetting (Ltu) niet van toepassing was, omdat eiser niet kon aantonen dat zijn verblijf in Venezuela uitsluitend voor medische behandeling was.
Het Gerecht verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de Minister, waardoor de verblijfsvergunning van eiser voor onbepaalde tijd eindigde. De uitspraak werd gedaan door rechter S.C.A. ter Borg op 14 september 2023, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.