ECLI:NL:OGEAC:2022:75

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
25 maart 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
CUR202201099
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaccinatieplicht voor deelname aan educatieve studiereis naar Nederland

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, hebben de ouders van een minderjarige leerling een kort geding aangespannen tegen de Stichting R.K. Centraal Schoolbestuur (RKCS). De ouders vorderden dat hun zoon, die in HAVO 4 zit, kon deelnemen aan de HBO-tour van het Radulphus College zonder dat hij een bewijs van vaccinatie tegen het coronavirus hoefde te tonen. De school had eerder een vaccinatieplicht ingesteld voor deelname aan deze studiereis, die gepland stond van 4 tot en met 13 april 2022. De ouders stelden dat deze voorwaarde een inbreuk op de grondrechten van hun zoon vormde, zoals het recht op zelfbeschikking en lichamelijke integriteit.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat de ouders voldoende spoedeisend belang hadden bij hun vordering, aangezien de voorbereidingen voor de reis al in gang waren gezet. Het gerecht oordeelde dat de vaccinatieplicht niet langer gerechtvaardigd was, gezien de versoepelingen van coronamaatregelen in zowel Nederland als Curaçao. De school had niet aangetoond dat de risico's van deelname door een ongevaccineerde leerling significant anders waren dan die van een gevaccineerde leerling. Bovendien boden de ouders aan om eventuele extra risico's te dekken, wat de noodzaak van de vaccinatieplicht verder ondermijnde.

Het gerecht besloot uiteindelijk dat RKCS moest meewerken aan de deelname van de leerling aan de HBO-tour zonder vaccinatiebewijs. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van belangen bij het stellen van voorwaarden die grondrechten kunnen schenden.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202201099
Vonnis in kort geding d.d. 25 maart 2022
inzake

1.[EISER SUB 1],

2. [EISERES SUB 2],
beiden wonend in Curaçao,
eisers,
gemachtigden: mr. T.E. Matroos en mr. L.F.F.M. Drissen,
tegen
STICHTING R.K. CENTRAAL SCHOOLBESTUUR,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. S.M. Saleh.
Partijen zullen hierna de ouders en RKCS worden genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
-
het verzoekschrift met producties, op 15 maart 2022 ter griffie ingediend;
  • de nadere producties van de ouders;
  • de mondelinge behandeling op 22 maart 2022;
  • de pleitnota’s van de ouders en RKCS.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
RKCS voert het centraal schoolbestuur over het Radulphus College (hierna: het Radulphus).
2.2.
De ouders hebben het ouderlijk gezag over hun minderjarige kind […]
.[De zoon] zit in HAVO 4 van het Radulphus.
2.3.
Sinds 2011 organiseert het Radulphus voor leerlingen van HAVO 4 en VWO 5 studiereizen naar Nederland ter oriëntatie op een vervolgstudie. Via deze studiereizen maken de leerlingen van het Radulphus op een intensieve wijze op speciaal voor hen georganiseerde bezoekdagen kennis met Nederlandse hogescholen of universiteiten. In 2020 en 2021 hebben de studiereizen geen doorgang kunnen vinden door de coronapandemie.
2.4.
Op 13 oktober 2021 vond een eerste informatieavond plaats over de studiereis in april 2022, de zogenaamde HBO-tour Radulphus College 2022 (hierna: de HBO-tour). Tijdens deze informatieavond heeft het Radulphus aangekondigd dat voor deelname aan de HBO-tour een dubbele vaccinatie tegen het SARS-CoV-2 virus (hierna: coronavirus) verplicht is.
2.5.
Bij brief van 14 februari 2022 hebben de ouders bezwaar gemaakt tegen de voorwaarde dat voor deelname een vaccinatieplicht geldt, waarbij door hen is aangeboden de school te vrijwaren van alle verantwoordelijkheid ingeval [de zoon] besmet mocht raken met het virus.
2.6.
Radulphus heeft daarop bij e-mail van 16 februari 2022 gereageerd. Daarbij heeft zij onder een toelichting daarvan vastgehouden aan de gestelde voorwaarde.
2.7.
Bij brief van 25 februari 2022 is RKCS door de ouders gesommeerd om [de zoon] alsnog toe te staan deel te nemen aan de HBO-Tour van begin april dit jaar zonder daaraan een vaccinatieplicht te verbinden, dan wel alsnog een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor het stellen van het vaccinatiebewijs te geven.
2.8.
RKCS heeft vervolgens volhard in de eerdere zienswijze.

