In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 26 juni 2023 uitspraak gedaan over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker], een 52-jarige surveillance officer, en P.B. CASINO OPERATING N.V. H.O.D.N. PRINCESS BEACH CASINO. [Verzoeker] was sinds 1 oktober 2015 in dienst en heeft op 25 maart 2023 verzocht om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te ontbinden. Het Casino heeft dit verzoek niet geaccepteerd en heeft vraagtekens geplaatst bij de aanspraak van [verzoeker] op een vergoeding voor het werkgeversdeel in de pensioenpremie. Beide partijen hebben vervolgens ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht, waarbij [verzoeker] een vergoeding eiste en het Casino dit betwistte.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat er gewichtige redenen zijn voor de ontbinding, zoals bedoeld in artikel 7A:1615w BW. Het Casino heeft [verzoeker] beschuldigd van leugenachtige uitlatingen, maar het Gerecht oordeelde dat deze beschuldigingen niet op een redelijke basis berustten. [Verzoeker] heeft op zijn beurt het Casino verweten zich niet als een goed werkgever te hebben gedragen, vooral na zijn aanwijzing als vakbondsvertegenwoordiger. Het Gerecht concludeerde dat het Casino niet heeft geprobeerd om de bezwaren tegen [verzoeker] op te lossen en dat dit heeft bijgedragen aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
De ontbindingsverzoeken zijn ingewilligd en het Gerecht heeft bepaald dat [verzoeker] recht heeft op een vergoeding van NAf 7.500 bruto, inclusief cessantia-aanspraken. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van 1 juli 2023, en het Casino is veroordeeld in de proceskosten. Beide partijen zijn in de gelegenheid gesteld om hun verzoeken in te trekken tot 30 juni 2023, anders wordt de ontbinding definitief.