ECLI:NL:OGEAC:2023:219

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
1 september 2023
Publicatiedatum
4 september 2023
Zaaknummer
CUR202301151
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding tot oplegging van een dwangsom aan het Land Curaçao om uitspraak van ambtenarenrechter na te leven

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. B. Lie Atjam, een kort geding aangespannen tegen de openbare rechtspersoon Het Land Curaçao. De procedure is gestart met een verzoek om een dwangsom op te leggen aan het Land, omdat het Land niet had voldaan aan een eerdere uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van 23 mei 2022. Eiser had verzocht om benoeming in de functie van Teamleider, maar het Land was niet verschenen in deze procedure.

Het procesverloop omvatte een tussenvonnis van 2 mei 2023, waarin het gerecht het Land de gelegenheid gaf om binnen zes weken na betekening van het tussenvonnis te reageren op het verzoek van eiser. De betekening vond plaats op 11 juni 2023, maar het Land heeft geen verweer gevoerd en is niet verschenen in het kort geding. Hierdoor heeft het gerecht de vordering van eiser toegewezen.

In de beslissing heeft het gerecht het Land veroordeeld tot betaling van een dwangsom van NAf 250 per dag, tot een maximum van NAf 25.000, zolang het Land in gebreke blijft om te voldoen aan de eerdere uitspraak. Daarnaast is het Land veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op NAf 3.300,78. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is op 1 september 2023 in het openbaar uitgesproken door mr. P.E. de Kort.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202301151
Vonnis in kort geding d.d. 1 september 2023
in de zaak van:
[EISER],
wonend te Curaçao,
eiser in kort geding,
gemachtigde: mr. B. Lie Atjam,
tegen
de openbare rechtspersoon HET LAND CURAÇAO,
zetelend te Curaçao,
gedaagde in kort geding, hierna: het Land,
niet verschenen.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het bij verstek gewezen tussenvonnis van 2 mei 2023;
  • het door eiser overgelegde exploot van betekening van dat tussenvonnis aan het Land van 11 juli 2023.
1.2.
Uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij tussenvonnis van 2 mei 2023, waarbij het gerecht volhardt, heeft het gerecht eiser opgedragen dat tussenvonnis door de deurwaarder aan het Land te laten betekenen. Het Land is daarbij in de gelegenheid gesteld om binnen zes weken na die betekening de beslissing over te leggen op eisers verzoek aan de Minister van Justitie van 25 januari 2021 om hem te benoemen in de functie van Teamleider, en om zodoende te voldoen aan de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van 23 mei 2022.
2.2.
Deze betekening is gedaan bij deurwaardersexploot van 11 juni 2023.
2.3.
Het Land is niet alsnog in dit kort geding verschenen en heeft geen stuk in het geding gebracht.
2.4.
Op grond van het voorgaande en hetgeen in het tussenvonnis is overwogen, zal de vordering van eiser worden toegewezen als hierna omschreven.
2.5.
Het Land zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van eiser tot op heden begroot op:
griffierecht NAf 450,00
oproepingskosten NAf 434,14
zegelkosten NAf 50,00
betekening tussenvonnis NAf 366,64
salaris gemachtigde
NAf 2.000,00+
totaal: NAf 3.300,78

3.De beslissing

Het gerecht:
rechtdoende in kort geding:
3.1.
veroordeelt het Land tot betaling aan eiser van een dwangsom van NAf 250 per dag dat het Land in gebreke blijft om binnen 4 weken na betekening van dit vonnis te voldoen aan de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken d.d. 23 mei 2022 (zaaknummer GAZ CUR202104097), tot een maximum van NAf 25.000;
3.2.
veroordeelt het Land in de proceskosten, aan de zijde van eiser tot op heden begroot op NAf 3.300,78;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, en op 1 september 2023 in het openbaar uitgesproken.