ECLI:NL:OGEAC:2023:153

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
26 juni 2023
Publicatiedatum
5 juli 2023
Zaaknummer
CUR202301180
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst tussen casino en surveillance officer met billijke vergoeding

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 26 juni 2023 uitspraak gedaan over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker], een 52-jarige surveillance officer, en P.B. CASINO OPERATING N.V. H.O.D.N. PRINCESS BEACH CASINO. [Verzoeker] was sinds 1 oktober 2015 in dienst en heeft op 25 maart 2023 verzocht om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te ontbinden. Het Casino heeft dit verzoek niet geaccepteerd en heeft vraagtekens geplaatst bij de aanspraak van [verzoeker] op een vergoeding voor het werkgeversdeel in de pensioenpremie. Beide partijen hebben vervolgens ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht, waarbij [verzoeker] een vergoeding eiste en het Casino dit betwistte.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat er gewichtige redenen zijn voor de ontbinding, zoals bedoeld in artikel 7A:1615w BW. Het Casino heeft [verzoeker] beschuldigd van leugenachtige uitlatingen, maar het Gerecht oordeelde dat deze beschuldigingen niet op een redelijke basis berustten. [Verzoeker] heeft op zijn beurt het Casino verweten zich niet als een goed werkgever te hebben gedragen, vooral na zijn aanwijzing als vakbondsvertegenwoordiger. Het Gerecht concludeerde dat het Casino niet heeft geprobeerd om de bezwaren tegen [verzoeker] op te lossen en dat dit heeft bijgedragen aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

De ontbindingsverzoeken zijn ingewilligd en het Gerecht heeft bepaald dat [verzoeker] recht heeft op een vergoeding van NAf 7.500 bruto, inclusief cessantia-aanspraken. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van 1 juli 2023, en het Casino is veroordeeld in de proceskosten. Beide partijen zijn in de gelegenheid gesteld om hun verzoeken in te trekken tot 30 juni 2023, anders wordt de ontbinding definitief.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202301180
Beschikking d.d. 26 juni 2023
inzake
[VERZOEKER],
wonende in Curaçao,
verzoeker, verweerder in het zelfstandig tegenverzoek,
procederend in persoon,
--tegen--
de naamloze vennootschap
P.B. CASINO OPERATING N.V. H.O.D.N. PRINCESS BEACH CASINO,
gevestigd in Curaçao
,
verweerster, verzoekster in het zelfstandig tegenverzoek,
gemachtigde: mr. S.J.C. Anthonio.
Partijen zullen hierna [verzoeker] en het Casino worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift van [verzoeker] van 14 april 2023;
- het verweerschrift met tegenverzoek van het Casino;
- de mondelinge behandeling ter zitting van 13 juni 2023, en
- de pleitnotities van partijen.
1.2.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De feiten

a. [verzoeker], 52 jaar oud, is sinds 1 oktober 2015 als ‘surveillance officer’ in dienst van het Casino. In die functie kijkt hij ’s avonds en ’s nachts in een ruimte met schermen naar camerabeelden van hetgeen casinomedewerkers en casinobezoekers doen. [verzoeker] verdient NAf 2.509,50 bruto per maand.
Bij brief van 25 maart 2023 heeft [verzoeker] het Casino voorgesteld de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te ontbinden. De brief luidt als volgt:
‘It was an excellent opportunity to join the team at Princess Beach Casino Operating N.V. in 2015, but it’s time to look for new opportunities that fit my aspirations.
Therefore, I am requesting a consensual discharge (to come to termination by mutual consent) while retaining my right to receive “cessantia” and termination pay. Also, the compensation of the employer share “werkgevers deel” in the Vida Nova Pension Fund as stated in the request I submitted in 2016.
I hope to have informed you sufficiently and thank you in advance for your understanding, and I look forward to discussing this request.
Disclaimer This is not a termination letter’
Namens het Casino is de brief getekend voor
`ACCEPTED 27 MARCH 2023’.
Bij brief van 5 april 2023 heeft het Casino vraagtekens geplaatst bij [verzoeker]’s aanspraak op een vergeoding voor het werkgeversdeel in de pensioenpremie. Over de door [verzoeker] voorgestelde vergoeding van cessantia en ‘termination pay’ schrijft het Casino:
‘Thank you for the kind words regarding your time here at Princess Casino and I fully understand you wishing to seek new opportunities.
To the best of my knowledge on this matter, I understand if you request a termination by mutual agreement we could possibly come to some agreement of an gratia payment as I believe “cessantia” only applies if we were to terminate your employment.
(…)
It is my suggestion to you that you clearly put forward your terms and we will respond accordingly’
e. Bij brief van 5 april 2023 reageert [verzoeker] inhoudelijk op de pensioenkwestie. [verzoeker] sluit af met:
‘ You suggested that I devise my terms for the company to respond accordingly. Please consider the following: I worked at the Princess Beach Casino for seven years and six months, for a total of eight years, of cessantia. I would like to ask for the payment of the cessantia of ANG 4632,95 along with severance pay of ANG 2725 which totals ANG 7357,92.’
f. Het Casino heeft dit voorstel niet geaccepteerd en heeft ook geen tegenvoorstel gedaan.

