ECLI:NL:OGEAC:2023:24

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
2 maart 2023
Zaaknummer
BON202300086
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering deelname aan veiling op grond van veilingvoorwaarden

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, vorderden de eisers, Sarex DMCC en MCC Petroleum DMCC, toelating tot deelname aan een veiling van olie opgeslagen in tank 1933 van Bopec. De veiling was gepland op 1 maart 2023, en de eisers stelden dat zij voldaan hadden aan de veilingvoorwaarden, waaronder een voorschotbetaling van USD 50.000. De curator, mr. Constantijn Michiel van Liere, weigerde echter de deelname van Sarex, met als argument dat de betaling niet tijdig was ontvangen. De eisers stelden dat deze weigering ongegrond was en dat zij recht hadden op deelname aan de veiling.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 27 februari 2023 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 28 februari 2023. De eisers voerden aan dat de curator willekeurig handelde door hun deelname te weigeren, terwijl zij aan alle voorwaarden voldeden. De curator daarentegen stelde dat de eisers niet aan de betalingsvoorwaarden voldeden en dat er bovendien inhoudelijke bezwaren waren tegen de toelating van Sarex, onder andere vanwege eerdere conflicten en de onbetrouwbaarheid van de vertegenwoordiger Ritzenhofen.

Na beoordeling van de feiten en de argumenten van beide partijen, concludeerde het gerecht dat Sarex niet voldeed aan de voorwaarden voor deelname aan de veiling. De vorderingen van de eisers werden afgewezen, en zij werden hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 1 maart 2023, en de rechter benadrukte dat de curator niet onterecht had gehandeld door de deelname van Sarex te weigeren, gezien de omstandigheden en eerdere conflicten.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Zaaknummer: BON202300086
Vonnis in kort geding d.d. 1 maart 2023
inzake

1.de entiteit naar buitenlands rechtSAREX DMCC,

2.de entiteit naar buitenlands recht
MCC PETROLEUM DMCC,
beide kantoorhoudend te Dubai, Verenigde Arabische Emiraten,
eisers,
gemachtigden: mr. M.F. Murray en mr. K.A. Doekhi,
tegen
mr. Constantijn Michiel VAN LIERE Q.Q.in zijn hoedanigheid van curator van de naamloze vennootschap
BONAIRE PETROLEUM CORPORATION N.V.,
kantoorhoudend te Bonaire,
gedaagde,
gemachtigde: mr. L.F.F.M. Drissen.
Partijen zullen hierna Sarex c.s. en de Curator worden genoemd. Eisers worden afzonderlijk Sarex en MCC genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, op 27 februari 2023 ingediend;
  • de mondelinge behandeling op 28 februari 2023;
  • de pleitnota van de Curator, met producties.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Bopec is een op- en overslagfaciliteit voor olie op Bonaire en maakt deel uit van het concern Petróleos de Venezuela S.A. (PDVSA). PDVSA houdt alle aandelen in Propernyn B.V., die op haar beurt de aandelen in het kapitaal van Bopec houdt. PDVSA is een Venezolaans staatsbedrijf.
2.2.
PDVSA Petróleo S.A. (PPSA) is een dochtervennootschap van PDVSA. Dat geldt ook voor Commerchamp S.A. (Commerchamp).
2.3.
Bij vonnis van het gerecht van 18 maart 2021 is Bopec failliet verklaard en is de Curator benoemd tot curator.
2.4.
In opslagtank 1933 van Bopec is stookolie van Commerchamp uit omstreeks 371.790 vaten opgeslagen. Bij vonnis in kort geding van dit gerecht van 24 januari 2023 is Commerchamp uitvoerbaar bij voorraad veroordeeld om te gehengen en te gedogen dat de Curator de olie van Commerchamp in tank 1933 executoriaal beslaat en op een executoriale veiling verkoopt ter voldoening van een retentieclaim op PPSA.
2.5.
De veiling van de in tank 1933 opgeslagen olie is gepland op 1 maart 2023 om 10.00 uur (de veiling).
2.6.
De op de veiling van toepassing zijnde veilingvoorwaarden luiden, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…)
ARICLE 3:
Each prospective buyer can only legally participate in the auction if the following conditions aremet no later than 24 hours before the start of the auction, and therefore ultimately on
28 February 2023 at 10.00 AM (AST)
(I) a signed declaration in the form of
Annex 2to these auction conditions (the
“Declaration”) is submitted to the Trustee and the Bailiff;
and
(II) a deposit of USD 50,000 as described in the Declaration is paid.
The Trustee is authorized not to allow a person acting on his own behalf or as an authorized or legally valid representative of a legal entity to participate in the auction or to refuse a bid if the Trustee deems grounds for this refusal. Neither the Trustee nor the bailiff are liable for this possible refusal.
(…)”
2.7.
Sarex is opgericht op 25 januari 2023. Ritzenhofen staat vermeld als company manager van Sarex.
2.8.
Ritzenhofen heeft eind 2021 via een vennootschap genaamd Alphaville een partij olie, opgeslagen in tank 1907 van Bopec, via een veiling gekocht. Die koop, althans de nasleep daarvan, heeft geresulteerd in meerdere (al dan niet nog lopende) procedures tussen de Curator en Ritzenhofen, dan wel aan hem gelieerde vennootschappen.
2.9.
Ritzenhofen heeft namens Sarex per e-mail van 17 februari 2023 aan de heer R.A. Ramazan, gerechtsdeurwaarder (deurwaarder), te kennen gegeven dat de voorschotbetaling van USD 50.000 voor deelname aan de veiling van de olie in tank 1933 op de derdengeldenrekening van de deurwaarder is gestort en heeft daartoe een bewijs van overschrijving als bijlage bij de e-mail gevoegd.
2.10.
De gemachtigde van de Curator heeft per e-mail van 24 februari 2023 aan mr. Murray, gemachtigde van Sarex, bericht dat de deurwaarder is verzocht zijn cliënt diezelfde dag nog te berichten dat deze niet zal worden toegelaten op de veiling. Verwezen is naar artikel 3 van de veilingvoorwaarden.
2.11.
Per e-mail van eveneens 24 februari 2023 heeft de deurwaarder aan Ritzenhofen bericht dat hij namens zichzelf of als gemachtigde of rechtsgeldige vertegenwoordiger van een rechtspersoon op grond van artikel 3 van de veilingvoorwaarden wordt geweigerd tot deelname aan de veiling. De deurwaarder heeft verzocht om betalingsinstructies om de aanbetaling terug te betalen.

