ECLI:NL:OGEAC:2022:364

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
11 mei 2023
Zaaknummer
555.00132/22
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van enkele inbraken met aanwijzingen voor betrokkenheid, maar onvoldoende voor bewezenverklaring; meermalen diefstal en overtreding van de Vuurwapenverordening

In deze strafzaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 21 december 2022 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van meerdere inbraken en diefstallen, alsook van het voorhanden hebben van een vuurwapen. De zaak kwam voor de rechter na een onderzoek op de terechtzittingen van 19 oktober en 30 november 2022. De officier van justitie, mr. S. ter Borg, en de raadsvrouw, mr. M.A. Becher, hebben hun standpunten naar voren gebracht. De tenlastelegging omvatte onder andere inbraken in woningen en diefstal van een auto en een autobumper. De verdachte werd vrijgesproken van de inbraken, omdat de aanwijzingen voor zijn betrokkenheid niet voldoende concreet waren om tot een bewezenverklaring te komen. Echter, de verdachte werd wel schuldig bevonden aan de diefstallen van de auto en de bumper, evenals het voorhanden hebben van een vuurwapen. Het Gerecht overwoog dat woninginbraken een ernstige inbreuk op de privacy van de bewoners vormen en dat de verdachte, ondanks eerdere veroordelingen, geen blijk gaf van verandering in zijn gedrag. De opgelegde straf was drie jaar gevangenisstraf, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast werden schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen J.B. en M.F. voor de geleden schade door de diefstallen.

Uitspraak

Parketnummer: 555.00132/22

Uitspraak: 21 december 2022 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [datum] in [land],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Curaçao.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 oktober 2022 en 30 november 2022.
Het Gerecht heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. S. ter Borg, en van hetgeen door de raadsvrouw, mr. M.A. Becher naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1
dat hij op of omstreeks 23 mei 2022, althans in of omstreeks de maand mei 2022, te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
  • een en/of meer gereedschappen
  • een en/of meer sieraden
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [J.D.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, door in ieder geval een keukenraam te forceren;
Feit 2
Dat hij tussen 24 en 25 mei 2022, althans in of omstreeks de maand mei 2022, te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
  • 2 Makita combo schroefboormachines ter waarde van NAf 1.850;
  • 1 De Wald zaagmachine ter waarde van NAf 476;
  • 1 Combo Milwaukee schroefboormachine ter waarde van NAf 1.055;
  • 1 Kongo INCO ter waarde van NAf 475;
  • 2 rollen kabelsnoer ter waarde van NAf 586;
  • 1 wasbak ter waarde van NAf 375;
  • 2 slijptollen van de merken Makita en Metabo ter waarde van NAf 895;
  • Elektra materiaal, automaat box, kabels en een stopcontact box met een totale waarde van NAf 1.375,67,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [M.D.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, door in ieder geval een hangslot te forceren;
Feit 3
dat hij in de periode van 28 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen,
- een motorrijtuig en/of onderdelen, merk Kia, model Picanto ([kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander, te weten [O.V.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan de verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, en/of door inklimming en/of door middel van een valse sleutel;
Feit 4
dat hij in de periode van 3 en 4 juli 2022, althans in of omstreeks de maand juli 2022, te Curaçao, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, te weten een autobumper ([kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [J.B.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Feit 5
dat hij op of omstreeks 7 juli 2022, althans in of omstreeks de maand juli 2022, te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
  • een en/of meerdere gereedschappen
  • een en/of meerdere sieraden
  • een en/of meerdere mobiele telefoons
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [M.F.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, door in ieder geval een keukenraam te forceren;
Feit 6
dat hij in de maand juli 2022 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer vuurwapen(s), in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, en/of munitie, in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het Gerecht deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vrijspraak
Ten aanzien van feit 1
[J.D.] heeft op 23 mei 2022 aangifte gedaan van inbraak in zijn woning op [adres]. Hij heeft aangegeven dat de woning die dag omstreeks 08:00 uur in goede staat en vergrendeld is achtergelaten en dat omstreeks 18:30 uur bleek dat er was ingebroken. Er waren sieraden en gereedschappen weggenomen. In de telefoon van de verdachte zijn foto’s aangetroffen van uit deze woning ontvreemde goederen, te weten een boormachine, een klopboormachine, een decoupeerzaag en vier horloges. Uit het dossier blijkt niet wanneer deze foto’s zijn genomen. Verder is gebleken dat de telefoon van de verdachte op 23 mei 2022 omstreeks 14:37 uur een zendmast heeft aangestraald, binnen het bereik waarvan de plaats delict zich bevindt.
