In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om een burengeschil tussen eiser en gedaagde over de eigendom van een strook grond, die in erfpacht is uitgegeven aan het Land Curaçao. Eiser, vertegenwoordigd door mr. M.T.J. Cicilia, heeft vorderingen ingesteld met betrekking tot de Strook en Perceel 3, terwijl gedaagde, die in persoon procedeert, het recht van erfpacht heeft op Perceel 2. Het Land Curaçao is als derde partij betrokken in deze procedure. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis, met meerdere tussenvonnissen en processtukken, waaronder een comparitie en descente. Het gerecht heeft vastgesteld dat de Strook eigendom is van het Land Curaçao en dat eiser geen verkrijgende verjaring kan inroepen om eigendom of erfpacht te verkrijgen. De vorderingen van eiser zijn afgewezen, omdat hij niet heeft aangetoond dat hij rechthebbende is op de Strook of Perceel 3. Het gerecht heeft eiser in de gelegenheid gesteld om het Land Curaçao op te roepen, maar uiteindelijk is de vordering afgewezen. Eiser is ook veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van gedaagde en het Land, die op nihil zijn begroot.