[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [land],
thans gedetineerd.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
1 juni 2022.
Het Gerecht heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij in of omstreeks de periode van 7 november 2021 tot en met 9 november 2021 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander en/of anderen, althans alleen, opzettelijk een minderjarige, te weten [S.P.] (geboren op [geboortedatum]), met geweld en/of met een list en/of met bedreiging met geweld heeft onttrokken aan het wettig over die minderjarige gestelde gezag of aan het opzicht van degene die dit bevoegd gezag over haar uitoefent, te weten: de G.O.G., immers heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s) onder bedreiging van een vuurwapen, die [S.P.] met kracht weggetrokken vanuit een locatie, althans een gezelschap waarbij die [S.P.] zich bevond en/of meegenomen in een auto en/of vervoerd naar Casa Linda en/of naar verdachtes woning/verblijfplaats, en aldus die [S.P.] buiten het bereik en/of invloedsfeer van die G.O.G. gebracht en/of gehouden;
Feit 2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 31 oktober 2021 tot en met 9 november 2021 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer, althans 3, Vuurwapens, althans (een) soortgelijk(e) voor bedreiging en afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, en/of munitie, in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad;
Feit 3
hij op of omstreeks 7 november, althans in november 2021 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen [M.P.] en/of [A.R.] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met mishandeling met gebruikmaking van wapenen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening 1931 en/of met brandstichting, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) toen en aldaar opzettelijk dreigend gemaskerd en bewapend onverhoeds een woning/een erf te [adres #24] binnengedrongen en/of die [M.P.] en/of die [A.R.] en/of andere zich aldaar bevindende personen onder schot hield(en), en/of (daarbij) tegen genoemde [M.P.] en/of [A.R.] en/of andere zich aldaar bevindende personen dreigend geroepen dat iedereen stil moet blijven, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Feit 4
hij op of omstreeks 31 oktober, althans in oktober 2021 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
een grote hoeveelheid sieraden en/of meerdere geldbedragen en/of een aantal belangrijke documenten en/of een aantal bankkaarten, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [H.S.] en/of [A.S.] en/of [T.P.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [H.S.] en/of [A.S] en/of [T.P.], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit, het onverhoeds met overtal (6 man) het perceel te [adres #34] binnendringen en/of die [H.S.] en/of [A.S.] en/of [T.P.], aanmanen om stil te blijven en/of naar de badkamer te gaan en/of met kracht met een vuurwapen op hun hoofd slaan en/of met kracht sieraden van hun lichaam wegtrekken.
Feit 5
hij op of omstreeks 08 november, althans in november 2021 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
de dagopbrengst en/of een hoeveelheid alcoholische dranken en/of een hoeveelheid sigaretten, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [R.Y.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [R.Y.] en/of diens vader, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maker en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit, het met 3-man gemaskerd en gewapend met een lang vuurwapen, de mini-market aan de [adres #99] binnen komen lopen en/of die [R.Y.] en/of diens vader, aanmanen om stil te blijven en/of achter de toonbank gaan en/of de dagopbrengst wegnemen;
Feit 6
hij op of omstreeks 06 november, althans in november 2021 in Curaçao, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen het kasregister van [W-minimarket], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [F.L] en/of [Z.F.]
,in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [F.L.] en/of [Z.F.], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
heeft hij, verdachte met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen de minimarket gemaskerd en gewapend binnengedrongen en/of
- die [F.L.] van stevig achteren vastgepakt en/of
- die [F.L.] aangemaand naar voren te lopen en/of
- onverstaanbaar en/of agressief naar die [F.L.] geschreeuwd, althans
- het kasregister geprobeerd weg te nemen en/of
- die [F.L.] met een vuurwapenen op het hoofd geslagen en/of een schot laten afgaan in de directe nabijheid van die [F.L] en/of
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 7
hij op of omstreeks 08 november 2021, althans in of omstreeks november 2021 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
een bumper, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [I.P.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten door voornoemde bumper los te trekken/maken van de auto;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het Gerecht deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 is ten laste gelegd, met dien verstande dat:
Feit 1
hij op 7 november 2021 2021 te Curaçao, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een minderjarige, te weten [S.P.] geboren op [geboortedatum], heeft onttrokken aan het wettig over die minderjarige gestelde gezag of aan het opzicht van degene die dit bevoegd gezag over haar uitoefent, te weten: de G.O.G., immers heeft hij, verdachte en zijn mededaders onder bedreiging van een vuurwapen, die [S.P.] met kracht weggetrokken vanuit een locatie, en meegenomen in een auto en vervoerd naar Casa Linda en naar verdachtes woning/verblijfplaats, en aldus die [S.P.] buiten het bereik en/of invloedsfeer van die G.O.G. gebracht;
Feit 2
hij op tijdstippen in de periode 31 oktober 2021 tot en met 9 november 2021 te Curaçao, tezamen en in vereniging met anderen, soortgelijke voor bedreiging en afdreiging geschikte voorwerpen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad;
Feit 3
hij op 7 november 2021 te Curaçao, tezamen en in vereniging anderen,
[M.P.] en [A.R.] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers zijn verdachte, en zijn mededaders toen en aldaar opzettelijk dreigend gemaskerd en bewapend onverhoeds een erf te [adres #24] binnengedrongen en hebben die [M.P.] en andere zich aldaar bevindende personen onder schot gehouden, en tegen zich aldaar bevindende personen dreigend geroepen dat iedereen stil moet blijven;
Feit 4
hij op of omstreeks 31 oktober 2021 in Curaçao, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
- een grote hoeveelheid sieraden en
- geld en
- een aantal belangrijke documenten en
- een aantal bankkaarten,
toebehorende aan [H.S.] en/of [A.S.] en/of [T.P.], welke diefstal werd vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [H.S.] en [A.S.] en [T.P.], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestonden uit, het onverhoeds met overtal het perceel te [adres #34] binnendringen en
- die [H.S.] aanmanen om naar de badkamer te gaan en met kracht
met een vuurwapen op zijn hoofd te slaan en met kracht sieraden van zijn lichaam weg te trekken en
- [A.S.] met een vuurwapen te slaan en
- [T.P.] aan te manen om stil te blijven en om naar de badkamer te gaan.
Feit 5
hij op 8 november 2021 in Curaçao, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
- de dagopbrengst en
- een hoeveelheid alcoholische dranken en
- een hoeveelheid sigaretten,
toebehorende aan [R.Y.], welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen voornoemde [R.Y.] en diens vader, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maker, welke bedreiging met geweld bestond uit, het met 3-man gemaskerd en gewapend met een lang vuurwapen, de mini-market aan de [adres #99] binnen komen lopen en die [R.Y.] en diens vader aanmanen om stil te blijven;
Feit 6
hij op 6 november2021 in Curaçao, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen het kasregister van [W-minimarket], toebehorende aan [Z.F.]
,die voorgenomen diefstal te doen vergezellen van geweld en bedreiging met geweld tegen die [F.L.], te plegen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken
zijn verdachte met zijn mededaders, de minimarket gemaskerd en gewapend binnengedrongen en
- is [F.L.] van stevig achteren vastgepakt en
- is die [F.L.]aangemaand naar voren te lopen en
- is naar die [F.L.]geschreeuwd en
- het kasregister geprobeerd weg te nemen en
- is die [F.L.]met een vuurwapenen op het hoofd geslagen en is een schot afgaan in de directe nabijheid van die [F.L.],
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 7
hij op 8 november 2021, te Curaçao, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een bumper, toebehorende aan [I.P.], waarbij verdachte en zijn mededaders het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking, te weten door voornoemde bumper los te trekken/maken van de auto.
Hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3
1. Een proces-verbaal van aangifte van 11 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [1] (einddossier onderzoek Revuelta, pagina 46 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 11 november (het Gerecht begrijpt:) 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [A.R.]:
Op 7 november 2021 zijn we na de kerk naar mijn huis gegaan. [S.P.] en haar moeder [M.P.] waren er ook. [S.P.]is in de auto van haar moeder blijven zitten. Zij kwam af en toe binnen en ging dan weer naar buiten. De anderen zijn achter op het terras gaan zitten. Op een gegeven moment was ik in de keuken. Ik zag een man met bedekt gezicht op mijn erf rennen. Daarna zag ik dat een tweede man met een bedekt gezicht en een lang vuurwapen met versnelde pas naar binnen kwam. Hij riep luid: “Iedereen stil, iedereen stil”. Ik zag dat hij [S.P.] bij haar arm vastpakte en met haar naar buiten ging. Daarna ging de eerste man ook naar buiten. Ik rende naar buiten en zag een witte auto met hoge snelheid wegrijden. De moeder van [S.P.] stond ook buiten. Door de handelingen en uitlatingen van die mannen voelde ik me bedreigd in mijn leven en veiligheid. Hetzelfde geldt voor het leven en de veiligheid van mijn vrouw.
2. Een proces-verbaal van aangifte van 11 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [1] (einddossier onderzoek Revuelta, pagina 49 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 11 november (het Gerecht begrijpt:) 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[M.P.]:
Op 7 november 2021 zijn wij naar de woning van [A.R.] gegaan. Daar zijn we naar binnen gegaan om de lunch klaar te maken. [S.P.] is in de auto blijven zitten. Na de lunch ben ik naar de keuken gegaan. Op een gegeven moment zag ik dat de personen op het terras zaten naar binnen renden. Ze zeiden “nos atracaron nos atracaron (een roofoverval). Ik besloot toch naar buiten te gaan. Ik zag een man met bedekt hoofd en een lang vuurwapen in zijn hand. Hij stond naast [S.P.]. Ik riep haar. Toen richtte de man de loop van het vuurwapen op mij. De man pakte [S.P.] bij haar arm en rende met haar naar buiten. Op dat moment zag ik een tweede man met een bedekt hoofd en een vuurwapen in de hand. Deze man rende ook naar buiten. Ze zijn in een witte auto gestapt. Ze zijn alle drie achterin gaan zitten. Daarna reden ze in volle vaart weg. Door de handelingen van die mannen voelde ik me bedreigd in mijn leven en veiligheid.
3. Een proces-verbaal van huiszoeking van 10 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [2] (einddossier onderzoek Revuelta, pagina 101 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
De camerabeelden van de [adres #24] zijn veiliggesteld. Daarop is te zien dat op 7 november 2021 om 14:35 uur een witte auto langs de [adres #24] rijdt. Ongeveer 30 seconden later rijdt hetzelfde voertuig weer langs dat adres. Om 14:38 uur rijdt het voertuig weer langs. Om 14:41 uur stopt het voertuig bij de [adres #24]. Er stappen er twee personen uit via de achterdeuren. Ze lopen het perceel [adres #24] op.
NN1: slank postuur, gekleed in een lange blauwe broek, roodgekleurd t-shirt, blauwe gezichtsbedekking. In het bezit van een lang (vuur)wapen.
NN2: kleiner dan NN1, volledig in het zwart gekleed.
Nadat de mannen het perceel opgelopen zijn, loopt NN2 door. Hij loopt het beeld uit. NN1 richt het (vuur)wapen op een rode Kia Sportage, waarvan de deuren openstaan. NN1 loopt voorbij de auto in de richting van de woning. Op dat moment komt er een vrouw uit de auto. Zij loopt op NN1 af. NN1 richt het (vuur)wapen op de vrouw. NN2 grijpt de vrouw vast en neemt haar mee naar de witte auto. NN1 loopt achterwaarts naar de auto. Hij houdt het (vuur)wapen gericht op de drie omstanders die aan komen rennen. Vervolgens stappen NN1, NN2 en de vrouw via de achterdeur aan de bijrijderszijde de auto in. Om 14:42 rijdt de auto weg.
4. Een proces-verbaal van bevindingen van 10 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [3] (einddossier onderzoek Revuelta, pagina 52 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 8 november 2021 is gebleken dat [S.P.] in GOG (het Gerecht begrijpt: voorheen Justitieel Jeugdinrichting Curaçao) was opgenomen.
Uit informatie van de maatschappelijk werkster en de zaalchef bleek dat [S.P.] al jarenlang cliënt is van de GOG. Sinds juli 2021 mocht [S.P.] op zaterdag enkele uren naar huis, later is besloten dat zij zaterdag naar huis mag en zondagmiddag weer intern moet komen bij GOG.
5. Een proces-verbaal van getuigenverhoor van 9 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [3] (einddossier onderzoek Revuelta, pagina 79 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 9 november 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[S.P.]:
Ik ben al langer erg gefrustreerd. Ik ben meestal opgesloten in het GOG en zie mijn moeder amper. Ik mis mijn moeder en mis het om samen met haar te zijn. Ik ben het zat om intern te blijven bij de GOG. Afgelopen vrijdag kwam daarom weer de gedachte op om mijn ontvoering te plannen. Zaterdag heb ik via Messenger contact opgenomen met [Y.M.]. Ik heb mijn plan aan [Y.M.] voorgelegd. [Y.M.] zei dat ik rustig moest blijven, maar ik was van mening dat het plaats moest vinden. Ik vroeg [Y.M.] of hij een auto had. Hij bleek een auto van een vriend te hebben. Ik vertelde hem dat er twee personen moesten komen en dat een van hen een vuurwapen op mij moest richten en mij moest meenemen. Ik zei tegen hem dat het moest gebeuren.
Op zondag na de mis reden mijn moeder en ik naar de [adres #24]. Ik heb [Y.M.] daar laten weten dat ik bij de woning was aangekomen en stuurde hem mijn locatie. Hij zei dat hij zijn vrienden zou gaan halen. Ik merkte op een gegeven moment dat een witte auto langs bleef rijden. Ik wist toen dat het [Y.M.] was. Ik stapte uit de auto. Toen zag ik twee mannen staan. Een van de mannen had een lang vuurwapen in de hand. De andere man was helemaal in het zwart gekleed. De jongen met het lange wapen kwam op me af. De andere man pakte me vast en trok me naar de auto. We zaten met z’n drieën op de achterbank. [Y.M.] was de bestuurder. We reden naar Casa Linda. De jongen met het lange wapen is [C.L.]. Hij is samen met [Y.M.] aangehouden. Ik ben tot vanmorgen 05:00 uur met [Y.M.] bij Casa Linda gebleven. Daarna zijn we te voet naar de woning van [Y.M.] gegaan. Ik wilde niet meer in de GOG zijn. Dit is de tweede keer dat ik ben ontsnapt.
6. Een proces-verbaal van verhoor van 16 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [4] (einddossier onderzoek Revuelta, pagina 115 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 16 november 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[Y.M.]:
Ik heb op 6 november 2021 via Messenger contact gehad met [S.P.]. Ze vertelde me over haar problemen.
