Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
28 augustus 2023voor akte uitlating door beide partijen, en wel
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die voorligt bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, betreft het een verdelingszaak tussen twee echtgenoten, de man en de vrouw, die in algehele gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd zijn geweest. De echtscheiding is uitgesproken op 22 september 2020 en is op 10 juni 2021 ingeschreven. De man heeft verzocht om toestemming om kosteloos te mogen procederen en om de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap vast te stellen. De vrouw heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vorderingen van de man.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de man bewijs van onvermogen heeft geleverd, waardoor hem toestemming wordt verleend om kosteloos te procederen. De verdeling van de gemeenschap moet plaatsvinden op billijke wijze, waarbij de gemeenschap in beginsel bij helfte wordt verdeeld. De man heeft als peildatum 10 juni 2021 voorgesteld, maar na overleg met partijen is besloten om 1 juni 2020 als peildatum aan te houden, omdat dit de datum is van indiening van het verzoek tot echtscheiding.
Er is onduidelijkheid over de activa en passiva die tot de gemeenschap behoren, waaronder de echtelijke woning en de voertuigen. De vrouw heeft betwist dat de echtelijke woning tot de gemeenschap behoort, terwijl de man stelt dat dit wel het geval is. De verdeling van de pensioenrechten en de schulden aan verschillende banken zijn ook aan de orde gekomen. Het gerecht heeft partijen in de gelegenheid gesteld om nadere informatie en bewijsstukken te overleggen. Een nieuwe comparitie van partijen is gelast om verdere inlichtingen te geven en een schikking te beproeven. De beslissing is aangehouden tot de volgende zitting.