3.De verzoeken

In deze zaak wordt door beide ontbinding verzocht van de arbeidsovereenkomst tussen partijen. Beide partijen leggen aan hun verzoek tot ontbinding ten grondslag dat sprake is van gewichtige redenen als bedoeld in artikel 7A:1615w BW op grond waarvan de arbeidsovereenkomst behoort te eindigen. [verzoeker] verzoekt aan de ontbinding een door het Casino aan hem te betalen vergoeding te verbinden, het Casino vindt een vergoeding niet op haar plaats.

4.De beoordeling

Verwijt van het Casino aan [verzoeker]
4.1.
Het Casino stelt dat de gewichtige redenen voor ontbinding zijn gelegen in de omstandigheid dat [verzoeker] ertoe is overgegaan ’te liegen voor uw Gerecht, althans de feiten over de arbeidsomstandigheden dermate te verdraaien dat het Casino geheel onterecht in een kwaad daglicht wordt gezet’ en zich schuldig heeft gemaakt van het in rechte doen van ‘leugenachtige uitlatingen’. Op deze grond kan de ontbinding echter niet worden gebaseerd. Zoals uit de beoordeling hierna zal blijken, is voor een dergelijke kwalificatie van de stellingen van [verzoeker] geen redelijke basis. Hetgeen door [verzoeker] in deze procedure is aangevoerd kan dan ook in redelijkheid niet hebben geleid tot een volgens het Casino ontstane vertrouwensbreuk. Dit laatste klemt te meer nu [verzoeker] gedurende bijna acht jaar een ook volgens het Casino zelf zeer gevoelige vertrouwensfunctie heeft vervuld, dat gesteld noch gebleken is dat [verzoeker] zijn taak ooit heeft verzaakt, en onbetwist is dat [verzoeker] zich nooit, zelfs niet maar één dag, arbeidsongeschikt heeft gemeld.
Verwijt van [verzoeker] aan het Casino
4.2.
Volgens [verzoeker] heeft het Casino in strijd met artikel 7A:1614y BW zich niet als een goed werkgever gedragen door de vakbond, de CAO en de arbeidswetgeving onvoldoende te respecteren. Het verwijt van [verzoeker] aan het Casino komt er in de kern op neer dat het Casino hem sinds zijn aanwijzing als vertegenwoordiger van de vakbond heeft proberen weg te werken, dit ondanks zijn goede staat van dienst.
4.3.
Naar het oordeel van het gerecht heeft bij [verzoeker] de gerechtvaardigde indruk kunnen ontstaan dat dit laatste het geval was. Vaststaat dat het Casino niet wilde accepteren dat [verzoeker] zou fungeren als ‘shop steward’, een vertegenwoordiger van de vakbond. Nadat [verzoeker] in november 2020 als zodanig door de vakbond was aangewezen, stuurde een van de bestuurders van het Casino op 12 januari 2021 een e-mail naar onder meer de vakbond met de tekst: “
What the hack – our surveillance person is not a shop steward? That said – he might need to change his job – or NOT be a shop steward?”, waarna [verzoeker] zijn functie als vakbondsvertegenwoordiger neerlegde. Door [verzoeker] is betwist en door het gerecht kan niet worden ingezien dat en waarom de functie van [verzoeker] bij het Casino onverenigbaar was met een rol als vakbondsvertegenwoordiger. Het gegeven dat [verzoeker] via de beeldschermen kennis kon nemen van gevoelige informatie over collega’s en casinoklanten, is daarvoor onvoldoende. Voorts blijkt niet dat het Casino heeft geprobeerd een modus te vinden om de bij het Casino levende bezwaren te ondervangen, bijvoorbeeld door het maken van nadere afspraken.
4.4.
