ECLI:NL:OGEAC:2023:141

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
22 mei 2023
Publicatiedatum
12 juni 2023
Zaaknummer
CUR202201676
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad - behulpzaam bij onbevoegde verkoop van andermans zaak

In deze zaak heeft eiseres, wonende in Curaçao, een vordering ingesteld tegen drie gedaagden wegens onrechtmatige daad. De eiseres stelt dat gedaagde sub 1, met wie zij een langdurige relatie had, twee jetski's heeft verkocht zonder haar toestemming, terwijl zij de eigenaresse was. De jetski's waren op naam van eiseres geregistreerd, maar gedaagde sub 1 heeft deze verkocht aan derden. Eiseres vordert een verklaring voor recht dat sprake is van onrechtmatige daad van alle gedaagden en schadevergoeding voor de geleden schade. Gedaagde sub 2, de neef van gedaagde sub 1, heeft de jetski's tijdelijk bij hem gestald, maar ontkent betrokkenheid bij de verkoop. Gedaagde sub 3, een jetski monteur, heeft de gele jetski technisch geïnspecteerd en ontkent de jetski's te hebben gekocht of doorverkocht. Het gerecht heeft geoordeeld dat gedaagde sub 1 onrechtmatig heeft gehandeld door de jetski's te verkopen zonder toestemming van eiseres. De vorderingen tegen gedaagde sub 2 en gedaagde sub 3 zijn afgewezen, omdat niet is aangetoond dat zij onrechtmatig hebben gehandeld. Eiseres heeft recht op schadevergoeding van gedaagde sub 1, die is vastgesteld op NAf 20.000, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten zijn ook toegewezen aan eiseres ten laste van gedaagde sub 1.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202201676
Vonnis van 22 mei 2023
inzake
[EISERES],
wonende in Curaçao,
eiseres, hierna: [eiseres],
gemachtigden: mrs. M.F. Bonapart en S.M.A. Gonzales,
tegen

1.[GEDAAGDE SUB 1],

wonende in Curaçao,
gedaagde, hierna: [gedaagde sub 1],
niet verschenen, en

2.[GEDAAGDE SUB 2],

wonende in Curaçao,
gedaagde, hierna: [gedaagde sub 2],
procederende in persoon, en

3.[GEDAAGDE SUB 3],

wonende in Curaçao,
gedaagde, hierna: [gedaagde sub 3],
gemachtigde: mr. S.C. Larmonie.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift met producties, op 29 april 2022 ter griffie ingediend;
  • de conclusie van antwoord van [gedaagde sub 2];
  • de conclusie van antwoord van [gedaagde sub 3].
1.2. [
gedaagde sub 1] is, na wederoproeping ingevolge artikel 82 Rv, wederom niet verschenen, zodat tegen hem verstek is verleend ter rolzitting van 3 oktober 2022.
1.3.
De comparitie van partijen heeft op 12 maart 2023 plaatsgevonden in aanwezigheid van [eiseres] (via video verbinding) en haar gemachtigden, van [gedaagde sub 2] en van [gedaagde sub 3] en zijn gemachtigde. Ter gelegenheid van de comparitie hebben zij hun wederzijdse standpunten nader uiteengezet, [eiseres] mede aan de hand van door haar overgelegde pleitaantekeningen.
1.4.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1. [
eiseres] en [gedaagde sub 1] hebben om en nabij twaalf jaar een affectieve relatie gehad en hebben samengewoond in Duitsland. Zij zijn niet gehuwd. [gedaagde sub 1] is in mei 2021 naar Curaçao verhuisd. [eiseres] zou kort nadien ook naar Curaçao verhuizen. Met het oog daarop heeft [eiseres] een woning voor haar en [gedaagde sub 1] op Curaçao gehuurd.
2.2.
Om in hun onderhoud te voorzien heeft [eiseres] op 2 juli 2021 twee jetski’s van het merk Sea-Doo gekocht van de heren [naam 1] voor NAf 20.000 per jetski. Daarvan is een aankoopfactuur opgemaakt. Het betreft een rode jetski met registratienummer NC [nummer A] en een gele jetski met registratienummer NC [nummer B]. [gedaagde sub 1] zou de jetski’s, in afwachting van de komst van [eiseres] naar Curaçao, gaan verhuren.
2.3.
Volgens de registratiekaarten is de eigendom van de jetski’s op 8 december 2021 op naam van [eiseres] geregistreerd.
2.4.
De relatie tussen [eiseres] en [gedaagde sub 1] is in augustus 2021 verbroken. Sinds september 2021 hebben zij geen contact meer met elkaar.
2.5.
In oktober 2021 zijn de jetski’s op verzoek van [gedaagde sub 1] in de tuin van [gedaagde sub 2] aan de [adres A] gestald. [gedaagde sub 2] is de neef van [gedaagde sub 1]. [gedaagde sub 2] heeft de rode jetski op verzoek van [gedaagde sub 1] voor een testrit naar Caracasbaai getransporteerd. [gedaagde sub 1] heeft de rode jetski vervolgens in oktober 2021 aan een vriend van [gedaagde sub 2] verkocht.
2.6. [
gedaagde sub 3], jetski monteur, heeft de gele jetski op verzoek van [gedaagde sub 1] technisch geïnspecteerd. Aansluitend is de gele jetski in december 2021 verkocht.
2.7. [
eiseres] heeft op 9 december 2021 aangifte gedaan tegen [gedaagde sub 1] wegens verduistering van de twee jetski’s. Zij verklaarde daarbij het volgende:

