Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Zaaknummer: CUR202300881
Vonnis in kort geding van 21 juli 2023
in de zaak van
1.[EISER SUB 1},
2. [EISER SUB 2},
wonend in Curaçao,
eisers,
gemachtigde: mr. L.L.A. Davelaar-Franklin,
tegen
1.[GEDAAGDE SUB 1],
2. [GEDAAGDE SUB 2],
wonend in Nederland,
3. de overige onbekende erfgenamen van [ERFLAATSTER],
zonder bekende woon- en/of verblijfplaats,
gedaagden,
niet verschenen.
1.Het procesverloop
1.1.
Op 24 maart 2023, herzien op 16 juni 2023, hebben eisers een verzoekschrift in kort geding ingediend.
1.2.
Het kort geding is behandeld op 20 juli 2023. Gedaagden zijn, hoewel goed opgeroepen (gedaagden sub 1 en 2 ook per e-mail), niet verschenen.
1.3.
Uitspraak is bepaald op vandaag.
2.De beoordeling
2.1.
Eisers vorderen, samengevat, dat het gerecht eisers ex artikel 3:174 BW machtigt om het perceel Keukenstraat 7 en Sommelsdijkstraat 8 en 8a in Curaçao (hierna: het perceel) te verkopen, ex artikel 3:181 BW een onzijdig persoon benoemt voor niet-meewerkende erfgenamen van [erflaatster] en bepaalt dat hun netto-erfdeel door de passerende notaris in de consignatiekas bij de CBCS wordt gestort.
2.2.
Namens eisers is ter zitting bevestigd dat zij in dit kort geding mede optreden als lasthebbers van de twaalf erfgenamen van wie als productie 1 bij het verzoekschrift volmachten zijn overgelegd.
2.3.
Het perceel waar het in dit kort geding om gaat ligt in het winkelgebied van Punda. Op het perceel staat een bouwvallig pand. De Sommelsdijkstraat is door de overheid al maanden terug afgezet voor het publiek, wegens instortingsgevaar van het pand.
2.4.
Uit de door eisers op hun vordering gegeven toelichting en uit de overgelegde stukken blijkt dat het perceel op naam staat van vijf personen, ieder voor 1/5 onverdeeld aandeel. Eisers en hun lasthebbers zijn samen (de rechtsopvolgers van) vier van deze vijf personen. De vijfde is [erflaatster]. Zij is in 2021 overleden. Uit haar testament volgt dat eisers haar enige erfgenamen zijn, samen met de (zes) broers en zussen dan wel hun nakomelingen van haar vooroverleden echtgenoot. Gedaagden behoren tot die laatste categorie. Eisers hebben het perceel met pand laten taxeren en hebben in 2021 een koper gevonden. Die koper, SPF Centaur, is nog steeds geïnteresseerd in koop (gevolgd door sloop) voor een koopprijs van NAf 150.000. Bij gebrek medewerking door gedaagden, zo stellen eisers, hebben verkoop en levering tot dusver niet kunnen plaatsvinden, dit terwijl sloop door de overheid op kosten van de eigenaren is aangekondigd en dreigt. Eisers verzoeken daarom een machtiging om tot verkoop en levering te kunnen overgaan. Namens eisers is voorts te kennen gegeven dat zij met hun vorderingen beogen dat gedaagden hun medewerking verlenen aan de verdeling van de nalatenschap van [erflaatster] en daarmee aan de verdeling van de verkoopopbrengst.
2.5.
Gedaagden hebben de stellingen die eisers aan de vorderingen ten grondslag leggen niet betwist. Die stellingen kunnen de vorderingen dragen. De vorderingen zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals hierna onder de beslissing omschreven.
2.6.
Gedaagden worden in het ongelijk gesteld. Daarom worden zij veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten van eisers worden tot aan deze uitspraak begroot op NAf 450 aan griffierecht, NAf 1.275 aan oproepingskosten en NAf 1.500 aan gemachtigdensalaris.
2.7.
De veroordelingen in deze uitspraak gaan meteen in en kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van de partijen een rechtsmiddel tegen deze beslissing instelt.
3.De beslissing in kort geding
Het gerecht:
3.1.
verleent verstek tegen gedaagden;
3.2.
machtigt eisers op de voet van artikel 3:174 BW tot verkoop en overdracht van het gemeenschappelijk perceel, kadastraal bekend als I – A – 1325 (met registers: C 630/15, E 141/101, E 141/100, E 141/99, E 51/131 en E 69/71) en plaatselijk bekend als Keukenstraat 7 en Sommelsdijkstraat 8 en 8a in Curaçao, aan SPF Centaur of een andere koper voor een bedrag van minimaal NAf 150.000 kosten koper;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging vervalt indien eisers daarvan niet uiterlijk op 1 maart 2024 gebruik hebben gemaakt;
3.4.
bepaalt dat de opbrengst van de verkoop van het perceel bij notariskantoor Simon & Steenbaar (mr. W.A. Palm) in Curaçao in depot dient te worden geplaatst, nadat de door voor rekening van de deelgenoten komende kosten van de notaris, de onroerendezaakbelasting en de onder 3.8. bedoelde proceskosten daarop in mindering zijn gebracht, ter verdere afrekening en verdeling onder de deelgenoten;
3.5.
beveelt gedaagden om mee te werken tot de verdeling van de nalatenschap van [erflaatster];
3.6.
benoemt, voor het geval gedaagden niet meewerken, op de voet van artikel 3:181 BW tot onzijdige persoon deurwaarder R.A. Ramazan die gedaagden vertegenwoordigt en daarbij hun belangen naar eigen beste inzicht behartigt;
3.7.
bepaalt, voor het geval gedaagden niet meewerken, het netto-erfdeel van gedaagden in de consignatiekast bij de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten wordt gestort;
3.8.
veroordeelt gedaagden in de proceskosten van eisers van NAf 3.225;
3.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.10.
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, bijgestaan door mr. H. Akbuz, griffier, en in het openbaar uitgesproken.