3.Het geschil

3.1.
Sarex c.s. vorderen, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
primair:
I. Sarex alsnog toe te laten tot participatie in de veiling en zulks uiterlijk op 28 februari 2023 schriftelijk per email aan Sarex te bevestigen, zulks op straffe van een direct opeisbare en door de Curator aan MCC en Sarex verschuldigde dwangsom van in totaal USD 134 miljoen;
II. de veiling voor een door het gerecht in goede justitie te bepalen termijn aan te houden, zodat Sarex de olie opgeslagen bij Bopec in tank 1933 kan (laten) inspecteren en een bankgarantie kan arrangeren vooruitlopend op haar participatie bij de veiling;
subsidiair:
III. Sarex alsnog toe te laten tot participatie in de veiling en zulks uiterlijk op 28 februari 2023 schriftelijk per email aan Sarex te bevestigen, zulks op straffe van een direct opeisbare en door de Curator aan MCC en Sarex verschuldigde dwangsom van in totaal USD 134 miljoen;
primair en subsidiair:
IV. de Curator te veroordelen in de kosten en nakosten van deze procedure, alsook in de wettelijke rente daarover in het geval betaling van deze kosten binnen veertien dagen na het ten deze te wijzen vonnis uitblijft.
3.2.
Sarex c.s. leggen aan hun vorderingen het volgende ten grondslag. Sarex heeft er recht op en belang bij toegelaten te worden om te participeren in de veiling en dat de veiling vervolgens wordt aangehouden, althans wordt uitgesteld. Het door de Curator ongefundeerd en zonder reden weigeren van participatie door Sarex terwijl hij aan de in de veilingvoorwaarden opgenomen vereisten voldoet, duidt op willekeur en is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De verstoorde verhouding tussen Ritzenhofen en de Curator kan niet aan die weigering ten grondslag liggen. Het belang van MCC (een eveneens aan Ritzenhofen gelieerde vennootschap) bij toelating van Sarex tot participatie in de veiling is erin gelegen dat MCC een vordering van USD 134 miljoen heeft op PDVSA en MCC onder Commerchamp beslag heeft gelegd op de door haar gehouden olie in tank 1933. Gelet hierop heeft MCC er belang bij dat de veiling in een zo hoog mogelijke opbrengst resulteert. Daarnaast wensen Sarex c.s. de olie die geveild wordt te controleren, hebben zij meer tijd nodig voor het stellen van een bankgarantie en wensen zij inzage in vergunningen, zodat primair (mede) aanhouding van de veiling wordt gevorderd. Door de Curator wordt verhinderd dat door deelname van Sarex aan de veiling de verkoopprijs gunstig beïnvloed kan worden. Sarex c.s. wensen de schade die zij hierdoor lijden door de onderhavige procedure te voorkomen c.q. te beperken. Voor het geval dat de Curator na een toewijzend vonnis weigert Sarex toe te laten tot de veiling, wordt gevorderd om aan de veroordeling een dwangsom van USD 134 miljoen te verbinden. Het spoedeisend belang is volgens Sarex c.s. gelegen in het feit dat de veiling op 1 maart 2023 om 10.00 uur gepland staat.
3.3.
De Curator concludeert tot afwijzing van de vordering, met hoofdelijke veroordeling van Sarex c.s. in de proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang voor de beoordeling, nader ingegaan.