Door [verzoeker] is een aantal zaken genoemd die volgden op de kwestieuze weigering hem te aanvaarden als vakbondsvertegenwoordiger. Die zaken zijn afzonderlijk bezien niet allemaal van groot gewicht, maar kunnen redelijkerwijze hebben bijgedragen aan [verzoeker]’s beleving dat het Casino hem liever kwijt dan rijk was. Zo heeft hij geprotesteerd tegen de – later door het Casino erkende – onwettige onderbetaling van casinowerknemers op oudejaarsdag, heeft het Casino hem anders dan de meeste werknemers niet willen voorzien van een nieuw uniform, is in de app-conversatie met personeelszaken de indruk gewekt dat [verzoeker] (in strijd met de wetgeving) niet-opgenomen vakantiedagen niet mocht meenemen naar het volgende jaar en is afhoudend gereageerd op [verzoeker]’s verzoeken eerder dit jaar om informatie met betrekking tot zijn vragen over de volgens de CAO aanwezige pensioenregeling. Dat [verzoeker] niet al deze zaken ter kennis heeft gebracht van de general manager, zoals het Casino hem heeft tegengeworpen, is niet relevant.
4.5.
Het gerecht is van oordeel dat het in overwegende mate aan het Casino is toe te schrijven dat (volgens beide partijen) de arbeidsovereenkomst moet eindigen.
Ontbinding en ontbindingsvergoeding
4.6.
De ontbindingsverzoeken zullen worden ingewilligd wegens veranderingen in de omstandigheden als bedoeld in artikel 7A:1615w BW. Op grond van al het voorgaande komt het billijk voor aan [verzoeker] ten laste van het Casino een vergoeding toe te kennen van NAf 7.500 bruto, met daarin begrepen de door [verzoeker] gestelde aanspraken op cessantia. Dit bedrag sluit min of meer aan bij hetgeen [verzoeker] in zijn brief van 25 maart 2023 aan beëindigingsvergoeding voorstelde, welk voorstel aanvankelijk door het Casino ‘accepted’ leek, maar om onduidelijk gebleven redenen niet is uitgevoerd.
De pensioenkwestie
4.7.
Deze ontbindingsprocedure leent zich niet voor onderzoek naar de vraag i) in hoeverre het Casino [verzoeker] heeft aangeboden deel te nemen in het pensioenfonds, ii) of en wanneer [verzoeker] om deelname heeft verzocht, iii) hoe daarop door het Casino is gereageerd en iv) in hoeverre een en ander tot schadeplichtigheid van het Casino kan leiden. Daarover zal in deze zaak dus niet worden beslist.
Mogelijkheid tot intrekking ontbindingsverzoek
4.8.
Artikel 1615w lid 6 BW bepaalt dat de rechter, alvorens een ontbinding waaraan een vergoeding wordt verbonden uit te spreken, partijen van dat voornemen in kennis stelt en een termijn stelt waarbinnen het ontbindingsverzoek kan worden ingetrokken. Ter voldoening aan die wettelijke eis zal aan partijen tot en met 30 juni 2023 de gelegenheid worden gegeven hun verzoeken in te trekken. Alleen indien beide partijen dat doen, duurt de arbeidsovereenkomst voort.
Proceskosten
4.9.
Bij de op de verzoeken te geven beslissingen behoort een beslissing over de proceskosten als hierna omschreven.

5.De beslissing

Het gerecht:
stelt beide partijen in de gelegenheid uiterlijk op 30 juni 2023 hun verzoek in te trekken, bepaling dat, indien beide partijen dat doen, de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat partijen de eigen kosten dragen;
en bij gebreke van tijdige intrekking door beide partijen:
- ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 juli 2023;
- kent aan [verzoeker] ten laste van het Casino toe een vergoeding van NAf 7.500 bruto (inclusief cessantia-aanspraken);
- veroordeelt het Casino in de proceskosten, aan de zijde van [verzoeker] begroot op NAf 50 aan griffierecht;
- wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter, en op 26 juni 2023 in het openbaar uitgesproken.