Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Het procesverloop
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 28 oktober 2020 ter griffie ingediend;
- de conclusie van antwoord;
- eisers akte overlegging producties en wijziging van eis.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft eiser, een ex-werknemer van de stichting Feffik, een vordering ingesteld wegens vermeende wanprestatie door de stichting met betrekking tot de betaling van pensioenpremies. Eiser was van 15 oktober 1998 tot eind juli 2019 in dienst bij Feffik en stelt dat de stichting haar contractuele verplichtingen niet is nagekomen door niet volledig de pensioenpremies af te dragen. De zaak is behandeld op 7 februari 2022, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. S.P. Osepa, en Feffik door mr. E.A. Knoppel.
Tijdens de zitting is naar voren gekomen dat eiser zich baseert op een rapport van de vakbond en een eerdere uitspraak van het gerecht, maar het gerecht heeft geoordeeld dat de berekeningen van de vakbond onjuist zijn. De aanstellingsbrief en de polis geven aan dat er een vaste premie is afgesproken, en niet een berekening op basis van eindloon. Bovendien zijn er bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat Feffik wel degelijk aan haar verplichtingen heeft voldaan.
Het gerecht heeft geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat Feffik niet aan haar contractuele verplichtingen heeft voldaan. De vordering van eiser is afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten van Feffik, die zijn begroot op NAf 2.500 voor het salaris van de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken door mr. P.E. de Kort in aanwezigheid van de griffier.