Naar het oordeel van het Gerecht vormen voornoemde feiten en omstandigheden aanwijzingen voor de betrokkenheid van de verdachte bij de tenlastegelegde inbraak. Deze aanwijzingen zijn echter onvoldoende concreet en specifiek om met een voor een bewezenverklaring vereiste voldoende mate van zekerheid te kunnen concluderen dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij deze inbraak.
Het Gerecht zal de verdachte hiervan dan ook vrijspreken.
Ten aanzien van feit 2
[M.D.] heeft op 25 mei 2022 omstreeks 08:00 uur geconstateerd dat er diverse bouwmaterialen en gereedschappen zijn gestolen uit een door hem op [adres] geplaatste container. Hij heeft die container op 24 mei 2022 omstreeks 17:00 uur met een hangslot afgesloten. Dit betekent dat de inbraak moet hebben plaatsgevonden tussen 24 mei 2022 omstreeks 17:00 uur en 25 mei 2022 omstreeks 08:00 uur. [M.D.] heeft daarna camerabeelden (naar het Gerecht is gebleken: enkele korte fragmenten) aan de politie ter beschikking gesteld. Uit die beelden blijkt dat op enig moment twee mannen door een auto bij het genoemde adres worden afgezet, dat zij zich ophouden bij de container en vervolgens weer door een auto worden opgehaald. De camerabeelden zijn te vaag voor het doen van herkenningen die meer inhouden dan dat sprake was van mannen met een slank postuur. Bovendien ontberen de beelden een datum en een tijdsaanduiding.
In de telefoon van de verdachte zijn foto’s aangetroffen van uit deze container ontvreemde goederen. Enkele van die foto’s zijn op 31 mei 2022, bijna een week na de inbraak dus, bij de woning van [medeverdachte], gemaakt. Verder is nog gebleken dat de telefoons van de verdachte en [medeverdachte] in de nacht van 24 op 25 mei 2022 een zendmast hebben aangestraald, binnen het bereik waarvan de plaats delict zich bevindt én dat de verdachte en [medeverdachte] op 25 mei 2022 om 03:43 uur een telefoongesprek met elkaar hebben gevoerd, waarin [medeverdachte] aan de verdachte vraagt of ‘jullie’ de deur al hebben opengemaakt, hetgeen de verdachte bevestigt, waarna [medeverdachte] zegt dat hij eraan komt.
Naar het oordeel van het Gerecht vormen voornoemde feiten en omstandigheden aanwijzingen voor de betrokkenheid van de verdachte bij de tenlastegelegde inbraak. Deze aanwijzingen zijn echter onvoldoende concreet en specifiek om met een voor een bewezenverklaring vereiste voldoende mate van zekerheid te kunnen concluderen dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij deze inbraak. Het Gerecht betrekt daarbij de verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij deze goederen op de openbare weg heeft gevonden.
Het Gerecht zal de verdachte hiervan dan ook vrijspreken.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Ten aanzien van de feiten 3, 4 en 5
Anders dan de raadsvrouw heeft bepleit acht het Gerecht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 3, 4 en 5 tenlastegelegde diefstallen.
Het Gerecht overweegt daartoe als volgt.
Ten aanzien van feit 3 geldt dat de diefstal van de witte Kia Picanto heeft plaatsgevonden op 29 juni 2022 omstreeks 00:20 uur. Deze Kia Picanto is begin juli 2022 op het erf van [medeverdachte] terecht gekomen (pagina 147 en 150).
