Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 9 juni 2023 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een bezwaar en beroep van een belanghebbende tegen premie-aanslagen voor de AVBZ en BVZ. De belanghebbende, die sinds 2 oktober 2018 in het bevolkingsregister van Curaçao is ingeschreven, had op 5 juli 2021 bezwaar gemaakt tegen de aanslagen die op 1 april 2021 waren opgelegd. Het bezwaar werd door de Inspecteur niet-ontvankelijk verklaard, omdat het buiten de wettelijke termijn van twee maanden was ingediend. De belanghebbende stelde echter dat zij de uitspraken op bezwaar pas op 15 maart 2022 had ontvangen, waardoor de beroepstermijn op die datum was aangevangen. Het Gerecht oordeelde dat het beroepschrift tijdig was ingediend.
Daarnaast was er een geschil over de vaststelling van het premie-inkomen. De belanghebbende betwistte de hoogte van het premie-inkomen en stelde dat dit moest worden vastgesteld op basis van de datum waarop zij verzekerd was bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB), terwijl de Inspecteur stelde dat de datum van inschrijving in het bevolkingsregister leidend was. Het Gerecht oordeelde dat de premieplicht voor de AVBZ en BVZ inderdaad moet worden vastgesteld op basis van de inschrijving in het bevolkingsregister, wat in dit geval 2 oktober 2018 was. Het beroep werd ongegrond verklaard en er werd geen vergoeding van proceskosten of griffierecht toegekend.