3.Het geschil

3.1.
De ouders vorderen – samengevat - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad RKCS te veroordelen:
te gehengen en gedogen, althans te bewerkstellingen, althans alle benodigde medewerking te verlenen, zodanig dat [de zoon] deel kan nemen aan de HBO-Tour van het Radulphus voor april 2022 zonder dat daartoe de voorwaarde wordt gesteld dat [de zoon] een bewijs van vaccinatie moet tonen c.q. op andere wijze vaccinatie tegen het coronavirus een voorwaarde van deelname van de HBO-Tour mag zijn, althans zich te conformeren aan een door het gerecht in goede justitie te wijzen voorlopige voorziening, al dan niet op straffe van een dwangsom;
in de proceskosten.
3.2.
RKCS voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De ouders hebben aangevoerd dat de HBO-Tour plaatsvindt van 4 april tot en met 13 april 2022 en dat de reis nog de nodige voorbereidingen vergt. Zij hebben hiermee voldoende spoedeisend belang gesteld, welk belang overigens door RKCS ook niet wordt betwist. In zoverre kunnen zij dan ook in hun vordering worden ontvangen.
4.2.
Verder is ter zitting gebleken dat de docenten die de HBO-Tour organiseren dat doen namens het Radulphus. Ook uit de formulieren die door RKCS ter zitting zijn overgelegd en het feit dat de kosten van de tour aan het Radulphus verschuldigd zijn kan worden opgemaakt dat Radulphus de organisator is van de HBO-Tour. Dat het initiatief voor de tour uitgaat van docenten en dat de praktische uitvoering is neergelegd bij docenten betekent niet dat zij in het kader van de tour op persoonlijke titel de verantwoordelijke partij zijn jegens de ouders. Dat is het Radulphus, dat onder het centraal schoolbestuur van de rechtspersoon RKCS valt. De ouders zijn dan ook ontvankelijk in hun vordering jegens RKCS en het door RKCS op dit punt gevoerde ontvankelijkheidsverweer zal worden verworpen.
4.3.
In deze zaak gaat het om de vraag of RKCS eraan moet meewerken dat de 15-jarige [de zoon] kan deelnemen aan de HBO-Tour zonder dat hij is gevaccineerd. Radulphus heeft voor de deelname aan de HBO-Tour een dubbele vaccinatie tegen het coronavirus als voorwaarde gesteld. Deze voorwaarde is niet schriftelijk vastgelegd, maar is meegedeeld tijdens de informatieavond in oktober 2021. De ouders hebben overigens niet (uitdrukkelijk) met deze voorwaarde ingestemd.
4.4.
Partijen zijn het erover eens dat de HBO-Tour een educatief karakter heeft en dat deze van essentiële waarde is voor leerlingen die een keuze moeten maken die bepalend is voor hun toekomst. De HBO-Tour onderscheidt zich van een eigen rondgang langs hogescholen doordat de hogescholen gedurende de HBO-Tour grotendeels buiten de reguliere open dagen om (dus speciaal voor de Radulphus leerlingen) een programma bieden, waarbij de leerlingen ook kennis kunnen maken en ervaringen kunnen uitwisselen met oud-Radulphusleerlingen. Hoewel deelname aan de HBO-Tour niet verplicht is, is voldoende aannemelijk geworden dat de tour inmiddels op het Radulphus onderdeel is geworden van het reguliere onderwijsprogramma en voor veel deelnemers van grote toegevoegde waarde is.
4.5.
De HBO-Tour heeft in 2020 en 2021 als gevolg van de coronapandemie geen doorgang kunnen vinden. Radulphus heeft de voorwaarde van vaccinatie voor deelname aan de HBO-Tour 2022 na overleg met deskundigen gesteld vanwege de veiligheid, wat betreft verantwoordelijkheden en organisatorische aspecten. Dit is door RKCS in oktober 2021 besloten en nadien heeft RKCS geen aanleiding gezien de voorwaarde te herzien. Voorafgaand aan de procedure hebben de ouders RKCS verzocht om, gelet op de huidige omstandigheden, een nadere rechtvaardiging voor het stellen van het vaccinatiebewijs te geven. Daarop is RKCS niet (inhoudelijk) ingegaan.
