In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 14 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Longport Curaçao B.V. en een werknemer, verweerster, die sinds 14 februari 2019 in dienst was als security agent. De verzoekster heeft de arbeidsovereenkomst willen ontbinden op basis van gewichtige redenen, omdat verweerster betrokken zou zijn geweest bij een incident waarbij 8 kilo cocaïne in een vliegtuig is aangetroffen. Verzoekster heeft gesteld dat verweerster een ernstige fout heeft begaan in de uitvoering van haar werkzaamheden, wat heeft geleid tot een gebrek aan vertrouwen. Verweerster heeft het ontslag betwist en verzocht om wedertewerkstelling.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de door verzoekster aangevoerde dringende reden niet voldoende is onderbouwd, aangezien de bewijsvoering ontbreekt. Desondanks heeft het Gerecht geoordeeld dat er sprake is van veranderingen in de omstandigheden, waardoor voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer mogelijk is. De arbeidsovereenkomst is ontbonden met ingang van 1 mei 2022. Het Gerecht heeft ook geoordeeld dat er geen recht op een vergoeding bestaat, gezien het feit dat het loon gedurende de periode van non-activiteit is doorbetaald. Het verzoek van verweerster tot wedertewerkstelling is afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.