In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, vorderden de eisers, Sarex DMCC en MCC Petroleum DMCC, toelating tot deelname aan een veiling van olie opgeslagen in tank 1933 van Bopec. De veiling was gepland op 1 maart 2023, en de eisers stelden dat zij voldaan hadden aan de veilingvoorwaarden, waaronder een voorschotbetaling van USD 50.000. De curator, mr. Constantijn Michiel van Liere, weigerde echter de deelname van Sarex, met als argument dat de betaling niet tijdig was ontvangen. De eisers stelden dat deze weigering ongegrond was en dat zij recht hadden op deelname aan de veiling.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 27 februari 2023 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 28 februari 2023. De eisers voerden aan dat de curator willekeurig handelde door hun deelname te weigeren, terwijl zij aan alle voorwaarden voldeden. De curator daarentegen stelde dat de eisers niet aan de betalingsvoorwaarden voldeden en dat er bovendien inhoudelijke bezwaren waren tegen de toelating van Sarex, onder andere vanwege eerdere conflicten en de onbetrouwbaarheid van de vertegenwoordiger Ritzenhofen.
Na beoordeling van de feiten en de argumenten van beide partijen, concludeerde het gerecht dat Sarex niet voldeed aan de voorwaarden voor deelname aan de veiling. De vorderingen van de eisers werden afgewezen, en zij werden hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 1 maart 2023, en de rechter benadrukte dat de curator niet onterecht had gehandeld door de deelname van Sarex te weigeren, gezien de omstandigheden en eerdere conflicten.