Dit, gevoegd bij het gesprek dat de verdachte op 28 juni 2022 voert met [voornaam medeverdachte], waarin hij aangeeft dat hij om 00:00 uur gaat kijken en dat hij het gaat pakken zodra men gaat slapen én het gesprek dat de verdachte in de middag van 28 juni 2022 voert met [naam], waarin hij aangeeft dat [voornaam medeverdachte] om een Picanto heeft gevraagd en dat hij die auto gaat ‘jorren’ (het Gerecht begrijpt uit de verklaring van de verdachte: stelen), laat naar het oordeel van het Gerecht geen andere conclusie toe dan dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze diefstal.
Ten aanzien van feit 4 geldt dat de diefstal van de bumper is ontdekt op 4 juli 2022 omstreeks 06:00 uur. In de telefoon van de verdachte zijn foto’s van die bumper aangetroffen, die op 4 juli 2022 zijn gemaakt. Daarnaast is in de telefoon van de verdachte en voicegesprek aangetroffen van 4 juli 2022 om 06:41 uur, waarin de verdachte onder meer zegt “ik had me genoodzaakt om de voorbumper compleet eraf te halen omdat je de chromen strippen niet zomaar eraf kunt krijgen met een platte schroevendraaier. Ik heb de hele bumper weggenomen, daarna rustig gezeten om deze eraf mooi, mooi te halen. Ik heb de ding van de spotlights, de zwarte ding waar de spotten erin gaat plus heb ik het harnas als je ze ook nodig hebt. Harnas compleet als je die nodig hebt. Waar ben je? Ik heb de dingen nu in mijn auto hier.” Deze feiten en omstandigheden laten naar het oordeel van het Gerecht geen andere conclusie toe dan dat de verdachte in de nacht van 3 op 4 juli 2022 zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van deze autobumper.
Het door de verdachte geschetste alternatieve scenario, inhoudende dat hij op straat iemand is tegengekomen die de bumper te koop heeft aangeboden, is op geen enkele wijze aannemelijk geworden.
Ten aanzien van feit 5 geldt dat er op 7 juli 2022 tussen 08:30 uur en 12:30 uur diverse goederen uit de woning van [M.F.] zijn ontvreemd. In de telefoon van de verdachte zijn foto’s aangetroffen van deze gestolen goederen. Die foto’s zijn op 7 juli 2022 met de telefoon van de verdachte gemaakt. Aanknopingspunten voor de betrokkenheid van anderen dan de verdachte ontbreken, mede vanwege het feit dat de verdachte met betrekking tot dit feit geen verklaring heeft kunnen of willen geven.
Ten aanzien van feit 6 geldt dat de verdachte heeft bekend dat hij het op de foto in zijn telefoon afgebeelde vuurwapen voorhanden heeft gehad.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 3, 4, 5 en 6 is ten laste gelegd, met dien verstande dat:
feit 3
hij in de periode van 28 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 te Curaçao, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een motorrijtuig, merk Kia, model Picanto ([kenteken]), toebehorende aan [O.V.];
feit 4
hij in de periode van 3 en 4 juli 2022, te Curaçao, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een autobumper met [kenteken] toebehorende aan [J.B.].
feit 5
hij omstreeks 7 juli 2022, te Curaçao, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
  • een gereedschap
  • een sieraad
  • mobiele telefoons
toebehorende aan [M.F.], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, door een keukenraam te forceren;
feit 6
hij in de maand juli 2022 in Curaçao, een vuurwapen, in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad.
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van de feiten 3 t/m 6
1. Een proces-verbaal van verhoor van 13 juli 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar J.R.R. Ferrero (pagina 197 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 13 juli 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
de verdachte:
Mijn telefoonnummer is [#390].
2. Een proces-verbaal van aangifte van 28 juli 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren J.R.R. Ferraro en M.C.M. Maria (pagina 170 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 7 juli 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[M.J.]:
Ik ken [verdachte] al sinds mijn vijftiende. Toen ik 22 was, heb ik een kind van hem gekregen. Onze relatie was meer aan/uit, omdat hij het merendeel ervan opgesloten zat in de gevangenis. De laatste ongeveer vijf maanden is hij vrij en zijn wij gaan samenwonen. Alles ging goed tot ik merkte dat hij niet veranderd is.