4.De beoordeling

het spoedeisend belang
4.1.
Het spoedeisend belang van Sarex c.s. bij hun vorderingen vloeit voort uit het feit dat de veiling op 1 maart 2023 om 10.00 uur gepland staat.
de vorderingen
4.2.
Sarex vordert primair participatie in de veiling van de olie opgeslagen in tank 1933. Zij stelt onder verwijzing naar een bewijs van overschrijving dat zij heeft voldaan aan de in artikel 3 van de veilingvoorwaarden gestelde eis voor deelname aan de veiling, te weten een voorschotbetaling van UDS 50.000 aan de betrokken deurwaarder. Uit het overgelegde overschrijvingsbewijs volgt dat ‘Rolf Genssler’ op 24 februari 2023 aan de bank de opdracht heeft gegeven om ten laste van Scaltech International LLC. een bedrag van USD 50.000 over te maken naar de derdengeldenrekening van de deurwaarder. In de omschrijving van het overschrijvingsbewijs staat vermeld: “Sarex DMCC Bopec Fuel Oil Auction Participation Fee”.
4.3.
In artikel 3 sub II van de veilingvoorwaarden is bepaald dat de voorschotbetaling van USD 50.000 uiterlijk op 28 februari 2023 om 10.00 AM (AST) moet zijn betaald (zie r.o. 2.6.). Namens de Curator is ter zitting aangegeven dat bij controle voor aanvang van de mondelinge behandeling is gebleken dat de voorschotbetaling van Sarex niet om 10.00 AM op de derdengeldenrekening van de deurwaarder was ontvangen. De deurwaarder heeft dat ter zitting bevestigd. Door de Curator is verder aangevoerd dat de voorschotbetalingen van de andere veilingdeelnemers wel (tijdig) zijn ontvangen. Bovendien is door de deurwaarder tijdens de mondelinge behandeling desgevraagd te kennen gegeven dat hij de ontvangst van het bedrag niet aan Ritzenhofen heeft bevestigd. Wel heeft hij navraag gedaan naar de gegevens waarop het bedrag zou moeten worden teruggestort (zie r.o. 2.11.). Hij heeft dat gedaan naar aanleiding van het door Ritzenhofen toegezonden overschrijvingsbewijs.
4.4.
In reactie op hetgeen de Curator en de deurwaarder tijdens de mondelinge behandeling hebben verklaard, heeft Ritzenhofen te kennen gegeven dat de opdracht tot overschrijving van de voorschotbetaling van USD 50.000 tijdig is gegeven en dat als de gelden niet op de derdengeldenrekening van de deurwaarder zijn ontvangen, deze dus nog ergens in de pijplijn moeten zitten. Dat is gelet op het bepaalde in artikel 3 van de veilingvoorwaarden onvoldoende, nu vereist wordt dat het bedrag 24 uur voor de veiling moet zijn betaald. Daarvan is niet gebleken.
4.5.
Het voorgaande betekent dat Sarex niet voldoet aan de voorwaarden voor deelname aan de veiling. Gelet daarop heeft zij ook geen belang meer bij aanhouding van de veiling. De primaire en/of subsidiaire vorderingen van Sarex c.s. tot participatie en aanhouding van de veiling liggen daarmee reeds voor afwijzing gereed. Gelet op de hierna te noemen inhoudelijke bezwaren van de Curator tegen toelating van Satex tot de veiling, kan ook niet geoordeeld worden dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de Curator het uitblijven van (tijdige) betaling aan Satex tegenwerpt.
4.6.