In juli 2021, heb ik twee (2) seado’s gekocht. Deze heb ik aan [gedaagde sub 1] in bruikleen gegeven om te verhuren. Wij zouden partners zijn in die zaak. Ongeveer twee weken geleden ben ik erachter gekomen, dat [gedaagde sub 1] deze seado’s aan derden doorverkocht heeft zonder mijn toestemming/medeweten. Afgelopen zondag 5 december 2021, heb ik deze seado’s voor het laatst zien staan op het adres [adres A]. (…)
Indien ik geweten had, dat [gedaagde sub 1] deze seado’s zou gaan verkopen, zou ik deze nooit onder zijn beheer hebben gelaten. Mijn toestemming om deze seado’s door te verkopen had hij niet evenmin het recht daartoe.”
2.8.
Op 21 maart 2022 heeft het gerecht verlof verleend voor het leggen van beslag op de jetski’s. De rode jetski is op 8 april 2022 door de deurwaarder in beslaggenomen. De gele jetski is tot op heden onvindbaar.

3.Het geschil

3.1. [
eiseres] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, kort samengevat:
een verklaring voor recht dat sprake is van een onrechtmatige daad van [gedaagde sub 1] jegens [eiseres];
een verklaring voor recht dat sprake is van een onrechtmatige daad van [gedaagde sub 2] jegens [eiseres];
een verklaring voor recht dat sprake is van een onrechtmatige daad van [gedaagde sub 3] jegens [eiseres];
een verklaring voor recht dat [eiseres] het eigendomsrecht heeft ten aanzien van de rode jetski met registratienummer NC-[nummer A];
een verklaring voor recht dat [eiseres] het eigendomsrecht heeft ten aanzien van de gele jetski met registratienummer NC-[nummer B];
een verklaring voor recht dat [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die [eiseres] lijdt, heeft geleden, of nog zal lijden door de onrechtmatige verkoop dan wel verduistering van de jetski’s;
een veroordeling van [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3], ieder hoofdelijk, tot betaling van NAf 40.000 aan schadevergoeding voor de gele jetski, te vermeerderen met de wettelijke rente;
een veroordeling van [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3], ieder hoofdelijk, in de proceskosten en de beslagkosten.
3.2. [
eiseres] legt aan haar vorderingen kort samengevat ten grondslag dat [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] onrechtmatig jegens haar hebben gehandeld en daarom aansprakelijk zijn voor de schade die zij heeft geleden. Met de wetenschap dat de jetski’s in eigendom van [eiseres] zijn, heeft [gedaagde sub 1] de jetski’s zonder haar medeweten en toestemming verkocht dan wel verduisterd, heeft [gedaagde sub 3] de jetski’s van [gedaagde sub 1] gekocht en aan een derde weer doorverkocht, en heeft [gedaagde sub 2] heeft zijn medewerking verleend aan de verkoop door het stallen van de jetski’s bij hem thuis.
3.3. [
gedaagde sub 1] heeft geen verweer gevoerd.
3.4. [
gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 2] hebben gemotiveerd verweer gevoerd en concluderen tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres]. Zij betwisten, kort samengevat, betrokkenheid te hebben gehad bij de verkoop van de jetski’s door [gedaagde sub 1] alsook de wetenschap dat [eiseres] en niet [gedaagde sub 1] de eigenaar was van de jetski’s.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Eigendom [eiseres]
4.1. [
[eiseres] stelt – kort samengevat – dat zij eigenaar is van de twee jetski’s en dat [gedaagde sub 1] die jetski’s zonder haar toestemming heeft verkocht en dat [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] daar bij betrokken zijn geweest.
4.2. [
[eiseres] heeft ter zitting verklaard dat zij de jetski’s heeft betaald uit middelen die zij uit een erfenis heeft verkregen. Op de aankoopfactuur staat [eiseres] vermeld als koper van de twee jetski’s. Uit de registratiekaarten volgt dat beide jetski’s op haar naam staan geregistreerd en dat zij eigenaresse is van de jetski’s. Gelet hierop en bij gebreke van een betwisting door [gedaagde sub 1] heeft [eiseres] voldoende gesteld op basis waarvan kan worden vastgesteld dat zij eigenaresse van beide jetski’s is. De door [eiseres] onder (iv) en (v) gevorderde verklaring voor recht met betrekking tot het eigendomsrecht ten aanzien van de rode en de gele jetski’s is dan ook toewijsbaar.
4.3.