Opmerking verbalisant
De verdachte wordt geconfronteerd met de verklaring van [S.P.] van 9 november 2021, inhoudende (onder meer): “Ik was het zat om intern in de GOG te blijven. Afgelopen vrijdag kwam de gedachte weer op om mijn ontvoering te plannen. Zaterdag heb ik via Messenger contact opgenomen met [Y.M.]. Ik heb mijn plan aan [Y.M.] voorgelegd. [Y.M.] zei dat ik rustig moest blijven, maar ik was van mening dat het plaats moest vinden. Ik vroeg [Y.M.] of hij een auto had. Hij bleek een auto van een vriend te hebben. Ik vertelde hem dat er twee personen moesten komen en dat een van hen een vuurwapen op mij moest richten en mij moest meenemen.”
A: Het is waar wat zij heeft verklaard. Wat zij heeft verklaard klopt helemaal. Ik heb de ontvoering met vuurwapen met anderen gepleegd.
Opmerking verbalisant
De verdachte wordt geconfronteerd met de verklaring van [S.P.], inhoudende: “Daar aangekomen heb ik mijn locatie naar [Y.M.] gestuurd. Hij zei dat hij zijn vrienden zou gaan halen. Ik ben op een gegeven moment uit de auto gestapt. Op dat moment zag ik twee mannen staan. Een van de mannen had een lang vuurwapen in de hand. De andere man was helemaal in het zwart gekleed. De man met het lange wapen kwam op me af. De andere jongen pakte me vast en trok me naar de auto. We zaten met z’n drieën op de achterbank. [Y.M.] was de bestuurder. We reden naar Casa Linda.”
A: dat klopt. Ik was de bestuurder van de witte auto en na de ontvoering zijn we naar Casa Linda gereden. Het klopt ook dat we met z’n drieën waren.
Opmerking verbalisant
De verdachte wordt geconfronteerd met de verklaring van [S.P.], inhoudende: “We reden naar Casa Linda. De jongen met het lange wapen is [C.L.]. Hij is gelijk met [Y.M.] aangehouden. Vanmorgen zijn we naar de woning van [Y.M.] gelopen.
A: Het klopt wat [S.P.] heeft verklaard. Ik ben naar Casa Linda gereden omdat mijn vriendin ([R.F.]) thuis was op het [adres #307].
Opmerking verbalisant
Tijdens je aanhouding in de woning op [adres #307] is een vuurwapen aangetroffen. Je verklaarde dat dit een airsoft wapen is.
A: Dat klopt. Het wapen is op 7 november 2021 gebruikt om mensen mee af te schrikken.
V: Wie had de personen gezocht om de ontvoering met vuurwapen op 7 november 2021 op [adres #24] uit te voeren.
A: Ik heb deze personen gezocht en heb ze het een en ander uitgelegd om de ontvoering met het vuurwapen te gaan plegen.
V: Wat was de reden dat jij de ontvoering op 7 november 2021 samen met anderen hebt gepleegd?
A: De reden was dat [S.P.] mij steeds bleef vragen en ik haar wilde helpen gezien alle problemen die zij in de GOG had.
Ten aanzien van de feiten 2 en 4
1. Een proces-verbaal van aangifte van 31 oktober 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [5] (eindproces-verbaal onderzoek Long van 17 maart 2022, pagina 50 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 31 oktober 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[S.M.]:
Op 31 oktober 2021 omstreeks 01:00 uur zat ik met mijn schoonvader [H.S.] op de
porch. Wij hoorden een hond blaffen. Voordat wij konden reageren, zagen wij een man staan, wiens hoofd gedeeltelijk was afgedekt met een wit kledingstuk (NN1). De man was bewapend met een grijs vuistvuurwapen. Hierna kwamen er twee mannen bijstaan (NN2 en NN3). NN2 was helemaal in het zwart gekleed en had een lang geweer. Volgens mij was het een automatisch wapen. NN3 droeg een wit t-shirt zonder mouwen. Hij had een vuistvuurwapen. NN1 zei dat we de woning in moesten gaan. Terwijl we dat deden, sloeg NN3 mij zonder reden met het vuurwapen tegen mijn gezicht. Hierdoor had ik een wond aan mijn rechterslaap die begon te bloeden. Ik zag dat NN2 [H.S.] met kracht met het lange geweer op zijn hoofd sloeg. [H.S.] begon direct te bloeden. Hij is later voor een medische behandeling per ambulance naar de polikliniek van het CMC vervoerd. NN2 zei dat we onze handen achter ons hoofd moesten doen. Op dat moment zag ik mijn echtgenote [A.S.] met onze 3-jarige dochter uit onze slaapkamer komen. Achter haar liepen twee mannen NN4 en NN5.
[H.S.] en ik moesten van NN2 op de grond gaan liggen. Daarna moesten wij van NN1 naar de badkamer gaan. Daar vroeg NN2 om geld. Hij zei tegen [H.S.] dat hij [H.S.] zou vermoorden als hij niet zou zeggen waar het geld is. Hierna kwamen NN4 en NN5 met een oude kluis. Ze vroegen om
de code. [H.S.] zei dat de kluis defect was. We hoorden dat ze de woning doorzochten. Toen het stil was heb ik de politie gebeld.
2. Een proces-verbaal van aangifte van 1 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [6] (eindproces-verbaal onderzoek Long van 17 maart 2022, pagina 54 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 1 november 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [A.S.]:
Op 31 oktober 2021 omstreeks 00:45 uur was ik met onze 3-jarige dochter in mijn slaapkamer. Ik sliep bijna toen twee mij onbekende mannen mijn slaapkamer binnen kwamen. Ik kon de mannen niet goed zien omdat het licht uit was. Ik zag wel dat een van die mannen een lang vuurwapen in zijn handen had. Ik noem hem NN1. NN1 zei dat ik op moest staan. Ik stond op met mijn dochter op de arm. NN1 sloeg mij met het lange wapen op mijn rug. Ik liep naar de woonkamer en zag mijn man [S.M.] en mijn pleegvader [H.S.]. Ik zag dat mijn man bloedde uit een kapwond boven zijn rechteroog. [H.S.] had een kapwond op zijn achterhoofd. Hij bloedde hevig. De daders maanden mijn man en [H.S.] om op de grond te gaan liggen. Er lag veel bloed op de grond. Ik zag dat er nog vier mannen in huis waren. Een van die mannen zei tegen [H.S.] dat hij hem niet moest aankijken. De daders vroegen om geld. Ik zei dat wij geen geld in huis hadden. De daders begonnen het huis te doorzoeken. Een van de daders vroeg om de sleutel van de auto. Ik zei dat de sleutel in de slaapkamer was. Een van de daders liep achter mij aan naar de slaapkamer. Hij vroeg of ik sieraden had. Ik moest mijn portemonnee en doos met nepsieraden aan hem geven. Ook gaf ik de sleutel van de auto. Die gooide hij op de grond. Toen ze klaar waren, namen de daders de benen. De daders hebben geld van [H.S.] weggenomen, en enkele goederen van mij.
Weggenomen goederen: drie armbanden, een portemonnee met NAf 480,-. Een identiteitsbewijs, een rijbewijs, een SVB-kaart, mijn CMC ponskaart en die van mijn dochter, twee bankkaarten van de MCB, twee E-pass kaarten van de MCB en andere belangrijke documenten.
