Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.[gedaagde sub 1 in conventie],
[gedaagde sub 2 in conventie],
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, betreft het een geschil tussen eiseres en gedaagden over huurachterstand en de ontruiming van een woning. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. C.S.F. Marshall, heeft gedaagden, die zijn vertegenwoordigd door mr. M.O. Gomez, aangeklaagd wegens een huurachterstand van NAf 48.600,= en andere kosten. De huurovereenkomst was aangegaan voor de periode van 1 januari 2017 tot 31 december 2017, met een maandelijkse huurprijs van NAf 1.800,=. Eiseres heeft gedaagden gesommeerd om de huurachterstand te voldoen en de woning te ontruimen, maar gedaagden hebben de sleutels niet ingeleverd en de huurachterstand niet voldaan.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst niet automatisch is beëindigd door het verlaten van de woning door gedaagden. De rechter heeft geoordeeld dat gedaagden de huurpenningen over de maanden april en mei 2019 verschuldigd zijn en dat de huurbetalingsverplichting na januari 2020 voortduurt. De vordering van eiseres tot betaling van de huurachterstand is toegewezen, evenals de vordering tot betaling van kosten voor water en elektriciteit en afvalstoffenbelasting.
In reconventie hebben gedaagden een bedrag van NAf 20.000,= gevorderd voor verbouwingen en achtergelaten goederen, maar deze vordering is afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. Het Gerecht heeft gedaagden veroordeeld in de proceskosten en heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan op 7 februari 2022.