Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.De procedure
2.De feiten
[kind].
3.De verzoeken
f350,- per maand zal bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige.
4.Beoordeling
f200,- aan kinderalimentatie betalen.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft de man, wonende in Curaçao, op 18 januari 2022 een verzoekschrift ingediend om kosteloos te mogen procederen en om de echtscheiding tussen hem en de vrouw, ook wonende in Curaçao, uit te spreken. De vrouw heeft op 17 februari 2022 een verweerschrift ingediend, waarin zij tevens zelfstandig verzoeken heeft gedaan. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 maart 2022 waren beide partijen aanwezig, bijgestaan door hun gemachtigde en een vertegenwoordiger van de Voogdijraad.
De partijen zijn op 20 december 2013 in Curaçao met elkaar gehuwd en hebben samen een minderjarige, geboren in 2016. De man verzocht om een zorg- en omgangsregeling, terwijl de vrouw verzocht om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij haar te bepalen en om alleen met het gezag over de minderjarige te worden belast. De man heeft aangegeven dat hij bereid is om kinderalimentatie te betalen, maar dat hij momenteel werkloos is en andere kinderen heeft.
Het gerecht heeft geoordeeld dat de man verlof wordt verleend om kosteloos te procederen. De verzoeken tot echtscheiding en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige zijn toegewezen, aangezien deze verzoeken niet zijn betwist en op de wet zijn gegrond. De zorg- en omgangsregeling is overeengekomen tussen de partijen. De man is verplicht om kinderalimentatie te betalen, waarbij het gerecht heeft overwogen dat hij zijn verdiencapaciteit beter moet benutten. De alimentatie is vastgesteld op NAf 200,- per maand tot en met december 2022 en op NAf 350,- per maand vanaf januari 2023. Het verzoek van de vrouw om alleen met het gezag belast te worden, is afgewezen, omdat dit niet voldoende gemotiveerd was.