verzoeker] verzoekt, na zijn eis te hebben vermeerderd:
“om bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, op de minuut en op alle dagen en uren:
- Voor recht te verklaren dat de litigieuze overeenkomst van 30 mei 2013 zo dient te worden uitgelegd dat de loondoorbetalingsverplichting van ACU herleeft per 9 januari 2015, zijnde de datum van het arrest van de Hoge Raad.
- Voor recht te verklaren dat ACU gehouden is het loon van [verzoeker] door te betalen vanaf 9 januari 2015 en verder, althans vanaf een door uw Gerecht in goede justitie te bepalen datum tot en met het bereiken van het 65ste levensjaar van [verzoeker].
- Het gewogen maandelijkse loon van [verzoeker] te bepalen op een bedrag van NAfl. 25.379,90 bruto, althans een ander door uw Gerecht in goede justitie te bepalen bedrag.
- ACU te veroordelen het loon van [verzoeker] door te betalen vanaf 9 januari 2015 tot en met de dag dat de arbeidsrelatie tussen ACU en [verzoeker] rechtsgeldig zal zijn geëindigd dan wel tot en met de dag dat [verzoeker] de 65ste levensjaar zal hebben bereikt, althans vanaf en tot en met een door uw Gerecht in goede justitie te bepalen ingangsdatum en einddatum.
- Voor zover uw Gerecht zou oordelen dat de litigieuze overeenkomst van 30 mei 2013 zodanig moet worden uitgelegd dat de loondoorbetalingsverplichting van ACU per die datum zou zijn geëindigd:
○ Primair op de voet van artikel 6:248 BW die regel uit de overeenkomst buiten toepassing verklaren en wel met terugwerkende kracht tot aan 9 januari 2015;
○ Subsidiair op de voet van artikel 6:2 en 6:258 BW de overeenkomst al dan niet partieel te wijzigen, dan wel te ontbinden, zodanig dat die regel uit de overeenkomst komt te vervallen en wel met terugwerkende kracht tot aan 9 januari 2015;
○ Meer subsidiair op de voet van artikel 6:228 en 6:230 BW de overeenkomst te vernietigen, dan wel de nadelige gevolgen van de overeenkomst op te heffen, zodanig dat de loondoorbetalingsverplichting van ACU herleeft per 9 januari 2015.
- In alle gevallen ACU te veroordelen in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten ad ANG 250 zonder betekening en ANG 400 in geval van betekening, alle kosten te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het in de in deze te wijzen vonnis, en, voor het geval voldoening niet binnen die termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten, te rekenen vanaf de vijftiende dag na dat vonnis.”