In deze zaak heeft de moeder, wonende in Curaçao, een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling van haar minderjarige kinderen, geboren in 2013 en 2020, en om de man, de vader van de kinderen, voorlopig de omgang met hen te ontzeggen. De procedure begon met de indiening van verzoekschriften op 21 juni 2022, waarbij de moeder op 26 september 2022 aanvullende producties heeft ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 september 2022 was de moeder aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl de man en de voogdijraad niet verschenen, ondanks dat zij behoorlijk waren opgeroepen. De man had eerder om uitstel van de zitting verzocht, maar dit verzoek was afgewezen.
De moeder heeft in haar verzoek onderbouwd dat de kinderen door het gedrag van de man in hun zedelijke, geestelijke belangen en gezondheid ernstig worden bedreigd. Het gerecht heeft geoordeeld dat de moeder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat andere middelen om deze bedreiging af te wenden zullen falen. Daarom heeft het gerecht besloten de minderjarigen onder toezicht te stellen en de Stichting Gezinsvoogdij Instelling Curaçao als gezinsvoogd aan te stellen. De man krijgt de gelegenheid om omgang met de kinderen te hebben, maar onder de voorwaarden van de gezinsvoogd.
De beslissing van het gerecht is op 3 oktober 2022 openbaar uitgesproken door rechter F.J.F. Gerard. De zaak zal verder worden geëvalueerd in een toekomstige zitting, waarbij ook de rapportage van de gezinsvoogd zal worden betrokken. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, en verdere beslissingen zijn aangehouden.