Hij heeft de gewoonte mij te vertellen wanneer hij weggaat dat hij met een vriend een klus gaat verrichten. Bij terugkomst bevestigt hij mij dat hij samen met die vriend een inbraak in een woning ging plegen.
In aanvulling daarop ten aanzien van feit 3
1. Een proces-verbaal van aangifte van 29 juni 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar R.V. Martina (4e aanvullend proces-verbaal, bijlage 4). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 4 juli 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[O.V.]:
Op 28 juni 2022 omstreeks 20:00 uur parkeerde ik mij auto, een witte Kia Picanto met [kenteken], [VIN-nummer], op het erf van mijn verblijfplaats [adres]. Op 29 juni 2022 omstreeks 00:20 uur hoorde ik mij ijzeren erfpoort met veel kabaal open gaan. Ik keek uit het raam. Op dat moment zag ik mijn auto met snelheid mijn erf uitrijden en wegrijden richting de Cadushistraat.
2. Een proces-verbaal van bevindingen van 17 juli 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar J.R.R. Ferrero (pagina 138 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Bij onderzoek in de mobiele telefoon van de verdachte werd een voicegesprek geïntercepteerd.
Whatsapp-gesprek op 28 juni 2022 tussen de verdachte ([#390]) en [voornaam medeverdachte] (#558]).
Nu broer ben je er. Ben je er. Ik ben vergeten jou een app te sturen. Mijn broer ik had dat gisteren voor jou geregeld heb je gehoord. Sinds gisteren. Straks ga ik nog even kijken of die er nog is. Als die er is vriend. Als ie GPRS heeft, straks als ik ga moet ie weg zijn. Als ie geen GPRS heeft moet ie zijn. Als ie is bel ik jou gelijk. Ik bel rond 01:00 uur of om 01:30 uur misschien eerder zodat wij kunnen ontmoeten om het aan jou te geven. Begrijp je. Waar ik het had gezet kan ik nu niet naar gaan kijken begrijp je. Er zijn ouwe mensen die in de buurt wonen, Hij is gezet net als een normale auto. Begrijp je. Zodat je het weet. Sinds gisteren had ik dat ding weggenomen zodat je het weet. Gisteren rond 6 uur had ik het weggenomen. Kijk naar je telefoon omstreeks 22:00 uur ga ik ernaar kijken. Omstreeks 24:00 uur ga ik ernaar kijken. Zodra men ga slapen ga ik het pakken. Als die er is stuur ik jou gelijk een app om tegen jou te zeggen om mij ergens te ontmoeten zodat ik het aan jou geef.
3. Een proces-verbaal van bevindingen van 17 juli 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar J.R.R. Ferrero (pagina 141 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Bij onderzoek in de mobiele telefoon van de verdachte werd een voicegesprek geïntercepteerd.
Whatsapp voice van verdachte ([#390]) naar [naam] ([#945]) d.d. 28 juni 2022.
13:25 AM de verdachte: Hey broer alles is hetzelfde gebleven. [Naam] is klaar en ik ben klaar. Nu ben ik thuis aan het slapen en ik ga niks doen. Doe je ding. We hebben geen auto zeker, zeker, wij hebben alleen een plekje nodig om het te bewaren. [Voornaam medeverdachte] gaat het kopen. [Voornaam medeverdachte] had mij voor een Picanto gevraagd en stap uit en Jor de auto gelijk. Ik stap gelijk uit jor dat ding en gaat het bewaren. Ik ben van plan ook een auto voor mezelf weg te nemen. Een forte zelfde als die ene die ik heb. Ik haal de voorkant weg, bumper, twee koplampen, snel snel. Zo maken wij geld om uit te gaan, als jij klaar bent kom je ons halen toch. We gaan ook twee huizen waarnemen. Heb je dat begrepen? Figo Figo we moeten een beetje geld maken, zodat we uit kunnen gaan (…).
4. Een proces-verbaal van verhoor van 3 augustus 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren J.R.R. Ferrero en M.D. Martina (pagina 265 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 3 augustus 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
de verdachte:
V: Wat bedoel je met het woord ‘jor’?