Aan de orde is vervolgens de vraag of [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] onrechtmatig hebben gehandeld jegens [eiseres] en daarom aansprakelijk zijn voor de schade die zij in dit verband heeft geleden.
Onrechtmatige daad [gedaagde sub 1]
4.4. [
[eiseres] stelt dat [gedaagde sub 1] onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door de jetski’s zonder haar toestemming te verkopen. [gedaagde sub 1] heeft geen verweer gevoerd.
4.5. [
[gedaagde sub 1] was ten tijde van de verkoop houder van de jetski’s, nu [eiseres] nog in Duitsland verbleef. Daarmee wordt op grond van de wet vermoed dat [gedaagde sub 1] bezitter en rechthebbende is. Nu, zoals hiervoor is overwogen, vaststaat dat [eiseres] eigenaresse van de jetski’s is en verder niet is gebleken dat [gedaagde sub 1] op enigerlei wijze beschikkingsbevoegd was, heeft [eiseres] een beter recht op de jetski’s en mocht [gedaagde sub 1] deze niet zonder haar toestemming verkopen. Als niet betwist staat vast dat [eiseres] [gedaagde sub 1] geen toestemming heeft gegeven om de jetski’s te verkopen. Uit de stellingen van [eiseres] volgt en dit wordt bevestigd door [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3], dat [gedaagde sub 1] de beide jetski’s als ware zijn eigendom heeft verkocht. Daarmee heeft hij onrechtmatig jegens [eiseres] gehandeld. De vorderingen van [eiseres] tegen [gedaagde sub 1] zullen worden toegewezen op de wijze zoals onder de conclusie nader omschreven.
Onrechtmatige daad [gedaagde sub 2]
4.6.
Volgens [eiseres] bestaat het onrechtmatig handelen van [gedaagde sub 2] daaruit dat hij [gedaagde sub 1] heeft geholpen met de verkoop van de jetski’s wetende dat deze niet aan hem maar aan [eiseres] toebehoorden. Zijn medewerking bestond, zo begrijpt het gerecht, uit het stallen van de jetski’s bij zijn woning voordat ze verkocht werden, met het doel om deze uit het zicht van [eiseres] te onttrekken.
4.7. [
[gedaagde sub 2] heeft gemotiveerd betwist onrechtmatig jegens [eiseres] te hebben gehandeld. Hij is niet betrokken geweest bij de verkoop van de jetski’s. De jetski’s waren slechts tijdelijk bij hem thuis gestald omdat [gedaagde sub 1] hem dat had gevraagd in verband met verfwerkzaamheden bij de woning van [gedaagde sub 1]. Het was dus niet de bedoeling om deze uit het zicht van [eiseres] te onttrekken, zij wist immers dat de jetski’s tijdelijk bij hem thuis waren gestald en dat zij deze kon wegnemen indien zij dat wenste. Hij verkeerde verder altijd in de veronderstelling dat [gedaagde sub 1], die de jetski’s altijd onder zich had, eigenaar was van de jetski’s en dus gerechtigd was om deze te verkopen. Hij had dan ook geen reden om te twijfelen aan het handelen van [gedaagde sub 1].
4.8.
Naar het oordeel van het gerecht is niet gebleken dat [gedaagde sub 2] [gedaagde sub 1] heeft geholpen met de verkoop van de jetski’s wetende dat [eiseres] eigenaar was en geen toestemming voor de verkoop had gegeven. Anders dan het stallen in zijn tuin en het transporteren van de jetski’s is niet gebleken dat [gedaagde sub 2] op enigerlei wijze betrokken is geweest bij de verkoop. Het stallen en transporteren van de jetski’s op zich zelf is onvoldoende om een dergelijke betrokkenheid aan te nemen. Daartoe acht het gerecht van belang dat [gedaagde sub 1] aan [gedaagde sub 2] een toelichting had gegeven voor het stallen van de jetski’s in zijn tuin, te weten de schilderwerkzaamheden bij zijn woning. Verder beschikt [gedaagde sub 2] over een trekhaak waarmee de jetski’s getransporteerd konden worden. Dat wordt niet anders voor zover [gedaagde sub 2] wist dat [gedaagde sub 1] voornemens was de jetski’s te verkopen. [gedaagde sub 1] was op dat moment houder van de jetski’s en hij gedroeg zich als ware hij eigenaar was. Naar het oordeel van het gerecht is niet gebleken dat [gedaagde sub 2] onder deze omstandigheden wist of had moeten begrijpen dat [gedaagde sub 1] de jetski’s niet mocht verkopen of daar geen toestemming van [eiseres] voor had, en dat [gedaagde sub 1] de jetski’s bij hem had gestald om ze aan de feitelijke macht van [eiseres] te onttrekken.
4.9. [