4.6.
Het verplicht stellen van een vaccinatie levert per definitie een inbreuk op van grondrechten als het zelfbeschikkingsrecht, het recht op bescherming van de lichamelijke integriteit en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Het gaat dus niet zomaar om een voorwaarde, maar om een voorwaarde waarbij grondrechten in het geding zijn en die als een beperking van die grondrechten moet worden gezien. Een dergelijke – indirecte - inbreuk is slechts gerechtvaardigd als wordt voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Dat betekent in dit geval dat de inbreuk in verhouding moet staan tot het doel dat RKCS wil bereiken met de beperking van het recht en dat het minst ingrijpende middel moet zijn ingezet voor het bereiken van het beoogde doel. Daarbij geldt dat hoe ingrijpender de inmenging, hoe groter het belang moet zijn dat ter rechtvaardiging ervan wordt aangevoerd.
4.7.
Vanwege de aard van de verplichting -de voorwaarde van dubbele vaccinatie- vergt dit dus een voortdurend te maken afweging van belangen. Dat RKCS deze afweging, na het besluit in oktober 2021, steeds is blijven maken, is gesteld noch gebleken. RKCS heeft vastgehouden aan de door haar in het algemeen benoemde “veiligheid, wat betreft verantwoordelijkheden en organisatorische aspecten”, zonder concreet te maken hoe dat in de huidige situatie moet worden bezien.
4.8.
Partijen zijn het erover eens dat er in oktober 2021 in Nederland en in Curaçao een hoge besmettingsgraad was en dat een vaccinatiebewijs voor de toegang tot veel instellingen noodzakelijk was. Overigens heeft het ministerie van Onderwijs in Nederland juist in die periode (september 2021) een document opgesteld met antwoorden op vragen rondom buitenlandse schoolreizen en excursies vanwege geldende coronaregels zoals het tonen van een negatief testresultaat of bewijs van volledige vaccinatie. Daarin is uitdrukkelijk vermeld dat scholen bepaalde groepen (zoals niet gevaccineerde leerlingen) niet mogen uitsluiten van een buitenlandse reis die wordt gemaakt als invulling van de onderwijstijd. De vraag is echter niet of de door RKCS gestelde voorwaarde van vaccinatie in oktober 2021 te rechtvaardigen was. Het gaat er in dit kort geding om of die voorwaarde in de huidige situatie (nog steeds) gerechtvaardigd is. De maatregelen zijn sinds oktober 2021 zowel in Nederland als in Curaçao verder versoepeld. In beide landen gelden nagenoeg geen maatregelen meer. Er zijn daardoor op dit moment geen belemmeringen voor ongevaccineerden bij een reis naar Nederland en evenmin bij de terugkomst naar Curaçao. Ook tijdens het verblijf in Nederland gelden geen (andere) maatregelen meer voor niet-gevaccineerden. Het voorgaande neemt uiteraard niet weg dat de school in redelijkheid tot uitgangspunt kan nemen dat vaccinatie (ook nu nog) bescherming biedt en de risico’s (ook voor anderen) beperkt. Dat RKCS op dit moment in organisatorisch opzicht een belang heeft bij het handhaven van de vaccinatieplicht is niet gebleken.
4.9.
