Uitspraak
de moeder,
de tijdelijk voogd,
[de minderjarige],
1.Het procesverloop
- de tussenbeschikking van 8 juli 2021, hersteld bij beschikking van 21 juli 2021, (CUR202100994), waarin de Voogdijraad CN – locatie Bonaire, hierna:
- de beschikking van 12 oktober 2021 tot voeging van de zaak CUR202100994 met de zaken CUR202004770/4771/4774;
- het rapport van de Voogdijraad van 3 januari 2022;
- het verzoek van de Voogdijraad van 3 januari 2022 tot ondertoezichtstelling van [de minderjarige];
- het kindgesprek van 18 februari 2022, waarbij de rechter en de griffier [de minderjarige] buiten aanwezigheid van anderen hebben gesproken;
- de voortgezette mondelinge behandeling van 3 maart 2022, waarbij aanwezig waren de moeder (via video), bijgestaan door mr. Scheperboer-Parris, de tijdelijk voogd, bijgestaan door de gemachtigde voornoemd, en een vertegenwoordiger van de Voogdijraad (via video), en waarbij namens de moeder en de tijdelijk voogd pleitnotities zijn overgelegd, die van de moeder houdende een wijziging van het verzoek.
2.De feiten
Defensor de familia’ van de ‘
Instituto Colombiano de Bienestar Familiar’ (hierna: ICBF) bepaald dat, nadat de moeder niet is verschenen op de hoorzittingen, de vader wordt belast met de ‘custodia y cuidado personal’ van [de minderjarige].
3.De verzoeken
GVI Curaçao) als gezinsvoogd te benoemen.
4.De beoordeling
Código Civil(Colombiaans Burgerlijk Wetboek, hierna: CC) definieert het ouderlijk gezag (
patria potestad) als de verzameling rechten en bevoegdheden die de wet toekent aan de ouders jegens hun minderjarige kinderen, ten einde de plichten te waarborgen die de ouders hebben in hun hoedanigheid als zodanig. Het is aan de ouders gezamenlijk de taak om
patria potestaduit te oefenen over hun wettige kinderen. De
patria potestadkan op grond van artikel 310 CC worden beëindigd of opgeschort bij rechterlijke uitspraak. Nu van een dergelijke uitspraak niet is gebleken moet er van worden uitgegaan dat de moeder nog steeds het gezag over [de minderjarige] heeft. Het toewijzen van de ‘
custodia y cuidado personal’ aan de vader, zoals gedaan in de onder 2.2. vermelde beslissing van het ICBF, ziet veeleer op de zorg- en opvoedingsaspecten van de
patria potestad, vergelijkbaar met de geschillen waar op grond van artikel 1:253a van het BW door dit gerecht op beslist moet worden, maar kan niet gezien worden als een wijziging in het gezag.
5.De beslissing
uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.