In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, vordert eiseres, wonend in de Verenigde Staten, betaling van een bedrag van USD 112.875,14 van Caribbean Sea Sports N.V. (CSS), een onderneming die zich richt op zeil- en duiktochten voor toeristen. De vordering is gebaseerd op een schuldbekentenis die is afgegeven door CSS, waarin is vastgelegd dat zij aan eiseres een bedrag van USD 115.614,99 verschuldigd is, inclusief rente. Eiseres heeft het bedrag van USD 100.000 ter beschikking gesteld aan CSS via een medewerker van CSS, die tevens haar voormalig echtgenoot is. De schuldbekentenis is gedateerd op 2 augustus 2019 en bevat een aflossingsschema, met een rente van 16% per jaar in geval van wanbetaling.
Tijdens de procedure heeft CSS betwist dat de handtekening van de bestuurder van CSS op de schuldbekentenis authentiek is, en heeft zij aangevoerd dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling omdat zij niet rechtstreeks aan CSS heeft betaald. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat eiseres gerechtvaardigd heeft mogen vertrouwen op de schijn van volmachtverlening door CSS aan de medewerker, en dat CSS de schuldbekentenis achteraf heeft bekrachtigd. Het Gerecht heeft vastgesteld dat CSS op de hoogte was van de investering van eiseres en dat zij de ontvangen gelden heeft gehouden en verbruikt.
Uiteindelijk heeft het Gerecht de vordering van eiseres toegewezen, waarbij CSS is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten. CSS is ook veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. P.E. de Kort op 21 november 2022.