[gedaagde sub 1] en [eiseres] hadden een langdurige relatie en niet is gebleken dat [gedaagde sub 2] als buitenstaander had hoeven twijfelen de handelingen van zijn neef binnen die relatie. Dat [gedaagde sub 1] eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld doet daaraan niet af. [eiseres] heeft ter zitting aangegeven dat een familielid op enig moment aan [gedaagde sub 2] heeft verteld dat de jetski’s van haar waren, maar dat [gedaagde sub 2] de jetski’s in zijn tuin heeft laten staan en ze niet aan [eiseres] heeft teruggegeven. [gedaagde sub 2] bevestigt dat zijn tante hem inderdaad op enig moment heeft verteld over de eigendom van [eiseres]. De rode jetski was op dat moment al verkocht. [gedaagde sub 2] heeft vervolgens aangegeven dat [eiseres] de jetski’s bij hem mocht ophalen als ze van haar waren. Dat is niet gebeurd. Desgevraagd heeft [gedaagde sub 1] aan [gedaagde sub 2] laten weten dat hij ze met zijn geld gekocht had. Onder deze omstandigheden kan niet worden aangenomen dat [gedaagde sub 2] wist dat [gedaagde sub 1] de jetski’s onbevoegd verkocht en dat [gedaagde sub 2] daarbij behulpzaam is geweest door ze in zijn tuin te stallen. De bevoegdheidskwestie ten aanzien van de jetski’s speelt zich duidelijk in de relationele sfeer tussen [eiseres] en [gedaagde sub 1] af. [eiseres] is door haar toenmalige vriend belazerd. Het gaat te ver om [gedaagde sub 2] onder de omstandigheden als gesteld daarvan een verwijt te maken. Aldus is niet gebleken dat [gedaagde sub 2] onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld.
4.10.
Voor zover [eiseres] [gedaagde sub 2] verwijt dat hij weet wie de ko[gedaagde sub 1] van de jetski’s zijn, en hij weigert deze informatie aan [eiseres] te verstrekken, gaat die stelling niet op. [gedaagde sub 2] heeft ter zitting aangegeven dat de rode jetski door zijn vriend is gekocht. Die jetski is ook in beslaggenomen. Niet is gebleken dat hij weet wie de gele jetski heeft gekocht. De vorderingen tegen [gedaagde sub 2] worden dan ook afgewezen.
Onrechtmatige daad [gedaagde sub 3]
4.11. [
[eiseres] stelt dat [gedaagde sub 3] onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, door de gele jetski te kopen en deze door te verkopen aan derden, terwijl hij wist dat de jetski de eigendom van [eiseres] was en haar toestemming voor de (ver)koop nodig was. Zij verwijst in dit verband naar de WhatsApp
voicemessagesdie zij niet in het geding heeft gebracht, maar die tijdens comparitie zijn afgespeeld, en waaruit volgens haar geconcludeerd kan worden dat [gedaagde sub 3] de jetski’s van [gedaagde sub 1] heeft gekocht.
4.12. [
[gedaagde sub 3] heeft gemotiveerd betwist dat hij de jetski’s heeft gekocht van [gedaagde sub 1] en heeft doorverkocht aan derden. Hij is jetski monteur en verleend daarnaast bemiddelingsdiensten bij de tenaamstelling op de registratiekaarten. Hij heeft enkel de gele jetski technisch geïnspecteerd in verband met de verkoop daarvan, waarbij hij zich als monteur niet bezig heeft gehouden en ook niet bezig had hoeven houden met de vraag of [gedaagde sub 1] de eigenaar was van de jetski’s of dat toestemming van een ander nodig was om tot verkoop over te gaan. Verder heeft hij, nadat [gedaagde sub 1] de gele jetski had verkocht, op verzoek van [gedaagde sub 1] bemiddeling verleend bij de tenaamstelling van de gele jetski in de registers en in dat verband heeft hij contact gehad met [eiseres]. De gehele jetski stond namelijk nog op naam van de heer [naam 1], die hem heeft verwezen om contact met [eiseres] op te nemen omdat zij de jetski bij hem had gekocht. De rode jetski heeft [gedaagde sub 3] niet geïnspecteerd en hij is ook niet bij de (ver)koop daarvan of de registratie betrokken geweest.
4.13.