A: Auto wegnemen.
5. Een proces-verbaal van bevindingen 30 juli 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar E.A. Anches (pagina 147 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 29 juli 2022 is op [adres] een witte Kia Picanta met [kenteken] en [VIN-nummer] in beslag genomen. Gebleken is dat het kenteken bij die Kia Picanto behoort te zijn [kenteken].
Nadere overweging
Uit het proces-verbaal van aanhouding (pagina 150) van 30 juli 2022 blijkt dat op [adres] woonachtig is: [medeverdachte].
Uit de verklaring van [medeverdachte] van 30 juli 2022 (pagina 153) blijkt dat de desbetreffende witte Kia Picanto al ongeveer een maand (het Gerecht begrijpt:) begin juli 2022 bij [medeverdachte] thuis staat.
In aanvulling daarop ten aanzien van feit 4
1. Een proces-verbaal van aangifte van 5 juli 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar S. Carrilho (pagina 77 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 4 juli 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[J.B.]:
Op 3 juli 2022 omstreeks 18:30 uur heb ik mijn auto op mijn erf naast het huis aan de kant van de hoofdweg geparkeerd. Toen ik op 4 juli omstreeks 06:00 uur wakker werd, ontdekte ik dat mijn bumper met [kenteken] is weggenomen.
2. Een proces-verbaal van bevindingen van 30 juli 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar J.R.R. Ferraro (pagina 83 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
In de telefoon van de verdachte zijn videobeelden en foto’s aangetroffen van een donkergrijs gelakte personenauto van het merk Chrysler. Bij nader onderzoek bleken de foto’s te zijn genomen op 4 juli 2022. Uit onderzoek in de politiesystemen bleek dat [J.B] op 4 juli 2022 aangifte heeft gedaan van diefstal van haar voorbumper.
3. Een proces-verbaal van bevindingen van 18 juli 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar J.R.R. Ferraro (pagina 87 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 18 juli 2022 werd de video-opname en de foto die in de telefoon van de verdachte is aangetroffen getoond aan [man van J.B.]. Hij verklaarde dat de aan hem getoonde foto en videoafbeelding van de voorbumper identiek is aan de van zijn vrouw gestolen voorbumper. Aan de bovenkant en de zijkant van de voorbumper zijn krassen waar te nemen. [Man van J.B.] verklaarde dat deze krassen afkomstig zijn van de tanden van hun hond. Verder herkende hij de spotlights aan de bumper. Er zijn drie auto’s op Curaçao voorzien met dat model. Dit model is alleen te koop in Amerika.
4. Een proces-verbaal van bevindingen van 17 juli 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar J.R.R. Ferraro (pagina 86). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Bevinding uitwerking voice-bericht van 4 juli 2022 om 06:41 uur gestuurd door de verdachte ([#390]) naar NN-man ([#277]).
“De chrome strippen zijn er, ik had me genoodzaakt om de voorbumper compleet eraf te halen omdat je de Chrome strippen niet zomaar eraf kunt krijgen met een platte schroevendraaier. Ik heb de hele bumper weggenomen, daarna rustig gezeten om deze eraf mooi, mooi te halen. Ik heb de ding van de spotlights, de zwarte ding waar de spotten erin gaat plus heb ik het harnas als je ze ook nodig hebt. Harnas compleet als je die nodig hebt. Waar ben je? Ik heb de dingen nu in mijn auto hier.”
In aanvulling daarop ten aanzien van feit 5
1. Een proces-verbaal van aangifte van 7 juli 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar J. van den Brink (pagina 159 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 7 juli 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[M.F.]:
Op 7 juli 2022 omstreeks 08.30 uur heb ik alle ramen en deuren gesloten en ben ik uit huis gegaan. Op 7 juli 2022 omstreeks 12:30 uur kwam ik thuis en zag dat er onbevoegden in mijn huis waren geweest. De achterdeur en het keukenraam stonden open. Onder het keukenraam lag een breekijzer.