3. Een nader proces-verbaal van aangifte van 10 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [5] (eindproces-verbaal onderzoek Long van 17 maart 2022, pagina 66 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 10 november 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[A.S.]:
Op 31 oktober 2021 zijn mijn familieleden en ik beroofd op [adres #34]. Tijdens de beroving hebben de daders sieraden, portemonnee, bankpassen en een damesschoudertas meegenomen.
Op 10 november 202 werd ik door mijn moeder gebeld. Zij vroeg mij te kijken naar een bericht van een lokale nieuwszender, dat zij mij via Messenger had gestuurd. Ik zag een foto van een schoudertas, die ik herkende als de tas van mijn moeder, die de daders hebben meegenomen. In die tas hebben de daders sieraden van mijn moeder en vader geplaatst.
Onder de afbeelding stond een bericht over de ontvoering van [S.P.] door twee mannen afgelopen zondag. In dat bericht zag ik een lang vuurwapen, dat ik herkende als het wapen dat de daders hebben gebruikt bij de beroving in onze woning.
4. Een proces-verbaal van aangifte van 10 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [5] (eindproces-verbaal onderzoek Long van 17 maart 2022, pagina 70 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 10 november 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[H.S.]:
Op 31 oktober 2021 omstreeks 00:45 uur zat ik met [S.M.] op de
porchte praten. Mijn stiefdochter, [S.M.] en hun 3-jarige dochter wonen bij mij en mijn vrouw [T.P.]. Op een gegeven moment zag ik een man langs het zwembad lopen (NN1). Zijn gezicht was bedekt met een wit kledingstuk. Hij was gewapend met een grijs vuistvuurwapen. NN1 liep op mij af en rukte mijn ketting met kruishanger van mijn nek. Hij zei tegen ons dat we naar binnen moesten gaan. Op dat moment zag ik nog vier mannen mijn woning binnen rennen. Ik wou niet naar binnen. Hierop sloeg NN1 mij drie keer met het vuurwapen op mijn achterhoofd. Ik had pijn en bloedde. Daarna liepen [S.M.] en ik naar binnen. Binnen zag ik een man in het zwart gekleed met een lang vuurwapen (NN2). NN2 zei dat [S.M.] en ik op de grond moesten gaan liggen. Omdat ik weigerde sloeg NN1 mij twee keer hard met het vuurwapen tegen mijn achterhoofd. Hierdoor was ik gedwongen om op de grond te gaan liggen. NN2 bleef ons in bedwang houden. Ik hoorde in huis nog vier verschillende stemmen. Zij waren mijn woning aan het doorzoeken. Ik hoorde dat zij om geld, goud en de autosleutels vroegen. Daarna hebben ze ons in de badkamer geplaatst. Een van de mannen (NN3) kwam met een kleine kluis aanlopen. Ik zei tegen hem dat ik me de code niet herinnerde. Hierna hebben ze de badkamerdeur gesloten. Later constateerde ik dat ze mijn gouden sieraden, hangers en horloges hebben meegenomen. Ik ben per ambulance naar het ziekenhuis vervoerd voor een medische behandeling.
Weggenomen goed: meer dan twaalf halskettingen met meer dan twintig hangers. De halskettingen en hangers zijn van goud, steen en staal. Zes polshorloges goudkleurig en zilverkleurig.
5. Een proces-verbaal van aangifte van 11 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [6] (eindproces-verbaal onderzoek Long van 17 maart 2022, pagina 76 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 11 november 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[T.P.]:
Op 31 oktober 2021 omstreeks 00:45 uur lag ik te slapen in mijn slaapkamer. Ik werd wakker en zag drie mij onbekende mannen in mijn slaapkamer staan. Een van die mannen had een lang zwart wapen bij zich, zijn gezicht was afgedekt (NN1). NN1 richtte het vuurwapen op mijn hoofd en zei dat ik stil moest blijven liggen. De gezichten van NN2 en NN3 waren ook bedekt. Ze vroegen me om geld en sieraden. Ze hebben mijn slaapkamer doorzocht. Ze vonden NAf 6.500,-. Dat hebben ze gepakt. Een van de daders maande mij om de badkamer in te gaan. Vervolgens liet hij mij niet in de badkamer. Ik zag mijn vriend [H.S.] en dochter [A.S.] niet. Ik hoorde mannenstemmen in de woning schreeuwen. De daders pakten mijn grijze Guess-tas. In die tas hebben de daders de sieraden van mijn vriend [H.S.] en mij gedaan. Toen de daders klaar waren in mijn slaapkamer zijn ze weggegaan.
6. Een nader proces-verbaal van verhoor van 11 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [5] (eindproces-verbaal onderzoek Long van 17 maart 2022, pagina 79 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 11 november 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[T.P.]:
Op 10 november 202 zag ik op Facebook een bericht van sieraden die de politie had gekregen. Ik zag een foto van een grijze schoudertas die ik herkende als de tas die de daders tijdens de beroving hebben meegenomen. In die tas hebben de daders sieraden van mijn man en mij gedaan.
Onder de afbeelding van de tas stond een bericht over de ontvoering van [S.P.] door twee mannen afgelopen zondag. In dat bericht zag ik een lang vuurwapen, dat ik herkende als het wapen dat een van de daders tegen mijn hoofd heeft geplaatst.
7. Een proces-verbaal van verhoor van 13 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [7] en [8] (eerste aanvullend proces-verbaal onderzoek Long van 16 november 2021, pagina 76 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 13 november 2021 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van
[Y.M.]:
De beroving op [adres #34] op 31 oktober 2021
Ik was een van de daders die deze beroving heeft gepleegd. Ik was degene die als eerste de woning heeft betreden. Ik had een ontbloot bovenlijf en droeg een witte sportbroek. Ik had een vuistvuurwapen in mijn linkerhand.
We waren langs zijn woning gegaan en daarna besloten we om de beroving te gaan plegen. Ik ben degene die de man heeft mishandeld. Ik heb hem mishandeld met het vuistvuurwapen dat ik in mijn hand had. De bankpassen en sieraden hebben jullie tijdens de doorzoeking in mijn woning aangetroffen. Met de bankpassen hebben wij geprobeerd te pinnen. Met we bedoel ik [C.L.] en ik. Die pasjes en de pincode zaten in de portemonnee die we hebben meegenomen. Het vuurwapen dat ik had, is verkocht. Ik weet niet meer wie tijdens de beroving het lange wapen had. Dit is wel het wapen dat jullie tijdens de huiszoeking in mijn woning hebben aangetroffen.
8. Een proces-verbaal van verhoor van 13 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [8] en [7] (eerste aanvullend proces-verbaal onderzoek Long van 16 november 2021, pagina 90 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 13 november 2021 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van
[C.L.]:
De beroving op [adres #34] op 31 oktober 2021 omstreeks 00:45 uur.
