Uitspraak
de Kamer’,
1.Het procesverloop
2.Het verzoek
3.De beoordeling
4.Beslissing
uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft verzoekster, wonend in Paramaribo, Suriname, op 8 mei 2023 een verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. Het verzoek betreft de ongedaanmaking van de inschrijving van haar zus als bestuurder van de vennootschap Vermogensbeheer Regenboog N.V. en de uitschrijving van haar overleden vader als bestuurder. De behandeling van het verzoek vond plaats op 30 juni 2023, gelijktijdig met een kort geding dat verzoekster had aangespannen tegen haar medeaandeelhouders.
Verzoekster stelt dat de inschrijving van haar zus als bestuurder onjuist is en in strijd met de openbare orde en goede zeden. Zij betoogt dat de inschrijving van haar vader als bestuurder onterecht is geschied, omdat er geen geldig mandaat voor zijn uitschrijving zou zijn. Verzoekster beroept zich op artikel 18 lid 1 van de Handelsregisterverordening, dat de mogelijkheid biedt om een inschrijving te betwisten indien deze onjuist of in strijd met de wet is.
De Kamer van Koophandel heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het gerecht en verzocht om de herinschrijving van de vader te annuleren, mocht het gerecht oordelen dat zijn uitschrijving onbevoegd was. Het gerecht heeft echter het verzoek van verzoekster afgewezen, omdat zij geen belang heeft bij de ongedaanmaking van de uitschrijving van haar vader. Tevens oordeelt het gerecht dat de inschrijving van de zus niet als onjuist of in strijd met de openbare orde kan worden aangemerkt, verwijzend naar een eerder vonnis in een kort geding en een uitspraak van de Surinaamse rechter. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.