Weggenomen goederen:
een telefoon merk Samsung model S20
een telefoon merk iPhone model 11
een horloge merk Guess
een boormachine merk De Wald
boter di gas (gasfles)
bentana (raam)
alcohol, fles Hennessy.
2. Een proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar R.R.M. Martina (pagina 165). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Er is onderzoek verricht aan de onder de verdachte inbeslaggenomen telefoon. Er werden diverse foto’s van bouwmaterialen, gereedschappen en horloges aangetroffen. Op 26 juli 2022 is een publicatie gemaakt van de foto’s zodat aangevers hun ontvreemde goederen kunnen herkennen. Naar aanleiding hiervan kwam [E.C] naar het bureau. Hij verklaarde dat zijn vrouw [M. F.] aangifte had gedaan van inbraak en diefstal, waarbij onbevoegden gereedschappen en sieraden hebben weggenomen.
Op 1 augustus 2022 zijn verschillende foto’s aan [E.C.] getoond. Hij herkende op foto 1 de boormachines. [E.C.] verklaarde dat de twee gele boormachines van het merk De Walt aan hem toebehoren. Hij herkende de boormachines aan de groen streep op de boor tip/punt die aan de machine zit. Hij verklaarde dat hij die boor/tippunt nooit van de machina afhaalt.
Bij onderzoek is gebleken dat deze foto op 7 juli 2022 met de telefoon van de verdachte is gemaakt.
In aanvulling daarop ten aanzien van feit 6
1. Een proces-verbaal van verhoor van 30 juli 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren J.R.R. Ferrero en M.C.M. Maria (pagina 251 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 30 juli 2022 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
de verdachte:
Ik heb bij de rechter-commissaris verklaard dat ik het vuurwapen op de foto heb gekocht van een man genaamd [naam] voor een bedrag van NAf 350,-.
2. Een proces-verbaal van bevindingen van 17 juli 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar J.R.R. Ferraro (2e aanvullend proces-verbaal pagina 28 e.v. ). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Bevinding uitwerking voice-bericht van 2 juli 2022 om 07:47 uur gestuurd door de verdachte ([#390]) naar [naam] ([#277]).
De verdachte zegt: “Ja, je moet me zeggen, broer ik had je 100 gulden voor ook maar ik heb er twee, drie dingen mee gedaan maar stuur jou foto van iets voor jou. Ik foto van iets voor jou, ik weet niet of je iemand voor mij zal krijgen daarvoor of wil jij het voor mij vasthouden of hoe.”
Op 2 juli 2022 om 07:47 uur stuurt de verdachte een foto van een nikkelkleurig wapen met een zwart handvat naar [naam].
De foto is gemaakt met de telefoon van de verdachte op 1 juli 2022.
Bevinding uitwerking voice-bericht van 2 juli 2022 om 07:47 uur gestuurd door de verdachte ([#390]) naar [naam] (#[277]).
De verdachte zegt: “Luister broer ik ga iets laatst doen en ik heb die ding gevonden, ik heb die ding gevonden. Wat wil je mij geven voor dat ding op de foto of je kunt ook als borg nemen. Praat met mij wat wil jij mij geven voor dat ding. Ik heb alleen een patroonmagazijn ervoor. Als er goed naar kijk zie je wel een patroonmagazijn maar dat is eentje zelf gemaakt. Wat geef je mij daarvoor? Geef me 500 gulden daarvoor no.”
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Het bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
Ten aanzien van de feiten 3 en 4:
telkens: diefstal.
Ten aanzien van feit 5
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats deze misdrijfs heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Ten aanzien van feit 6
overtreding van een in artikel 3 van de Vuurwapenverordening gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Vuurwapenverordening.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf en maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 tot en met 6 bewezenverklaarde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van het voorarrest.