Uit de door partijen overgelegde stukken is gebleken dat de Curator eerder schriftelijk deelname van Sarex aan de veiling heeft afgewezen met een beroep op de in artikel 3 van de veilingvoorwaarden aan de Curator gegeven bevoegdheid om participatie van een partij aan de veiling te weigeren (zie r.o. 2.10. en r.o. 2.6.). Sarex c.s. hebben daartegen bezwaar gemaakt en gesteld dat de Curator daarmee misbruik maakt van zijn executiebevoegdheid. Ondanks dat het niet voldoen aan de betalingsverplichting reeds aan deelname door Sarex in de weg staat, overweegt het gerecht ter zake deze eerdere afwijzing van deelname door de Curator nog het volgende. De Curator heeft tijdens de zitting uitvoerig gemotiveerd uiteengezet dat aan zijn beslissing tot uitsluiting van Sarex inhoudelijke bezwaren ten grondslag liggen die zich als volgt laten samenvatten: i) Ritzenhofen is (onder meer) gelet op de vele procedures voortvloeiende uit (de nasleep van) de koop van de olie in tank 1907 een onbetrouwbare partner gebleken die (betalings)afspraken niet nakomt. Deze handelwijze van Ritzenhofen leidt tot ondermijning van de afwikkeling van het faillissement van Bopec, ii) Ritzenhofen heeft zich schuldig gemaakt aan persoonlijke bedreigingen van de Curator in persoon en van zijn kantoorgenoten, en iii) Ritzenhofen houdt er een onzakelijke agenda op na. Gelet op deze gronden kan volgens de Curator niet van hem verlangd worden Sarex wederom als bieder toe te laten. De kans is immers onaanvaardbaar groot dat dit de boedel nog meer complicaties en kosten zal gaan opleveren, aldus de Curator. Van de zijde van Sarex c.s. zijn de onderlinge conflicten tussen Ritzenhofen en de Curator naar aanleiding van de koop van olie uit een eerdere veiling binnen het faillissement van Bopec niet betwist. Wel wordt daaraan een andere lading gegeven. Naar het oordeel van het gerecht neemt dat echter niet weg dat de conflicten rondom de eerdere betrokkenheid van Ritzenhofen in een veiling in ditzelfde faillissement, ook nu reëel zijn. Gelet daarop is het niet onaanvaardbaar dat de Curator zich in dit verband heeft beroepen op de in de veilingvoorwaarden opgenomen mogelijkheid om een partij, in casu Sarex, uit te sluiten van deelname aan de veiling. Van een zonder gegronde reden en willekeurig uitsluiten van Sarex van de veiling en het aldus door de Curator misbruik maken van zijn executiebevoegdheid is voorshands niet gebleken. Het door Sarex c.s. aangehaalde belang van prijsophoging is onvoldoende om in het kader van een belangenafweging tot een ander oordeel te komen. Die prijsophoging is inmiddels voldoende gewaarborgd nu de Curator onweersproken heeft gesteld dat er diverse geregistreerde derden aan de veiling zullen deelnemen. Het voorgaande brengt met zich dat, ook al zou Sarex aan de veilingvoorwaarden hebben voldaan, de vorderingen zouden worden afgewezen.
proceskosten
4.8.
Sarex c.s. zullen als de in het ongelijk te stellen partij hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van de Curator tot op heden begroot op USD 838 voor salaris gemachtigde.

5.De beslissing

Het gerecht:
rechtdoende in kort geding:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Sarex c.s. hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van de Curator tot op heden begroot op USD 838.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter, bijgestaan door mr. M.M. Schalk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2023.