Naar het oordeel van het gerecht is het gestelde onrechtmatig handelen van [gedaagde sub 3], te weten het kopen van de jetski’s van [gedaagde sub 1] met de wetenschap dat de vereiste toestemming van [eiseres] daartoe ontbrak en het doorverkopen van de jetski’s aan derden, niet vast komen te staan. [eiseres] leidt dat af uit een gesprek dat zij middels voicemessages met [gedaagde sub 3] heeft gevoerd in december 2021. Dat [gedaagde sub 3] de gele jetski zelf had gekocht volgt naar het oordeel van het gerecht niet uit de afgespeelde voicemessages. Er lijkt veeleer sprake te zijn van een taal probleem, waardoor [gedaagde sub 3] niet goed begrijpt wat [eiseres] bedoelt. In het gesprek wordt Nederlands gesproken, een taal die [gedaagde sub 3] niet goed machtig is. Aan het eind van het gesprek, waarin [eiseres] steeds vraagt of hij de koper is, geeft [gedaagde sub 3] – die dan eindelijk lijkt te begrijpen wat [eiseres] bedoelt – aan dat hij niet de koper is. Dat er sprake is van een situatie waarin [gedaagde sub 3] gedurende het gesprek gas terug zou nemen acht het gerecht gelet op de inhoud van het gesprek niet aannemelijk. Overige omstandigheden die de stelling van [eiseres] zouden ondersteunen ontbreken. De omstandigheden zoals ter zitting zijn gebleken, ondersteunen daartegen het verweer van [gedaagde sub 3]. [gedaagde sub 3] stelt dat hij op verzoek van [gedaagde sub 1] assisteerde met het overschrijven van de registratie van de jetski op naam van de nieuwe eigenaren. Nergens blijkt uit dat [gedaagde sub 3] wist of had moeten weten dat [eiseres], die hij niet eerder kende, de jetski in eigendom had en niet [gedaagde sub 1], die zich feitelijk opstelde als eigenaar. De registratiekaart stond nog steeds op naam van de vorige eigenaren. Deze eigenaren verwezen [gedaagde sub 3] door naar [eiseres]. Het is [gedaagde sub 3] die vervolgens contact heeft opgenomen met [eiseres]. [eiseres] geeft in het telefoongesprek aan dat zij de eigenaresse is en zij verzoekt [gedaagde sub 3] om de registratiekaart op haar naam te zetten. Dat verklaart dat de registratie op naam van [eiseres] eerst dateert van 8 december 2021. [gedaagde sub 3] vraagt [eiseres] conform het verzoek van [gedaagde sub 1] mee te werken aan de overschrijving van de registratie op naam van de nieuwe eigenaren. Dat gesprek verzandt in een Babylonische spraakverwarring waarin [gedaagde sub 3] vraagt om mee te werken met de overschrijving naar de nieuwe eigenaren en [eiseres] denkt dat [gedaagde sub 3] de koper is. Anders dan de eigen interpretatie van de voicemessages door [eiseres] is er geen enkel aanknopingspunt waaruit volgt dat [gedaagde sub 3] zelf de koper van de jetski was en dat hij wist dat [eiseres] en niet [gedaagde sub 1] eigenaresse van de jetski’s was. Ook ten aanzien van [gedaagde sub 3] geldt dat het verwijt dat [eiseres] hem maakt veeleer is terug te voeren op de vertroebelde verhouding met [gedaagde sub 1] en dat niet is gebleken van feiten of omstandigheden die maken dat [gedaagde sub 3] daar een rol bij heeft gespeeld. Aldus is niet gebleken dat [gedaagde sub 3] onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld. De vorderingen tegen [gedaagde sub 3] worden dan ook afgewezen.
4.14.
Voor zover [eiseres] [gedaagde sub 3] verwijt dat hij weet wie de ko[gedaagde sub 1] van de jetski’s zijn, en weigert hij deze informatie aan [eiseres] te verstrekken, gaat ook die stelling niet op, nu niet is gebleken dat [gedaagde sub 3] desgevraagd deze informatie voor haar achterhoudt.
Conclusie
4.15.
De slotsom is dat de vorderingen tegen [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] worden afgewezen. Ten aanzien van [gedaagde sub 1] geldt dat de onder (i) gevorderde verklaring voor recht zal worden toegewezen. Hetzelfde geldt voor de onder (vi) gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde sub 1] aansprakelijk is voor de schade die [eiseres] daardoor lijdt. Voor zover [eiseres] vordert dat [gedaagde sub 1] wordt veroordeeld tot betaling van NAf 40.000 aan schadevergoeding voor de gele jetski, zal die vordering worden toegewezen voor een bedrag van NAf 20.000 vermeerderd met rente, nu dat de aanschafwaarde van de gele jetski was.
4.16. [
[gedaagde sub 1] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten (inclusief beslagkosten) worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op:
explootkosten NAf 434,66
beslagkosten NAf 1.096,84
griffierecht NAf 750
salaris gemachtigde
NAf 2.500 (2 punten x tarief 5 ad NAf 1.250) +
totaal: NAf 4.781,50
4.17. [
eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 2] worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van [gedaagde sub 3] tot op heden begroot op een bedrag van NAf 2.500 aan gemachtigdensalaris (2 punten x tarief 5 ad NAf 1.250). De kosten aan de zijde van [gedaagde sub 2] worden begroot op nihil.

