Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Het procesverloop
CUR201501017blijkt uit:
- het vonnis van 30 november 2020;
- de akte houdende overlegging betalingsbewijs voorschot deskundige van 14 december 2020;
- het deskundigenbericht van prof. dr. A.J.F. Hosman d.d. 12 juni 2021;
- de nadere vraag van [eiser] aan de deskundige van 22 november 2021;
- antwoordakte houdende rolstatus in verband met extra vraag [eiser] aan de deskundige van 7 februari 2022;
- de brief van de deskundige van 12 februari 2022;
- de conclusies na deskundigenbericht van 20 juni 2022;
- de antwoord-conclusies na deskundigenbericht van 14 november 2022;
- de e-mail van mr. Aanstoot van 6 januari 2023.
CUR201800409blijkt uit:
- het vonnis van 11 januari 2021;
- de akte voortprocederen (na deskundigenbericht in de gelieerde zaak CUR20151017) d.d. 22 oktober 2022 (toev. gerecht:
- de akte uitlating na tussenvonnis van 24 oktober 2022;
- het verzoek tot rolvoeging ex art 127 Rv van 24 oktober 2022;
- de e-mails van mr. Princée en van mr. Pols van 6 januari 2023.
2.De verdere beoordeling
CUR201800409)wegens verknochtheid te voegen (artikel 127 Rv) met de reeds aanhangige zaak tussen [eiser] en [gedaagde] (zaaknummer
CUR201501017).Bij e-mail van 28 oktober 2022 heeft de rolrechter reeds het verzoek tot rolvoeging toegestaan. [gedaagde] heeft vervolgens bezwaar gemaakt tegen voeging in verband met de vertraging die daardoor kan ontstaan in de zaak [eiser] en [gedaagde] (zaaknummer
CUR201501017).
CUR201501017) en/of Sehos (inzake
CUR201800409) daarvan een verwijt kunnen worden gemaakt. In de zaak tussen [eiser] en [gedaagde] (
CUR201501017) is een deskundigenbericht gelast om, gelet op de complexiteit van de medische behandeling, duidelijkheid te krijgen over de vraag of er sprake is informed consent en/of van toerekenbare tekortkomingen zijdens [gedaagde]. De deskundige, prof. dr. Hosman, heeft in juni 2021 zijn bevindingen gerapporteerd. In zijn rapport gaat hij in op het gehele medische traject, te weten de preoperatieve fase en het informed consent en de behandeling en de postoperatieve fase. Daarbij is zowel de rol van [gedaagde] als die van het zorgpersoneel van Sehos aan de orde gekomen. Het deskundigenrapport van Hosman is door [eiser] ook overgelegd in de zaak tussen [eiser] en Sehos (
CUR201800409).
preambule, overwegingen en achtergrondenvolgt, kort samengevat, het volgende:
A. operatieve fase en informed consent, beantwoordt de deskundige vragen over onder meer de indicatie, de informatieplicht van de arts, de vastlegging daarvan en de kans dat een complicatie als de onderhavige zich voordoet.
B. De behandeling en de postoperatieve fase, gaat de deskundige nader in op de behandeling die [eiser] in 2000 heeft ondergaan en beantwoordt hij specifiek vragen over de rol van het verplegend personeel in de preoperatieve fase en het toedienen van medicatie, de ingreep door [gedaagde], de hersteloperatie en de nabehandeling door [gedaagde] en de postoperatieve behandeling door het verplegend personeel.
P de Winden niet
P [gedaagde]en dus “fout” gespeld en bovendien in een ander handschrift. Wie de start order heeft geschreven kan ik niet ontcijferen, maar zowel de start als stop order zijn naar alle waarschijnlijkheid niet door collega [gedaagde] zelf geschreven en dit zou ook in contradictie zijn met zijn handelen na de operatie. Immers na de operatie is de antistolling medicatie juist gestopt door collega [gedaagde] om een verhoogde bloedingsneiging te voorkomen en hij beriep zich daarbij op een internprotocol.
C. de gevolgen, antwoordt de deskundige:
CUR201800409. Nog los van de vraag of er feitelijk sprake is van een fout van het zorgpersoneel van Sehos, speelt hier ook de vraag naar de juridische toerekening en de verdeling van verantwoordelijkheden tussen Sehos en [gedaagde]. Het gerecht kan geen oordeel geven over de eventuele aansprakelijkheid van [gedaagde] zonder ook in te gaan op de rol van Sehos. Alvorens nader in te gaan op de aansprakelijkheidsvraag, is duidelijkheid over het standpunt van Sehos vereist.
CUR201800409zal daarom worden verwezen naar de rol van 5 juni 2023 voor akte uitlaten zijdens partijen.
CUR201501017zal worden aangehouden.
3.De beslissing
CUR201501017met de zaak met zaaknummer
CUR201800409;
CUR201800409naar de rol van
5 juni 2023voor akte uitlaten zijdens alle partijen bij de gevoegde zaak zoals overwogen in r.o. 2.35.;