ECLI:NL:OGEAC:2022:332

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
15 december 2022
Publicatiedatum
30 december 2022
Zaaknummer
CUR202204088
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking bij verkoop van gezamenlijke woning door ex-partners in kort geding

In deze zaak, die voorligt bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, betreft het een kort geding tussen twee ex-partners over de verkoop van een gezamenlijke woning. De eiseres, wonend in de Verenigde Staten, heeft de gedaagde, die nog in de woning woont, aangesproken op zijn medewerking bij de verkoop van de woning. De woning staat op naam van beide partijen, ieder voor de onverdeelde helft. Eiseres heeft een vordering ingesteld om gedaagde te verplichten een makelaar in te schakelen voor de verkoop van de woning en om volledige medewerking te verlenen aan bezichtigingen. De eiseres vordert ook een verdeling van de verkoopopbrengst en een ontruiming van de woning na verkoop.

De procedure is gestart met een verzoekschrift op 26 oktober 2022, gevolgd door producties van beide partijen en een mondelinge behandeling op 7 december 2022. De rechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is voor eiseres, die niet langer deelgenoot kan blijven van de woning. De gedaagde heeft de verkoopactiviteiten stilgelegd na onenigheid over de verdeling van de opbrengst. Tijdens de zitting is overeenstemming bereikt over de verkoop van de woning, en de rechter heeft de vorderingen van eiseres grotendeels toegewezen, met uitzondering van de vordering tot ontruiming, waar eiseres onvoldoende belang bij heeft aangetoond.

De rechter heeft bepaald dat gedaagde binnen 30 dagen een makelaar moet inschakelen en dat er een bedrag van USD 40.000 aan beide partijen moet worden uitgekeerd uit de netto-verkoopopbrengst. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 15 december 2022.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202204088
Vonnis in kort geding d.d. 15 december 2022
inzake
[EISERES],
wonend in de Verenigde Staten,
eiseres,
gemachtigde: mr. E.A. Knoppel,
tegen
[GEDAAGDE],
wonend in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: A.K.E. Henriquez.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift van 26 oktober 2022;
- producties 1 t/m 9 van eiseres en producties 1 t/m 10 van gedaagde;
- de mondelinge behandeling van 7 december 2022;
- de pleitnotities van de gemachtigden.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een relatie gehad. Zij hebben tot begin 2021 samengewoond aan het adres [adres], hierna ‘de woning’. De woning staat op naam van hen beiden, ieder voor de onverdeelde helft. Eiseres is teruggekeerd naar de Verenigde Staten. Gedaagde woont nog in de woning, maar wil op termijn ook terug naar de Verenigde Staten.
2.2.
Tussen partijen is gecorrespondeerd over de verkoop van de woning en over de onderlinge afrekening. Gedaagde heeft eiseres een voorstel gedaan om (bij een verkoopopbrengst van USD 620.000) aan eiseres uit de verkoopopbrengst USD 43.000 te laten toekomen, en de rest aan gedaagde. Eiseres heeft hierna het standpunt ingenomen dat aan iedere partij de helft van de opbrengst toekomt. Gedaagde heeft hierop de verkoopactiviteiten stilgelegd.

3.De vordering

Eiseres vordert om bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, samengevat:
a. gedaagde te bevelen een makelaar te belasten met de verkoop van de woning voor een verkoopbedrag van USD 685.000 met een marge van 5% tot 10%, op straffe van een dwangsom;
b. gedaagde te bevelen volledige medewerking te verlenen aan bezichtiging van de woning, op straffe van een dwangsom;
c. gedaagde te bevelen na verkoop van de woning en uiterlijk een week voor de notariële levering de woning te ontruimen;
d. de opbrengst van de woning aldus te verdelen dat, na voldoening van de makelaarscourtage, notariskosten en overige kosten, de verkoopopbrengst bij helfte aan partijen wordt uitgekeerd;
e. althans in goede justitie te beslissen op voorgaande vorderingen.

