Uitspraak
de Kamer’,
de Coöperatie’,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
5.Beslissing
uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft de Kamer van Koophandel en Nijverheid Curaçao een verzoek ingediend om te beslissen over de inschrijving van de coöperatie Impetus Primaris in het handelsregister. De Kamer had aanvankelijk de inschrijving aangehouden omdat er geen lokaal adres was opgegeven. De coöperatie, opgericht op 25 oktober 2021, heeft haar zetel in Curaçao en voert haar activiteiten feitelijk in het buitenland uit. De Kamer verzocht om een rechterlijk oordeel over de vraag of een lokaal adres vereist is voor inschrijving.
Tijdens de zitting op 23 februari 2022 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De coöperatie stelde dat er geen wettelijk beletsel is voor inschrijving zonder lokaal adres, terwijl de Kamer twijfels had over de rechtmatigheid van de inschrijving zonder een adres in Curaçao. De rechter heeft de relevante artikelen van de Handelsregisterverordening en het Handelsregisterbesluit besproken, waarin staat dat ondernemingen en rechtspersonen in het handelsregister moeten worden ingeschreven, maar geen expliciete eis voor een lokaal adres wordt gesteld.
De rechter concludeerde dat het ontbreken van een lokaal adres de opgave door de coöperatie niet onjuist of onvolledig maakt. De Kamer werd opgedragen de inschrijving in het handelsregister van de coöperatie te handhaven, en iedere partij werd veroordeeld in de eigen proceskosten. Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort en uitgesproken op 17 maart 2022.