Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
af;
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft eiseres, een voormalig kabinetsmedewerker van de Minister van Financiën, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, de huidige Minister van Financiën, wegens onrechtmatige uitlatingen op sociale media. Eiseres vordert rectificatie van beschuldigingen die door gedaagde zijn gedaan over haar betrokkenheid bij een overeenkomst van opdracht (OVO) en haar rol in een automatiseringstraject. De zaak draait om de vraag of de uitlatingen van gedaagde, die suggereren dat eiseres onregelmatig een contract heeft verkregen en verantwoordelijk was voor gebrekkige software, onrechtmatig zijn.
Het procesverloop toont aan dat eiseres op 17 december 2021 een inleidend verzoekschrift heeft ingediend, gevolgd door een wijziging van eis op 1 februari 2022. De behandeling vond plaats op 10 februari 2022, waarbij beide partijen in persoon verschenen. Eiseres stelt dat de uitlatingen van gedaagde schadelijk zijn voor haar reputatie en dat deze geen feitelijke basis hebben. Gedaagde voert aan dat zijn uitlatingen in een politieke context zijn gedaan en dat hij recht heeft op vrijheid van meningsuiting.
De rechter oordeelt dat de uitlatingen van gedaagde voldoende feitelijke basis hebben en dat eiseres niet ontvankelijk is in haar vorderingen. De rechter wijst de vorderingen van eiseres af en veroordeelt haar in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de afweging tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op bescherming van de goede naam.