5.De beslissing

Het gerecht:
Ten aanzien van [gedaagde sub 1]
5.1.
verklaart voor recht dat [eiseres] het eigendomsrecht heeft ten aanzien van de rode jetski met registratienummer NC [nummer A] alsook ten aanzien van de gele jetski met registratienummer NC [nummer B];
5.2.
verklaart voor recht dat sprake is van een onrechtmatige daad van [gedaagde sub 1] jegens [eiseres];
5.3.
verklaart voor recht dat [gedaagde sub 1] aansprakelijk is voor de schade die [eiseres] lijdt, heeft geleden, of nog zal lijden door de onrechtmatige verkoop van de jetski’s;
5.3.
veroordeelt [gedaagde sub 1] tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van NAf 20.000, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 april 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
5.4.
veroordeelt [gedaagde sub 1] in de proceskosten (inclusief beslagkosten), aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op NAf 4.781.50;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Ten aanzien van [gedaagde sub 2]
5.7.
wijst de vorderingen jegens [gedaagde sub 2] af;
5.8.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde sub 2] tot op heden begroot op nihil;
5.9.
verklaart de proceskostenveroordeling vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Ten aanzien van [gedaagde sub 3]
5.10.
wijst de vorderingen jegens [gedaagde sub 3] af;
5.11.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde sub 3] tot op heden begroot op NAf 2.500;
5.12.
verklaart de proceskostenveroordeling vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2023.