Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
[eiser 1], [eiseres 2], [eiser 3],
de minister van Justitie,
Procesverloop
31 maart 2022 (CUR202201677), 18 mei 2022 (CUR202202193), 4 november 2021 (CUR202203891), 6 mei 2022 (CUR202202231), 29 maart 2022 (CUR202201636),
13 mei 2022 (CUR202202457) (de bestreden beschikkingen) zijn de aanvragen van eisers om een vergunning tot tijdelijk verblijf met als doel ‘arbeid als zelfstandige’ of ‘eigen bedrijf’ afgewezen.
16 september 2022 heeft het Gerecht aan partijen een aantal vragen gesteld ter voorbereiding op de geplande zitting van 19 oktober 2022. De gemachtigde van eisers heeft de vragen bij brief van 11 oktober 2022 beantwoord. Bij die brief heeft de gemachtigde van eisers ook een nadere toelichting van de beroepsgronden ingediend en producties overgelegd. Bij brief van 11 oktober 2022 heeft verweerder de vragen van het Gerecht beantwoord. Ook verweerder heeft een nadere onderbouwing van zijn standpunten gegeven in deze akte en producties overgelegd.
La Croes.
Overwegingen
18 januari 2014 binnengereisd en woont en werkt sindsdien in Curaçao. Hij heeft een partner met de Nederlandse nationaliteit. Aan hem zijn steeds vergunningen tot tijdelijk verblijf verleend met als doel arbeid. De laatste aan eiser verleende vergunning is die bij beschikking van 16 april 2019. Die vergunning was geldig tot en met 30 november 2020. Hij heeft op 4 augustus 2021 een aanvraag gedaan voor een verblijfsvergunning.
Beslissing
- verklaartde beroepen tegen de bestreden beschikkingen
gegrond; - vernietigtde bestreden beschikkingen;
- bepaaltdat verweerder binnen zes maanden na verzending van deze uitspraak nieuwe beschikkingen neemt op de aanvragen van eisers;
- veroordeeltverweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van
NAf 4.200,-; - bepaaltdat verweerder het door eisers betaalde griffierecht van NAf 150,- aan elke eiser vergoedt.
zes wekenna de dag van kennisgeving van de uitspraak.