In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, betreft het een huurovereenkomst tussen de besloten vennootschap CRISTIQ B.V. (hierna: huurder) en CONCILIUM INTERNATIONAL B.V. (hierna: verhuurder). De huurovereenkomst werd op 18 oktober 2021 gesloten voor een kantoorunit in Curaçao, met een looptijd van 1 januari 2022 tot 31 december 2023. Huurder heeft in maart 2022 verzocht om voortijdige beëindiging van de huurovereenkomst, wat door verhuurder werd afgewezen. Huurder heeft verhuurder herhaaldelijk verzocht om niet zonder toestemming het kantoor te betreden, vooral vanwege privacygevoelige informatie. Desondanks heeft verhuurder op meerdere momenten, waaronder op 12, 25 en 28 juni 2022, zonder toestemming het kantoor betreden.
Huurder heeft op 30 juni 2022 de huurovereenkomst ontbonden, stellende dat verhuurder haar verplichtingen niet is nagekomen door ongeoorloofd het kantoor te betreden. Verhuurder heeft de ontbinding betwist en vorderde schadevergoeding voor gederfde huurinkomsten en andere kosten. Het gerecht heeft geoordeeld dat verhuurder tekortgeschoten is in haar verplichtingen, waardoor de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. Het gerecht heeft de vorderingen van verhuurder afgewezen en de vordering van huurder om de borgsom terug te betalen toegewezen, evenals de vordering voor openstaande facturen voor gebruikskosten telefonie, die verrekend zal worden met de borgsom.
De uitspraak bevestigt dat de huurovereenkomst per 1 juli 2022 is ontbonden en dat verhuurder in de proceskosten wordt veroordeeld. Het vonnis is uitgesproken door mr. S.M. Christiaan, rechter, en mr. H. Akbuz, griffier.