De verantwoordelijkheid van RKCS tijdens de tour strekt verder dan die tijdens de onderwijsuren in de klas. Het is begrijpelijk dat RKCS in dat verband de risico’s op uitval door ziekte zoveel mogelijk wil beperken. RKCS heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat de verantwoordelijkheid voor een ongevaccineerde leerling die besmet raakt tijdens de reis anders is dan die voor een gevaccineerde leerling, terwijl niet in geschil is dat ook gevaccineerde leerlingen besmet kunnen raken en elkaar kunnen besmetten. In dit verband is ook nog van belang dat de ouders te kennen hebben gegeven RKCS ook voor dit zich eventueel te verwezenlijken risico te willen vrijwaren door [de zoon] in geval van besmetting onder te laten brengen bij een in Nederland woonachtig familielid.
4.10.
RKCS heeft voor het overige geen feiten of omstandigheden gesteld ter rechtvaardiging van het thans nog handhaven van de vaccinatievoorwaarde in de situatie van [de zoon]. Gesteld noch gebleken is bijvoorbeeld dat andere (ouders van) deelnemers aan de tour of begeleidende docenten te kennen hebben gegeven slechts met gevaccineerde leerlingen op reis te willen, laat staan dat daarvoor argumenten zijn aangevoerd die – onder de actuele omstandigheden en naar de huidige inzichten – zwaarwegend zijn. Verder is niet voldoende aannemelijk gemaakt dat een vaccinatiebewijs nodig is voor het aanvragen van een reisverzekering. Daarbij komt dat de ouders hebben aangeboden eventuele extra verzekeringskosten die Radulphus zal maken als gevolg van het niet-gevaccineerd zijn van [de zoon] voor hun rekening te nemen en dat zij zo nodig zelf te zorgen voor een extra verzekering voor [de zoon].
4.11.
Op grond van het voorgaande is de voorlopige conclusie dat de (extra) risico’s die RKCS wenst te vermijden door het stellen van de vaccinatieplicht in dit geval beperkt zijn. Bovendien heeft RKCS niet uitgelegd waarom het door de ouders aangeboden, minder ingrijpende alternatief – het laten testen van [de zoon] - niet voldoende zou zijn om het door RKCS beoogde doel – vermijden van risico’s - te bereiken. In het kader van dit kort geding kan – mede gelet op het belang van [de zoon] bij deelname aan het onderwijsprogramma - dan ook niet worden geoordeeld dat het verplicht stellen van vaccineren onder de huidige omstandigheden voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. De keuze van (eisers als ouders van) [de zoon] om niet te vaccineren kan onder de actuele omstandigheden [de zoon]’s uitsluiting van de HBO-tour niet (langer) rechtvaardigen.
4.12.
Voor toewijzing van de vordering is nog van belang of het nog mogelijk is om deelname aan de tour, waaronder het boeken van een vliegticket en een kamer voor [de zoon], te realiseren. Ter zitting is in dat verband door de conrector van het Radulphus bevestigd dat de gevorderde veroordeling bij toewijzing uitvoerbaar is.
4.13.
De vordering zal worden toegewezen als hierna omschreven. Gelet op de uitgesproken bereidheid van RKCS aan een eventueel veroordelend vonnis te voldoen, ziet het gerecht geen aanleiding om een dwangsom op te leggen.
4.14.
In de relatie van partijen en de aard en de uitkomst van deze zaak ziet het gerecht aanleiding de proceskosten te compenseren.

5.De beslissing

Het gerecht:
rechtdoende in kort geding:
5.1.
beveelt RKCS te bewerkstelligen dat [de zoon] kan deelnemen aan de HBO-Tour van het Radulphus in april 2022 zonder dat daartoe de voorwaarde wordt gesteld dat [de zoon] een bewijs van vaccinatie toont of op andere wijze vaccinatie tegen het coronavirus als voorwaarde wordt gesteld;
5.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
wijst het meer of anders gevorderde af;
5.4.
compenseert de proceskosten in die zin dat partijen de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, rechter, en op 25 maart 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
mb