Ik was betrokken bij deze beroving. Ik weet niet meer met hoeveel mensen we waren, maar we waren met meerdere mensen. U toont mij een screenshot. Ik herken mijzelf als de man met het witte hemd en de gouden halsketting. Op de screenshot bij de geldautomaat is te zien dat ik een dunne en een dikke halsketting droeg. De dunne is van mij. De dikke is afkomstig van de beroving. Het zat in een tas die we hebben meegenomen. De ketting is tijdens de beroving verkregen. Ik was degene met het lange vuurwapen. Ik had dit om de bewoners af te schrikken. Dit betreft hetzelfde wapen als het wapen dat tijdens de huiszoeking op [adres #307] is aangetroffen. Tijdens de beroving is een tas met sieraden meegenomen. In die tas zaten de bankpassen en een papiertje smet de pincode. Het is niet gelukt om te pinnen. Een van de jongens heeft ene van de mannelijke inwoners mishandeld. Bij de woning was een zwembad. Ik ben bij aankomst in het zwembad gevallen. De man met het camouflageshirt die naast mij staat is mijn vriend [Y.M.]. Wij zijn allemaal met het idee gekomen om de beroving te gaan plegen. We zijn met de auto naar [adres #34] gegaan. Iemand kwam ons voor de beroving thuis opzoeken. Na de beroving hebben wij ons omgekleed bij de woning van [Y.M.].
9. Een proces-verbaal van verhoor van 12 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [8] (onderzoek Long van 17 maart 2022, pagina 104 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 12 november 2021 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van
[G.I.]:
Op 31 oktober 2021 waren [R.F.], haar vriend [Y.M.], mijn vriend [C.L.] en ik bijna de hele dag thuis. Omstreeks 19:00 uur zag ik witte Nissan waarin [J.D.] reed. Na een tijdje verscheen [J.D.] bij ons thuis. Hij is een kennis van [Y.M.]. Na de begroeting zei [J.D.] tegen [Y.M.] en [C.L.] “Awo awo tin un ganga”: nu nu er is iets te doen. Ze gingen naar buiten om te praten. Na een paar minuten kwamen ze terug. Ze begonnen zich in het bijzijn van [R.F.] en mij om te kleden. Vervolgens zijn ze in de witte Nissan van [J.D.] weggereden. Omstreeks 02:00 uur ben ik marihuana gaan kopen. Toen ik terug kwam zag ik de witte Nissan van [J.D.]. Toen ik het huis binnenkwam zag ik [M.F.], [J.D.], [Y.M.], [C.L.] en nog drie jongens die ik niet van naam ken. Er lagen een boel kleren op de grond. Het betrof spijkerbroeken en jackets. Ik zag dat de spijkerbroek waarmee ik [C.L.] had gezien nat was. Ik zag dat de jongens verschillende gouden sieraden hadden. Ik hoorde een van de jongens tegen [J.D.] zeggen dat hij de kluis moest pakken, hierna zijn de jongens weggegaan. [Y.M.], [C.L.], [R.F.] en ik zijn thuisgebleven.
[C.L.] heeft mij iets verteld over wat ze in de nachtelijke uren hebben gedaan. Hij zei dat ze de kluis niet hadden aangetroffen en dat ze sieraden hadden meegenomen, die ze onderling hebben verdeeld, dat een van de jongens een damestas had meegenomen en dat een van de jongens de bewoner zo had mishandeld dat hij begon te bloeden.
Al die jongens hebben de gewoonte om af en toe met [J.D.] bij [Y.M.] en [C.L.] thuis te komen. [M.F.] komt bijna dagelijks bij ons thuis. Hij woont op de [adres] en in een wit hoek perceel. [J.D.] woont in Marconi in een blauwgroen hoekperceel.
Toen [C.L.] die dag van huis ging droeg hij een spijkerbroek en een jack.
[Y.M.] had een korte broek aan. In de dagen erna toonde [C.L.] mij verschillende sieraden. [Y.M.] en [C.L.] rijden af en toe in een witte auto.
U vraagt wie degene is die men in deze witte auto kwam opzoeken. Dat is [J.D.].
Opmerking van verbalisanten
U heeft mij net videobeelden laten zien van de beroving op 31 oktober 2021 op [adres #34]. U toont mij screenshots van de daders genummerd 1 t/m 7.
Ik herken op foto 1 [Y.M.] .
U toont mij de personen afgebeeld op de foto’s 2 tot en met 7.
De kleren die de mannen op de video aan hadden, komen overeen met de kleren die de mannen bij ons thuis op de grond hebben gegooid.
Ik herken op foto 7 [C.L.].
Wat kun je vertellen over de witte Nissan?
[J.D.] reed geregeld in die auto. Ik heb de witte Nissan bij verschillende berovingen die jullie me hebben laten zien herkend.
Ten aanzien van de feiten 2 en 5
1. Een proces-verbaal van aangifte van 10 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [5] (eindproces-verbaal onderzoek Long van 17 maart 2022, pagina 140 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 10 november 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[R.Y.]:
Ik ben de eigenaar van de [K-minimarket] op [adres #99]. Op
8 november 2021 waren mijn vader en ik druk in de zaak met klanten.
Omstreeks 22:10 uur zag ik drie mij onbekende mannen.
NN1: ongeveer 1.65 meter, normaal postuur, zwart t-shirt met capuchon, korte lichtblauwe broek, een masker van een zwart kledingstuk, zwart-wit gestreepte slippers Hij had een lang vuurwapen in zijn hand.
NN2: ongeveer 1.70 meter, slank postuur, zwart/wit t-shirt met witte capuchon, donkerblauwe lange broek, zwart masker en zwarte gymschoenen.
NN3: ongeveer 1.70 meter, slank postuur, helemaal in het zwart gekleed met capuchon, zwart masker en zwarte gymschoenen.
NN1 zei: “No move no move” en hield ons in bedwang met het vuurwapen.
NN2 en NN3 kwamen achter de toonbank. NN2 heeft de dagopbrengst meegenomen, NN3 alcoholische dranken en sigaretten.
De mannen renden weg via de onverharde weg aan de noordelijke zijde van het gebouw.
Weggenomen goed: de dagopbrengst ad NAf 600,-, een fles White label, een fles Brandy, een fles Moonshine, een fles Malibu en 12 pakjes sigaretten.
2. Een proces-verbaal van inbeslaggenomen videobeelden van de Kings Minimarket van 9 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [9] (eindproces-verbaal onderzoek Long van 17 maart 2022, pagina 144 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten of één of meer van hen:
Ik heb de beelden van de beroving van 8 november 2021 van de [K-minimarket] geanalyseerd en op chronologische volgorde omschreven met behulp van screenshots.
Op afbeelding 1 is te zien dat NN1 een lang vuurwapen in zijn handen heeft. NN1 staat met zijn rug tegen de muur bij de ingang van de minimarket. NN2 doet de opklapdeur van de toonbank open. NN3 staat bij de toonbank.
Op afbeelding 2 en 3 is te zien dat NN2 en NN3 achter de toonbank zijn.
Aanvullende opmerking
Het Gerecht constateert dat op deze afbeelding is te zien dat twee personen (vermoedelijk [R.Y.] en zijn vader) zich achter de toonbank bevinden, ook als dader 2 en 3 achter de toonbank zijn. Ook is te zien dat er klanten in de minimarket zijn.
3. Een proces-verbaal van verhoor van 22 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [7] (tweede aanvullend proces-verbaal onderzoek Long van 24 november 2021, pagina 45 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 22 november 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[Y.M.]:
De beroving op de [K-minimarket] op 8 november 2021
Ik was een van de daders van deze beroving. Ik was de dader die het langwerpige vuurwapen in handen had. Ik hield de eigenaren hiermee in bedwang. Dit wapen is door de politie in beslag genomen (het Gerecht begrijpt: bij de huiszoeking op [adres #307]).
