In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao het beroep van eiser tegen de beslissing van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) om geen ziekengeld uit te keren. De SVB had het verzoek van eiser afgewezen op basis van het argument dat hij niet als werknemer in de zin van de Landsverordening Ziekteverzekering (Lv Zv) kon worden aangemerkt. Eiser had op 11 februari 2022 een aanvraag ingediend voor ziekengeld, die door de SVB werd afgewezen. Na een beslissing op bezwaar op 19 september 2022, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard, heeft eiser op 1 november 2022 beroep ingesteld.
Het Gerecht heeft op 9 juni 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser zelf aanwezig was en de SVB vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde. Het Gerecht oordeelt dat de SVB onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de feiten en omstandigheden die aan de afwijzing ten grondslag lagen. Eiser was eerder geregistreerd als werknemer en had gedurende zijn arbeidsongeschiktheid ziekengeld ontvangen. Het Gerecht concludeert dat de SVB niet zonder eigen onderzoek kon concluderen dat eiser geen werknemer was. De SVB had de registratie van eiser als werknemer niet zomaar kunnen wijzigen zonder nader onderzoek.
Het Gerecht vernietigt de beslissing van de SVB en draagt de SVB op om binnen vier maanden opnieuw op het bezwaarschrift van eiser te beslissen, met inachtneming van deze uitspraak. De SVB moet ook het door eiser betaalde griffierecht vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig onderzoek door de SVB bij het nemen van besluiten over ziekengeld en de status van werknemers onder de Lv Zv.