ECLI:NL:OGEAC:2022:277

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
13 oktober 2022
Publicatiedatum
17 oktober 2022
Zaaknummer
CUR202202853
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding tussen ex-echtelieden over ontslag uit hypotheek en ontruiming van de woning

In deze zaak, die op 13 oktober 2022 door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om een kort geding tussen twee ex-echtelieden. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. S.A.T. Ayubi-Haakmeester, vordert dat de gedaagde man ervoor zorgt dat zij uit de hypotheek wordt ontslagen of dat hij de woning ontruimt om de verkoop te bespoedigen. De partijen zijn ex-echtelieden en de ontbinding van hun huwelijk is in 2019 ingeschreven. De woning, die nog niet is verdeeld, is belast met een hypothecaire lening waarvoor beide partijen hoofdelijk aansprakelijk zijn. De eiseres heeft aangegeven in een benarde financiële situatie te verkeren, met dubbele woonlasten en zonder voldoende middelen om een nieuwe auto te kopen. De gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat hij de woning niet wil verkopen vanwege de emotionele waarde en dat hij binnenkort in staat zal zijn om de hypotheek over te nemen. Het gerecht heeft geoordeeld dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat hij de financiering rond heeft en heeft de vorderingen van de eiseres gedeeltelijk toegewezen. De gedaagde is veroordeeld om de woning te verlaten en te ontruimen als hij niet kan aantonen dat hij de hypotheek kan overnemen. Tevens is bepaald dat de woning in het openbaar verkocht zal worden als deze na acht maanden nog niet is verkocht. De proceskosten zijn gecompenseerd.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202202853
Vonnis in kort geding d.d. 13 oktober 2022
inzake
[EISERES],
wonende in Curaçao
,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.A.T. Ayubi-Haakmeester,
--tegen--
[GEDAAGDE],
wonende in Curaçao
,
gedaagde,
procederende in persoon.
[…]

1.Verloop van de procedure

1.1. [
eiseres] heeft op 21 juli 2022 een verzoekschrift ingediend. Vervolgens heeft op 28 september 2022 de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [eiseres] is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. Ayubi-Haakmeester. [gedaagde] is in persoon verschenen. Partijen hebben, mr. Ayubi-Haakmeester aan de hand van de door haar overgelegde pleitaantekeningen, het woord gevoerd en vragen beantwoord.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn ex-echtelieden. De ontbinding van de echtscheidingsbeschikking is op […] 2019 in de registers van de burgerlijke stand ingeschreven.
2.2.
De gemeenschappelijke woning gelegen op een perceel eigendomsgrond groot circa 501 m2, gelegen in het Tweede District te Zeelandia bij Ronde Klip, nader omschreven in meetbrief nummer […], met het daarop gebouwde plaatselijk bekend als verkavelingsplan […] (hierna: de woning) is nog steeds niet verdeeld.
2.3.
Bij vonnis van 18 mei 2021 heeft het gerecht als volgt beslist:
“(...) 5.1. verstaat dat de man en de vrouw instemmen met en meewerken aan toedeling en levering van het eigendomsaandeel in de woning van de vrouw aan de man voor een bedrag van de helft (50%) van NAf 240.000 ten overstaan van notaris Fung-a-Loi en Samander, waarbij de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire lening wordt ontslagen; (...)
5.3.
bepaalt dat partijen bij gebreke van een positief (her)financieringsvoorstel van de bank aan de man, binnen vier maanden na datum van het vonnis, gezamenlijk een makelaar opdracht zullen geven tot en zullen meewerken aan de verkoop van de woning aan een derde, waarbij de door deze makelaar te adviseren vraag- en verkoopprijzen bindend zijn; (...)”
2.4.
Het gerecht heeft bij vonnis van 15 oktober 2021 onder 4.5. als volgt overwogen:
“(...) Tot slot heeft de man gewezen op het belang om de woning te behoeden voor leegstand. Hiertegenover heeft de vrouw geen belangen harerzijds gesteld die zodanig zwaar wegen dat de man met zijn gezin ten gunste van haar zou moeten ontruimen, in afwachting van ofwel het definitief rondkomen van de financiering, ofwel de verkoop aan een derde. De man heeft verklaard dat hij zich bewust is dat hij in dat laatste geval uiterlijk direct voor de levering aan een derde de woning dient te ontruimen.(...)”
2.5.
Bij e-mailbericht van 1 juli 2021 heeft PSB bank het volgende aan [gedaagde] medegedeeld:
“(...) 2. Ora kita e saldo habri di hypothek, I gastunan ku ta bin aserka Mr. mester di un eigen inbreng di ANG 10.000; (...)
4. Basa riba Mr. su salaris bruto, e salario no ta karga e hypotec;(...)
6. Desafortunadamente e salario toch no ta karga overname di e hypothek, I no tin espasio pa Mr sigui paga e ACU IF Shonfia I fiansa personal pa e eigen inbreng;
Basa riba e ariba menshona, mi konsego na Mr. [gedaagde] ta pa laga e saldo di e fiansanan personal baha. Tambe tin algun fiansa chikitu ku pronto lo bai kaba.
Kreando espasio pa Mr. por tuma den futuro e hypothek over I tambe un fiansa personal pa paga e eigen inbreng ku Mr. tin mester. (...)”
2.6.
Op de woning rust een hypothecaire lening waarvoor partijen hoofdelijk aansprakelijk zijn. [eiseres] en [gedaagde] betalen iedere maand ieder NAf 891,22 ter aflossing van de hypotheekschuld.
2.7.
Sinds 15 augustus 2021 woont [gedaagde] samen met zijn huidige partner en de kinderen in de woning.