4. Een proces-verbaal van verhoor van 22 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [7] (tweede aanvullend proces-verbaal onderzoek Long van 24 november 2021, pagina 49 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 22 november 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [
C.L.]:
De beroving op [K-minimarket] op 8 november 2021
Ik was betrokken bij deze beroving. Iemand anders had het lange wapen bij zich. Dit wapen is ook gebruikt bij de beroving op [adres #34].
Tijdens de beroving zat er een meisje in de auto. Ik denk dat zij [S.P] heet. Zij was toevallig bij ons.
U toont mij screenshots van de beroving bij de [K-minimarket].
A: Deze beelden betreffen inderdaad genoemde beroving. Ik was de persoon met de witte capuchon. Ik ben degene die de flessen alcohol meeneemt.
Ten aanzien van de feiten 2 en 6
1. Een proces-verbaal van aangifte van 7 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [10] (eindproces-verbaal onderzoek Long van 17 maart 2022, pagina 151 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 6 november 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[F.L.]:
Op 6 november 2021 was ik in de keuken van de minimarket. Ik hoorde geschreeuw en ben gaan kijken wat er gaande was. Ik werd verrast dor ene mij onbekende man. Hij had een vuurwapen in zijn handen en was helemaal in het donkers gekleed. De man greep mij met kracht van achter vast en maande mij met een vuurwapen om naar voren te komen. Ik versta niet zo goed Papiaments. Ik begreep daarom niet goed wat hij wilde. Ik zag dat hij het vuurwapen op mijn gezicht en hoofd richtte. De man bleef schreeuwen en praten, maar ik begreep niet wat hij zei. Op een gegeven moment werd hij agressief en begon hij mij verschillende keren met het vuurwapen tegen mijn hoofd te slaan. Ik kon zien dat zij probeerden op het kasregister weg te nemen. Dit lukte echter niet. Op een gegeven moment hoorde ik een knal afgaan. Heel dicht bij mijn hoofd. Ik schrok en dacht dat er op mij was geschoten. Daarna renden de mannen de minimarket uit. Ik ben met het wapen op mijn hoofd mishandeld. Ik vreesde voor mijn leven en veiligheid.
2. Een proces-verbaal van aangifte van 7 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [10] (eindproces-verbaal onderzoek Long van 17 maart 2022, pagina 154 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 6 november 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[Z.F.]:
Ik ben de eigenaar van de [W-minimarket]. Omstreeks 21:00 uur stond ik bij de deuropening, mijn zoon stond bij het kasregister. Op een gegeven moment zag ik vier mij onbekende personen de hoek om komen rennen. Ik zag dat ze gemaskerd waren en wapens bij zich hadden. Toen ik dit zag, rende ik naar binnen, maakte het ijzeren hekwerk om bij de kassa te komen op slot en rende met mijn zoon naar een kamer achter de hekwerken. Wij hebben ons daar schuil gehouden. Op een gegeven moment hoorde ik een knal. Daarna was het stil.
3. Een proces-verbaal van inbeslaggenomen videobeelden van de [W-minimarket] van 7 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [9] (eindproces-verbaal onderzoek Long van 17 maart 2022, pagina 159 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten of één of meer van hen:
Ik heb de beelden van de beroving van 6 november 2021 van de [W-minimarket] geanalyseerd en op chronologische volgorde omschreven met behulp van screenshots.
Op foto 1 is te zien dat om 21:18:31 uur dader 1 in de minimarket staat. Hij heeft een vuurwapen in de hand. Hij heeft roze stof op zijn hoofd
Op foto 2 is te zien dat dader 2 de minimarket in loopt. Hij heeft een lang vuurwapen in zijn handen. Hij heeft zwarte stof op zijn hoofd.
Op foto 4 is te zien dat dader 3 en 4 achter dader 2 aanlopen. Het hoofd van dader 3 is bedekt met een capuchon.
Op foto 5 is te zien dat dader 4 witte stof om zijn hoofd heeft. Op foto 7 is te zien dat dader 4 een rugtas op zijn rug heeft.
Op foto 8 is te zien dat daders 3 en 4 bij de balie staan. Ze proberen het kasregister weg te trekken onder het ijzeren traliehekwerk. Dader 2 loopt met het vuurwapen in de hand in hun richting. Op afbeelding 9 is ingezoomd op een deel van foto 8. Daarop is beter te zien dat dader 2 een wapen in zijn hand heeft. Hij heeft een lichtdonkere lange trainingsbroek aan en bruine slippers aan. Op zijn jas (ter hoogte van zijn schouders) staat een Puma-embleem.
Op foto 10 is te zien dat daders 2 en 3 bij de balie staan. Ze proberen het kasregister weg te trekken onder het ijzeren traliehekwerk.
Op foto 12 is te zien dat dader 1 met een Aziatische man aan komt lopen. Dader 1 heeft een vuurwapen in zijn rechterhand en strekt met zijn linkerhand de Aziatische man in de richting van de andere daders.
Op foto 16 is te zien dat de Aziatische man met het vuurwapen op het hoofd wordt geslagen door dader 1. De andere daders proberen het kasregister onder het traliewerk weg te trekken, zonder resultaat.
Op foto 19 is te zien dat de Aziatische man met een vuurwapen op zijn hoofd wordt geslagen, waarbij een schot werd gelost.
Opmerking verbalisant: Bij het bekijken van de videobeelden is de vonk van het shot duidelijk te zien.
Op foto 20 is te zien dat nadat het schot om 21:19:43 uur is gelost, de aders wegrenden uit de minimarket en de Aziatische man naar achteren rent.
4. Een proces-verbaal van verhoor van 22 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [7] (tweede aanvullend proces-verbaal onderzoek Long van 24 november 2021, pagina 80 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 22 november 2021 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van
[Y.M.]:
Ik was de bestuurder van de witte auto die betrokken was bij de beroving. Ik stond op de vier daders te wachten. Ik heb tegen [S.P.] gezegd dat toen een van de mannen de Chinese man aan het mishandelen was, er een schot is gevallen.
5. Een proces-verbaal van verhoor van 22 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [8] (tweede aanvullend proces-verbaal onderzoek Long van 24 november 2021, pagina 84 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 22 november 2021 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van
[C.L.]:
Ik was een van de daders die bij de overval op de [W-minimarket] was betrokken. Ik was in het bezit van een kort vuurwapen. Ik ben degene die de Chinees met het vuurapen tegen het hoofd heeft mishandeld. Ik had de taak om de Chinese man rustig te houden. De aanwezigheid van het vuurwapen was om de mensen ermee af te schrikken. Op een gegeven moment begon de Chinese man dingen te doen, waardoor ik nerveus werd. Toen heb ik hem enkele malen met het wapen ter hoogte van het hoofd geslagen. Ik denk dat hierdoor per ongeluk de trekker is overgehaald. Wij zijn hierna direct weggerend.
Wij zijn allemaal met het idee gekomen om de [W-minimarket] te beroven. We zijn daar ter plaatse gekomen met een witte auto.
U toont mij screenshots van de beroving.
Ik ben de man op foto 1. Op foto 18 is te zien dat ik de man mishandel, waarbij het schot werd afgevuurd.