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor het onder 1, 2, 3 4 en 5 ten laste gelegde. Zij heeft het Gerecht verzocht ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde in strafmatigende zin rekening te houden met het feit dat de verdachte het vuurwapen niet in het openbaar bij zich heeft gedragen.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
In dit geval heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een woninginbraak. Woninginbraken veroorzaken niet alleen de nodige materiële schade, maar maken ook een forse inbreuk op de privacy van de bewoners. Een woning is bij uitstek de plaats waar men zich veilig moet kunnen voelen. Het Gerecht rekent het de verdachte aan dat hij dit gevoel van veiligheid heeft aangetast. Meer in het algemeen veroorzaken dergelijke misdrijven in de samenleving gevoelens van grote onrust en onveiligheid. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig aan de diefstal van een auto en de diefstal van een bumper. Het is algemeen bekend dat autocriminaliteit een groot probleem is in Curaçao. Dergelijke feiten zijn bijzonder ergerlijk voor de direct betrokkenen en brengen naast hinder ook financiële schade voor de gedupeerden met zich mee. De verdachte heeft kennelijk geen oog gehad voor de schade en overlast die daardoor aan anderen wordt berokkend, maar heeft alleen gedacht aan zijn eigen geldelijk gewin.
Ten slotte heeft de verdachte een vuurwapen voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens is een ernstig strafbaar feit, gezien de grote dreiging die daarvan uitgaat voor anderen. Wapens worden regelmatig gebruikt voor criminele activiteiten. Daarom moet daartegen streng worden opgetreden.
Het Gerecht heeft nog acht geslagen op een de verdachte betreffende strafkaart. Hieruit blijkt dat de verdachte al meermalen onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van vermogensdelicten. Sterker nog, de verdachte was – na zijn laatste veroordeling tot een gevangenisstraf van 36 maanden – net enkele maanden vrij. Eerdere detenties lijken de verdachte er maar niet toe te brengen zijn leven een andere wending te geven.
Vanwege de ernst van de bewezen verklaarde feiten en verdachtes strafkaart kan, naar het oordeel van het Gerecht, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Deze straf is wel lager dan door de officier van justitie gevorderd, reeds omdat het Gerecht de verdachte van het onder 1 en 2 ten laste gelegde vrijspreekt.
Schadevergoeding
De benadeelde partij
[J.D.]heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding van NAf 18.053,86.
Nu aan de verdachte ter zake van het onder 1 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade veroorzaakt zou zijn, geen straf of maatregel wordt opgelegd en evenmin een schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel wordt uitgesproken, kan de benadeelde partij niet in de vordering worden ontvangen.
De benadeelde partij [
J.B.]heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding van NAf 11.537,04.
De verdediging heeft de vordering niet betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Gerecht genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij [J.B.] als gevolg van verdachtes onder 4 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag.
De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het Gerecht stelt vast dat de verdachte jegens het slachtoffer [J.B.] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder 4 bewezen verklaarde is toegebracht. Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Gerecht genoegzaam gebleken dat het slachtoffer als gevolg daarvan rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van NAf 11.537,-.Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
De benadeelde partij
[M.F.]heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding van NAf 5.907,80.
De verdediging heeft de vordering betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Gerecht genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij [M.F.] als gevolg van verdachtes onder 5 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het Gerecht stelt vast dat de verdachte jegens het slachtoffer [M.F.] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder 5 bewezen verklaarde is toegebracht. Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Gerecht genoegzaam gebleken dat het slachtoffer als gevolg daarvan rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van NAf 5.907,80. Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel is gegrond op de artikelen 1:62, 1:78, 1:136, 2:288 en 2:289 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Vuurwapenverordening.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 en 2 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
3 (drie) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Verklaart de benadeelde partij [
J.D.]niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat deze de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [
J.B.]geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 11.537,04(zegge: elfduizend vijfhonderd zevenendertig gulden en vier cent) en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [J.B.] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij [J.B.] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 11.537,04(zegge: elfduizend vijfhonderd zevenendertig gulden en vier cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
92(tweeënnegentig) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [
M.F.]geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 5.907,80 (zegge: vijfduizend negenhonderd zeven gulden en tachtig cent) en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [M.F.] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij [M.F.] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 5.907,80(zegge: vijfduizend negenhonderd zeven gulden en tachtig cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
64(vierenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. R.M. van Vuure, bijgestaan door de griffier mr. J. Mulder, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao op 21 december 2022.