4.De beoordeling

4.1.
De woning behoort aan beide partijen in eigendom toe. Eiseres woont niet meer in de woning en verlangt dat deze te gelde wordt gemaakt. Uit artikel 3:178 Burgerlijk Wetboek volgt dat eiseres niet verplicht kan worden deelgenoot te blijven in de gemeenschappelijke woning. Reeds op deze grond, gevoegd bij haar stelling dat zij, mede gelet op haar gevorderde leeftijd, het geld dringend nodig heeft, heeft eiseres een spoedeisend belang bij het door haar gevorderde. Het op dat punt door gedaagde gevoerde verweer moet worden verworpen.
4.2.
Uit de stukken blijkt dat gedaagde de aanvankelijke verkoopactiviteiten heeft gestaakt, nadat gebleken was dat tussen partijen geen overeenstemming bestond over de verdeling van de te verwezenlijken opbrengst. Gedaagde kan dus niet worden gevolgd in zijn stelling dat eiseres dit kort geding nodeloos heeft ingesteld.
4.3.
Ter zitting is er overeenstemming over bereikt dat de woning (opnieuw) in de verkoop wordt genomen. Eiseres heeft ingestemd met de door gedaagde voorgestelde makelaar, door partijen aangeduid als [voornaam] van Century 21. Beide partijen hebben belang bij een vlotte verkoop tegen een zo hoog mogelijke prijs.
4.4.
Vorderingen a) en b) van eiseres zullen op grond van het voorgaande worden toegewezen als hierna omschreven, met een passend geachte termijn voor nakoming en een passend geachte dwangsom in geval gedaagde in gebreke blijft aan de bevelen te voldoen.
4.5.
Bij vordering c) heeft eiseres onvoldoende belang. Er zijn geen aanwijzingen dat gedaagde, als de woning verkocht is, de levering daarvan zal willen blokkeren.
4.6.
Met vordering d) beoogt eiseres een voorschot te nemen op de verdeling van de verkoopopbrengst. Partijen zijn het erover eens dat ook aan eiseres een deel van de opbrengst toekomt. Volgens gedaagde is dat het bedrag dat door eiseres is bijgedragen bij de aankoop van de woning (voor USD 320.000) in 2018. Vaststaat dat eiseres toen een bedrag van afgerond USD 32.000 heeft voldaan. Dat eiseres daarnaast nadere bedragen heeft gefourneerd, is niet aannemelijk geworden. Op telefonische navraag bij eiseres ter zitting, kwam geen eenduidig antwoord. Niet aannemelijk lijkt in elk geval dat eiseres, zoals namens haar ter zitting is gesteld, naast het bedrag van USD 32.000 ook een bedrag van afgerond USD 180.000 heeft bijgedragen. Voorts kan niet zonder meer worden aangenomen dat de enkele omstandigheid dat de onroerende zaak ten name van beide partijen is gesteld, ieder voor de onverdeelde helft, meebrengt dat aan eiseres de helft van de opbrengst toekomt. Een onderlinge afrekening op basis van ieders inleg (met een verdeling naar rato van de waardestijging) lijkt in deze zaak meer in de rede te liggen. Voor onderzoek naar de feiten en omstandigheden die hierbij relevant kunnen zijn, is in kort geding echter geen plaats. Volstaan zal daarom worden met een beslissing dat gedaagde eraan dient mee te werken dat aan eiseres – en aan gedaagde zelf – direct na de levering uit de verkoopopbrengst een (voorschot)bedrag van USD 40.000 dient te worden voldaan. Over de bestemming van het restant zullen partijen zich nader met elkaar moeten verstaan.
4.7.
Beslist zal worden als hierna omschreven. Er is geen aanleiding af te wijken van het uitgangspunt dat rechterlijke bevelen uitvoerbaar bij voorraad zijn. Nu partijen ex-partners zijn, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd.

5.Beslissing

Het gerecht:
rechtdoende in kort geding:
5.1.
beveelt gedaagde om binnen 30 dagen na heden makelaar [voornaam] van Century 21 te belasten met de verkoop van de woning voor een verkoopbedrag van USD 685.000 met een marge tot 10%, althans een door de makelaar te bepalen marge, en om zijn volledige medewerking te verlenen aan bezichtiging van de woning, alles op straffe van een dwangsom van NAf 1.000 voor iedere dag dat gedaagde in gebreke blijft aan dit bevel te voldoen, met een maximum van NAf 100.000;
5.2.
beveelt gedaagde eraan mee te werken dat uit de netto-verkoopopbrengst van de woning direct na levering een bedrag van USD 40.000 aan ieder van partijen wordt uitgekeerd;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of ander gevorderde af;
5.5.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, en op 15 december 2022 in het openbaar uitgesproken.