ECLI:NL:OGEAC:2022:74
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- U.I.D. Luydens
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap na echtscheiding
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, is op 14 februari 2022 een vonnis uitgesproken in een geschil over de verdeling van een ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. Eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde mr. N.V.R. Doekhie, vorderde toestemming om kosteloos te procederen en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap vast te stellen. Gedaagde is niet in rechte verschenen en heeft geen verweer gevoerd tegen de vorderingen van eiseres.
De partijen waren op 15 april 1986 in algehele gemeenschap van goederen getrouwd, maar de echtscheiding werd uitgesproken op 21 januari 2020 en ingeschreven op 4 maart 2020. De ontbonden huwelijksgoederengemeenschap was nog niet verdeeld. Eiseres stelde dat zij de kosten van de procedure niet kon dragen, wat door het gerecht werd erkend, en zij kreeg verlof om kosteloos te procederen.
Het gerecht oordeelde dat, conform artikel 3:178 van het Burgerlijk Wetboek, ieder der deelgenoten te allen tijde verdeling van een gemeenschappelijk goed kan vorderen. Aangezien gedaagde geen verweer had gevoerd, werd de gevorderde verdeling vastgesteld. Het onroerend goed, gelegen op erfpachtsgrond, werd getaxeerd op NAf 113.000,=. Het gerecht bepaalde dat het onroerend goed verkocht moest worden en dat de netto verkoopopbrengst gelijkelijk verdeeld zou worden tussen partijen. Tevens werd een termijn van 12 maanden vastgesteld voor de verkoop onderhands, waarna het onroerend goed openbaar verkocht kon worden.
Het vonnis bevatte ook bepalingen over de benoeming van een notaris, mr. F.J. Cloose-Fung-A-Loi, die verantwoordelijk zou zijn voor de overdracht van het onroerend goed. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat ieder partij haar eigen kosten droeg. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.