Uitspraak
1.[Eiser sub 1],
Eiseres sub 2] L,
Eiser sub 3],
Eiseres sub 4],
. [Eiser sub 5],
Eiser sub 6],
1.[Gedaagdesub1],
[Gedaagde sub 2],
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, hebben de eisers, de kinderen en erfgenamen van de overleden erflater, een vordering tot ontruiming ingesteld tegen de gedaagden, die de woningen van de erflater bewoonden. De eisers stelden dat erflater een mondelinge huurovereenkomst had gesloten met de gedaagden, waarbij een maandelijkse huurprijs van NAf 600,- per woning was overeengekomen. Na het overlijden van de erflater hebben de gedaagden echter geen huur meer betaald, wat heeft geleid tot een aanzienlijke huurachterstand van NAf 50.400,-. De eisers vorderden ontruiming van de woningen, zodat zij weer over hun eigendommen konden beschikken.
De gedaagden voerden verweer en stelden dat er geen sprake was van een huurovereenkomst, maar van huurkoop. Zij beweerden de woningen te hebben gekocht voor een totaalbedrag van NAf 80.000,-, waarvan zij een deel al hadden betaald. Tijdens de comparitie bleek dat de eisers geen hard bewijs konden overleggen voor het bestaan van de mondelinge huurovereenkomst. Het gerecht oordeelde dat de eisers niet in hun stelplicht waren geslaagd en dat het bestaan van de huurovereenkomst niet kon worden vastgesteld. Hierdoor werd de vordering tot ontruiming afgewezen.
Het gerecht heeft de eisers bovendien veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagden zijn begroot op NAf 2.500,-. Dit vonnis is uitgesproken op 5 juni 2023 door mr. O. Nijhuis, rechter, en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.