1. Een proces-verbaal van aangifte van 9 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [11] en [5] (eindproces-verbaal onderzoek Long van 17 maart 2022, pagina 131 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 9 november 2021 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [I.P.]:
Op 8 november 2021 zei een bekende van mij genaamd [X] dat de bumper van mijn auto was losgetrokken. Ik ben naar mijn auto gelopen en zag inderdaad dat de bumper van mijn witte Kia Picanto met [kenteken] weg was. Mijn klasgenoot genaamd [Y] vertelde mij dat zij had gezien dat twee gemaskerde mannen uit de auto een witte Kia Rio waren gestapt en de voorbumper van mijn auto hadden losgetrokken en meegenomen.
2. Een proces-verbaal van verhoor van 20 november 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [12] (tweede aanvullend proces-verbaal onderzoek Long van 24 november 2021, pagina 28 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 20 november 2021 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van
[S.P.]:
Opmerking verbalisant: op 8 november 2021 werd de bumper van een witte Kia Picanto die op de parkeerplaats van Marie Stella VSBO op de Grebbelinieweg stond geparkeerd, weggenomen.
A: Ik was die dag samen met [Y.M.] [Y.M.], [C.L.] en [J.D.]. We reden in een witte Kia Rio. [Y.M.] bestuurde de auto. Ik zat voorin. [J.D.] en [C.L.] zaten op de achterbank. Ik hoorde ze praten dat ze op zoek waren naar een auto. Ik ben op een gegeven moment in slaap gevallen. Toen ik wakker werd, zag ik een bumper op de achterbank in de auto. Thuis ben ik eerst gaan slapen. Toen ik wakker werd zag ik de bumper verscholen in het struikgewas. Ik vroeg [Y.M.] naar de herkomst van die bumper. Hij zei dat ze de bumper hadden weggenomen van een auto die op de parkeerplaats van Marie Stella stond. Het betrof een witte bumper van een Kia Picanto. [Y.M.] heeft mij verteld dat [C.L.] en [J.D.] de bumper van de witte Kia Picanto hebben weggenomen.
3. Een proces-verbaal van bevindingen van 24 mei 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [13] en [7] (aanvullend einddossier onderzoek Long, pagina 8 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten of één of meer van hen:
Bij een huiszoeking in de woning op [adres #307] is onder meer een witkleurige bumper in beslag genomen. Op 24 mei 2022 toonden wij deze bumper aan [S.P.]. Zij verklaarde daarop: Ik herken de witkleurige bumper als de bumper die verscholen lag achter het struikgewas, waarvan [Y.M.] mij had verteld dat zij de bumper hadden weggenomen van een geparkeerde auto ter hoogte van Marie Stella. Het betreft een bumper van een Kia Picanto.
4. Een proces-verbaal van verhoor van 15 december 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [7] (derde aanvullend proces-verbaal onderzoek Long van 20 december 2021, pagina 52 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 15 december 2021 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van
[Y.M.]:
Opmerking verbalisant. Op 8 november 2021 is op de parkeerplaats van de Marie Stella VSBO een bumper gestolen van een Kia Picanto. Twee onbekende gemaskerde mannen staten uit en hebben de voorbumper van de Kia Picanto weggetrokken.
A: Ik was hierbij betrokken. Ik was de chauffeur. Ik wil niet zeggen wie er verder nog bij betrokken waren. De bumper is weggenomen om uit de financiële problemen te komen.
U houdt mij de verklaring voor van [S.P.], inhoudende:
Ik was die dag samen met [Y.M.] [Y.M.], [C.L.] en [J.D.]. We reden in een witte Kia Rio. [Y.M.] bestuurde de auto. Ik zat voorin. [J.D.] en [C.L.] zaten op de achterbank. Ik hoorde ze praten dat ze op zoek waren naar een auto. Ik ben op een gegeven moment in slaap gevallen. Toen ik wakker werd, zag ik een bumper op de achterbank in de auto. Thuis ben ik eerst gaan slapen. Toen ik wakker werd zag ik de bumper verscholen in het struikgewas. Ik vroeg [Y.M.] naar de herkomst van die bumper. Hij zei dat ze de bumper hadden weggenomen van een auto die op de parkeerplaats van Marie Stella stond. Het betrof een witte bumper van een Kia Picanto.
A: Wat zij aangeeft berust op de waarheid.
U houdt mij voor dat zij verder heeft verklaard:
[Y.M.] heeft mij verteld dat [C.L.] en [J.D.] de bumper van de witte Kia Picanto hebben weggenomen.
A: Ik heb haar niet verteld dat [C.L.] en [J.D.] de bumper van de witte Kia Picanto hebben weggenomen. Dat heeft zij zelf gezien.
5. Een proces-verbaal van verhoor van 15 december 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [8] en [7] (derde aanvullend proces-verbaal onderzoek Long van 20 december 2021, pagina 57 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 15 december 2021 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van
[C.L.]:
Opmerking verbalisant
Op 8 november 2021 is op de parkeerplaats van de Marie Stella VSBO een bumper gestolen van een Kia Picanto. Twee onbekende gemaskerde mannen staten uit en hebben de voorbumper van de Kia Picanto weggetrokken.
A: Ik was hierbij betrokken. Het berust op de waarheid. De bumper werd op verzoek weggenomen, met de bedoeling om aan geld te komen.
U houdt mij de verklaring voor van [S.P.], inhoudende:
Ik was die dag samen met [Y.M.] [Y.M.], [C.L.] en [J.D.]. We reden in een witte Kia Rio. [Y.M.] bestuurde de auto. Ik zat voorin. [J.D.] en [C.L.] zaten op de achterbank. Ik hoorde ze praten dat ze op zoek waren naar een auto. Ik ben op een gegeven moment in slaap gevallen. Toen ik wakker werd, zag ik een bumper op de achterbank in de auto. Thuis ben ik eerst gaan slapen. Toen ik wakker werd zag ik de bumper verscholen in het struikgewas. Ik vroeg [Y.M.] naar de herkomst van die bumper. Hij zei dat ze de bumper hadden weggenomen van een auto die op de parkeerplaats van Marie Stella stond. Het betrof een witte bumper van een Kia Picanto.
A: Wat zij aangeeft berust op de waarheid.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Het bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
Ten aanzien van feit 1
medeplegen van onttrekking van een minderjarige aan het wettig gezag/bevoegd opzicht.
Ten aanzien van feit 2
medeplegen van overtreding van een verbod, gesteld bij artikel 3 van de Vuurwapenverordening 1930, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 3
medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Ten aanzien van feit 4
diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Ten aanzien van feit 5
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 6
poging tot diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 7
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten, zodat de verdachte strafbaar is.
Oplegging van straf en maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren met aftrek van de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De raadsman heeft een strafmaatverweer gevoerd.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte is te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
In dat verband kan aansluiting worden gezocht bij de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg voor bepaalde strafbare feiten zijn neerslag heeft gevonden. Daarin wordt voor een “atrako” waarbij er sprake is geweest van dreigen met een vuurwapen als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaren gegeven en voor het schieten met een vuurwapen zonder letsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren. Als strafverhogende omstandigheden gelden dat het feit is gepleegd in een woning en dat het feit in vereniging is gepleegd.
In het onderhavige geval heeft de verdachte zich samen met anderen in een korte periode schuldig gemaakt aan een reeks strafbare feiten, waarbij in de meeste gevallen een of meer vuurwapens (of daarop lijkende voorwerpen) zijn gebruikt en waarbij ook meer dan eens onnodig en excessief geweld jegens slachtoffers is toegepast.
