ECLI:NL:OGEAC:2022:82

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
19 april 2022
Zaaknummer
CUR202200527
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van een 25 jaar oud beslag op een perceel grond in Curaçao

In deze zaak hebben eisers, [eiser sub 1] en [eiseres sub 2], op 9 februari 2022 een verzoekschrift ingediend tot opheffing van een conservatoir beslag dat door gedaagde op hun perceel grond is gelegd. De mondelinge behandeling vond plaats op 23 februari 2022, waarbij alleen de eisers en hun gemachtigde, mr. J.E. Lovert, aanwezig waren. Gedaagde is niet verschenen, ondanks dat hij op de juiste wijze was opgeroepen, en er is verstek verleend.

Het conservatoire beslag was gelegd op 4 november 1996, en op 17 februari 1997 is [eiser sub 1] bij verstek veroordeeld tot betaling aan gedaagde van NAf 15.500. Dit vonnis is echter nooit aan [eiser sub 1] betekend, en hij is sindsdien niet aangesproken tot betaling. In juni 2021 ontdekten de eisers dat er beslag rustte op hun woning, wat hen belemmerde in hun koopovereenkomst.

Eisers vorderden dat gedaagde het beslag zou opheffen en de registratie daarvan zou doorhalen, met een boete van NAf 1.000 per dag bij niet-naleving. Gedaagde heeft geen verweer gevoerd. De rechter oordeelde dat de vordering van gedaagde was verjaard, aangezien het vonnis van 1997 bijna 25 jaar oud was en er geen actie was ondernomen om de verjaring te stuiten. De rechter heeft de vordering van eisers toegewezen en gedaagde veroordeeld in de kosten van de procedure en de opheffing van het beslag.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202200527
Vonnis in kort geding d.d. 23 februari 2022
inzake

1.[EISER SUB 1],

2. [EISERES SUB 2],
beiden wonende in Curaçao,
eisers,
gemachtigde: mr. J.E. Lovert,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende in Curaçao,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiser sub 1], [eisers] en [gedaagde] worden genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1. [
Eisers] hebben op 9 februari 2022 een verzoekschrift ingediend. Vervolgens heeft op 23 februari 2022 de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij [eiser sub 1] en de gemachtigde zijn verschenen en het woord hebben gevoerd. [Gedaagde] is, hoewel hij op de juiste wijze is opgeroepen, niet verschenen. Tegen hem is verstek verleend.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Op 4 november 1996 heeft [gedaagde] conservatoir beslag laten leggen op een perceel grond van [eiser sub 1], gelegen in het 2e district van Curaçao, op “Zeelandia”, groot 1.120m2, kadastraal bekend als Afdeling 5, sectie 1 S no. 35, plaatselijk bekend als […].
2.2.
Op 17 februari 1997 is [eiser sub 1] bij verstek veroordeeld tot betaling aan [gedaagde] van een bedrag van NAf 15.500, te vermeerderen met wettelijke rente. Dit vonnis is niet aan [eiser sub 1] betekend. [Eiser sub 1] is na het vonnis evenmin aangesproken tot betaling.
2.3. [
Eisers] hebben op 29 juni 2021 een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot hun woning aan de […]. Toen is hen gebleken dat er conservatoir beslag op rust.
2.4.
Er is tussen (gemachtigden van) [eisers] en [gedaagde] contact geweest over het opheffen van het beslag. Dit heeft niet tot resultaat geleid.

3.Het geschil

3.1. [
Eisers] vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
  • [gedaagde] te veroordelen om op eigen kosten en binnen vierentwintig uren na het te wijzen vonnis, dan wel binnen vierentwintig uren na betekening van het vonnis, het door [gedaagde] op het onroerend goed, plaatselijk bekend als […], op te heffen en de registratie van het beslag in de openbare registers te doen doorhalen, zulks op straffe van een onmiddellijk opeisbare en te verbeuren boete van NAf 1.000 per dag of dagdeel dat [gedaagde] aan de door het gerecht te formuleren veroordeling geen gevolg geeft;
  • [eisers] zowel gezamenlijk als afzonderlijk te machtigen om het bewuste beslag op te heffen en de inschrijving daarvan door te halen, indien [gedaagde] daartoe niet binnen drie dagen na betekening van dit vonnis is overgegaan;
  • te bepalen dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van [gedaagde] die tot opheffing van het beslag en de doorhaling van de inschrijving daarvan gehouden is, onder veroordeling van [gedaagde] tot onmiddellijke vergoeding aan [eisers] van de kosten van opheffing en doorhaling van het beslag van NAf 675 en
  • met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van dit geding.
3.2. [
Gedaagde] heeft geen verweer gevoerd.

4.De beoordeling

4.1. [
Eisers] leggen aan hun vordering tot opheffing van het beslag ten grondslag dat de vordering van [gedaagde] is verjaard. Het vonnis waarin [eiser sub 1] is veroordeeld tot betaling is bijna 25 jaar geleden uitgesproken en [eiser sub 1] is nooit aangesproken op betaling, waardoor de verjaring niet is gestuit. [gedaagde] weigert desondanks ten onrechte zijn medewerking te verlenen aan opheffing van het beslag. [eiser sub 1] hebben een spoedeisend belang bij hun vordering, omdat zij de tussen hen en een derde gesloten koopovereenkomst nu niet kunnen nakomen.
4.2. [
Gedaagde] heeft de vordering van [eiser sub 1] niet weersproken. De vordering zal worden toegewezen, nu deze het gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Ter zitting is besproken dat het het meest praktisch is als het gerecht het beslag opheft, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten die de doorhaling van de inschrijving van het beslag met zich brengt. Het toegewezene ligt besloten in de wijze waarop [eisers] hun vordering hebben geformuleerd.
4.3. [
Gedaagde] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van [eisers] tot op heden begroot op NAf 433,14 aan explootkosten, NAf 450 aan griffierecht en NAf 1.000 aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

Het Gerecht:
rechtdoende in kort geding:
5.1.
heft op het door [gedaagde] gelegde conservatoire beslag op het perceel grond gelegen in het 2e district van Curaçao, op “Zeelandia”, groot 1.120m2, kadastraal bekend als Afdeling 5, sectie 1 S no. 35, plaatselijk bekend als […];
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van opheffing en doorhaling van het beslag van NAf 675;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eisers] tot op heden begroot op NAf 1.883,14;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, rechter, en op 23 februari 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.