In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, zijn verzoeken ingediend door de moeder van twee minderjarigen, [kind 1] en [kind 2], met betrekking tot de omgangsregeling en de ondertoezichtstelling van de kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. D.I.E.I. Lichtenberg, heeft de rechtbank verzocht om duidelijkheid over de omgangsregeling met de vader, de man, die niet de juridische vader is van de kinderen, maar wel een nauwe persoonlijke betrekking heeft. De procedure is voortgevloeid uit eerdere beslissingen waarbij de kinderen onder toezicht zijn gesteld vanwege zorgen over hun emotionele welzijn en de rol van de man in hun leven.
De rechtbank heeft in haar beoordeling de adviezen van de Voogdijraad meegewogen, die heeft geconcludeerd dat [kind 1] emotioneel wordt mishandeld door de man en dat hij een bedreiging vormt voor de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man geen gezag heeft over de kinderen en dat de moeder alleen verantwoordelijk is voor hun opvoeding. De man heeft ter zitting zijn twijfels geuit over de noodzaak van de ondertoezichtstelling en heeft zijn wens om omgang met de kinderen te hebben geuit, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen omgangsregeling kan worden vastgesteld zonder dat dit in het belang van de kinderen is.
De rechtbank heeft besloten om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen en heeft de Voogdijraad opgedragen om onderzoek te doen naar de omgangsregeling. De rechtbank heeft benadrukt dat zowel de moeder als de man veranderingen moeten ondergaan in het belang van de kinderen. De zaak zal worden voortgezet met een spoedonderzoek door de Voogdijraad en een verdere mondelinge behandeling.