In het bijzonder heeft de verdachte zich op 7 november 2021 samen met anderen schuldig gemaakt aan de onttrekking van de minderjarige [S.P.] aan het wettig over haar gestelde gezag. De verdachte en zijn mededaders hebben ter uitvoering van, naar later is gebleken een op initiatief van [S.P.] in scene gezette ontvoering, overeenkomstig het plan, gemaskerd en bewapend het erf van [adres #34] betreden, [S.P.] vastgepakt en meegenomen naar de auto, waarna ze met haar zijn weggereden. Omstanders, onder wie de moeder van [S.P.], waren getuige van deze ‘ontvoering’. Het spreekt voor zich dat deze ervaring voor hun vervreemdend en schokkend moet zijn geweest. De verdachte, die wist dat [S.P.] zich niet langer wilde conformeren aan de regels van de jeugdinrichting, heeft zich aldus schuldig gemaakt aan het onder 1 bewezen verklaarde. Het gegeven dat de verdachte en zijn mededaders handelden op verzoek van [S.P.] en dat [S.P.], naar het Gerecht aanneemt, toen en daarna steeds vrij was om te gaan en te staan waar zij wilde, ook als dat een terugkeer naar de GOG inhield, relativeert de ernst van het handelen van de verdachte enigszins.
Daar staat echter tegenover dat het Gerecht het de verdachte en zijn mededaders zwaar aanrekent dat zij toen en daar ter afschrikking een vuurwapen hebben gericht op de aanwezigen, onder wie de moeder van [S.P.]. Nog los van de angst die dit moet hebben ingeboezemd, konden de moeder van [S.P.] en andere omstanders daardoor niet anders dan lijdzaam toezien hoe het jonge meisje door gemaskerde en gewapende mannen werd meegevoerd. Ook dit moet voor hun een schokkende ervaring zijn geweest.
De verdachte heeft zich op 31 oktober 2021 samen met anderen schuldig gemaakt aan een gewelddadige woningoverval. Ten minste zes daders zijn gemaskerd en gewapend in de nachtelijke uren een woning binnengedrongen. Daarbij zijn de twee mannelijke bewoners, die nog buiten op de veranda zaten, bedreigd en met (de kolf van) een wapen tot bloedens toe mishandeld. De twee vrouwelijke bewoners zijn ieder in hun eigen slaapkamer geconfronteerd met gewapende en gemaskerde mannen. Een van hen is bovendien met een wapen op de rug geslagen, terwijl zij haar 3-jarige dochter vast had. De verdachte en zijn mededaders hebben de woning doorzocht en hebben zich geld, sieraden en bankpassen toegeëigend. Het Gerecht rekent het de verdachte zwaar aan dat tijdens de woningoverval excessief geweld jegens de slachtoffers is toegepast. De verdachte en zijn mededaders hebben met hun handelen op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers. De omstandigheid dat dit heeft plaatsgevonden in de nachtelijke uren in hun woning, een plek waar zij zich bij uitstek veilig behoren te kunnen voelen, maakt een en ander des te kwalijker.
De verdachte heeft zich op 6 november 2021 samen met anderen schuldig gemaakt aan een poging tot een overval op [W-minimarket]. De aanwezige werknemer is daarbij bedreigd en meermalen geslagen met een vuurwapen, waarbij of waardoor zelfs een schot is gelost. Hoewel het Gerecht wil aannemen dat dit op zich niet de bedoeling was, doet dit aan de ernst van het gebeurde niet af. Het toont eens te meer aan dat het gebruik van vuurwapens of daarop lijkende voorwerpen onaanvaardbare risico’s voor de veiligheid van personen met zich kan brengen.
Op 8 november 2021 heeft de verdachte zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een overval op de [K-minimarket]. De eigenaar van de minimarket en zijn vader zijn met het wapen onder schot gehouden, terwijl twee gemaskerde mannen de dagopbrengst, flessen met alcohol en sigaretten hebben gepakt en hebben meegenomen.
Ook ten aanzien van atrako’s op 6 en 8 november 2021 geldt dat de verdachte en zijn mededaders zich slechts hebben laten leiden door eigen financieel gewin, zonder zich te bekommeren om de (gevolgen daarvan voor de) slachtoffers. Het is algemeen bekend dat roofovervallen voor de slachtoffers traumatische gebeurtenissen zijn. Dit geldt te meer indien, zoals bij de overval op de [W-minimarket], zonder enige reden excessief geweld jegens het slachtoffer wordt toegepast. Feiten als deze dragen bovendien bij aan gevoelens van onveiligheid en onrust in de samenleving. Voor dit alles hebben de verdachte en zijn mededaders kennelijk telkens de ogen gesloten. Het Gerecht rekent dit de verdachte zwaar aan.
De verdachte en zijn mededaders hebben bij de hiervoor genoemde strafbare feiten telkens gebruik gemaakt van een of meer voor afdreiging geschikte voorwerpen, althans daarvan moet het Gerecht uitgaan nu de wapens niet onderzocht zijn of onderzocht zijn kunnen worden. Wat daarvan ook zij, het voorhanden hebben van dergelijke, nauwelijks van echte vuurwapens te onderscheiden, voorwerpen is onaanvaardbaar vanwege de grote dreiging die daarvan uit kan gaan voor anderen en de gevoelens van onrust en onveiligheid die zij veroorzaken.
Ten slotte hebben de verdachte en zijn mededaders zich schuldig gemaakt aan de diefstal van een autobumper. Ook dit is een ergerlijk feit dat naast hinder financiële schade voor de gedupeerden met zich mee brengt.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Het Gerecht heeft acht geslagen op het over de verdachte opgemaakte voorlichtingsrapport van 26 april 2022 en op hetgeen de raadsman ter zake naar voren heeft gebracht. Het Gerecht ziet daarin echter geen reden om in een voor de verdachte gunstige zin van af te wijken van de door het Gerecht passend geachte gevangenisstraf. Het Gerecht betrekt daarbij dat de verdachte, zo blijkt uit zijn strafkaart, eerder onherroepelijk is veroordeeld tot gevangenisstraf voor onder meer een soortgelijk misdrijf (diefstal in vereniging). De toen door hem ondergane gevangenisstraf heeft de verdachte er kennelijk niet toe kunnen brengen zijn leven een andere wending te geven en zich te onthouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten.
Het Gerecht, is na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat de ernst van het bewezen verklaarde onvoldoende tot uitdrukking komt in de door de officier van justitie gevorderde straf. Het Gerecht is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van veertien jaren passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
De benadeelde partij [H.S.] heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt NAf 32.600,-, opgebouwd uit de posten:
- gestolen cash ad NAf 13.000,-
- 20 kettingen met hangers ad NAf 500,- per stuk ad NAf 10.000,-
- 15 hangers ad NAf 250,- per stuk ad NAf 3.750,-
- ongeveer 6 horloges ad NAf 1.200,-
- een maand (31 dagen) niet werken ad NAf 150,- per dag ad NAf 4.650,-.
De verdediging heeft de vordering betwist.
Het Gerecht is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor beslissing in de strafzaak. De benadeelde partij kan daarom niet worden ontvangen en de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 1:119, 1:123, 1:136, 2:246, 2:255, 2:291 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Vuurwapenverordening 1930.