3.Het geschil

3.1. [
eiseres] vordert, bij vonnis, voor zoveel als mogelijk uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] te veroordelen om:
a. indien [gedaagde] heeft aangetoond de financiering rond te hebben dat hij in afwachting van het passeren van de notariële aktes het aandeel van de hypotheek van [eiseres] als eigen lening dient te voldoen.
Primair
bij het niet kunnen bewerkstelligen dat [eiseres] wordt ontslagen van haar aandeel in de hypothecaire verplichtingen [gedaagde] te veroordelen om binnen een maand na betekening van het vonnis de woning volledig en behoorlijk dient te verlaten en te ontruimen met afgifte van de sleutels. Bij het niet daaraan voldoen een dwangsom van Naf 1.000,-- per dag of een door het gerecht in goede justitie te bepalen bedrag op te leggen;
Subsidiair
benoeming van een makelaar om de woning aan een derde te verkopen en te gelasten de aanwijzingen van de makelaar op te volgen en
- het verschaffen van toegang tot de woning aan de makelaar met potentiële kopers;
- het ordelijk en schoonhouden van de woning;
- het netjes houden van de tuin;
- het niet aanwezig zijn op het moment dat de makelaar met potentiële kopers door de woning gaat;
- het zich onthouden van welke handeling dan ook die de verkoop van de woning belemmert/verslechtert, zulks op straffe van een dwangsom van Naf. 1.000,00 per keer dat [gedaagde] niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van Naf 50.000.
[gedaagde] te gelasten alle bouwactiviteiten aan of rondom de woning te staken en gestaakt te houden.
bij het kunnen overnemen van de hypotheeklasten [gedaagde] te veroordelen om het aandeel van de hypotheek van [eiseres] te betalen tot aan datum passeren van de notariële akte.
te bepalen dat [eiseres] na het in deze te wijzen vonnis gerechtigd is tot verkoop van de woning […] door tussenkomst van een door uw Gerecht aan te wijzen of een door [eiseres] in te schakelen makelaar, waarbij de door deze makelaar te adviseren vraag- en verkoopprijs bindend is;
te bepalen dat indien [gedaagde] weigert mee te werken aan het verlijden van de akte het vonnis dezelfde kracht heeft en in de plaats treedt van de rechtshandeling die daarvoor vereist is.
indien de woning na het verstrijken van acht maanden nog niet is verkocht dat deze door een door uw Gerecht aan te wijzen notaris in het openbaar zal moeten worden verkocht;
[gedaagde] te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten en de kosten van de deurwaarder (in totaal NAf 1.255,20) en dat van onderhavige procedure vermeerderd met de wettelijke rente indien niet binnen 14 dagen hieraan is voldaan, althans alles als door UEA in goede justitie te bepalen.
3.2. [
gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het voor een kortgedingprocedure vereiste spoedeisende belang vloeit voort uit de aard van de zaak.
4.2. [
eiseres] heeft aangevoerd dat zij in een benarde situatie verkeert. Haar auto is stuk en kan niet meer gerepareerd worden. Zij beschikt niet over genoeg financiële middelen om een nieuwe auto te kopen. Om naar haar werk te gaan is zij nu afhankelijk van familieleden en/of het openbaar vervoer. Naast de huur van de woning waarin zij nu verblijft, moet [eiseres] iedere maand ook NAf 891,22 aan hypotheek betalen voor de woning waarin [gedaagde] samen met zijn gezin verblijft. [eiseres] is niet langer in staat om deze dubbele woonlasten te dragen. Een positief (her)financieringsvoorstel van de bank aan [gedaagde] is uitgebleven, waardoor de woning verkocht had moeten worden. Dit is niet gebeurd, omdat [gedaagde] heeft geweigerd zijn medewerking daartoe te geven. Zo heeft hij de makelaar van Domicilie weggestuurd en deze verzocht om hem niet meer lastig te vallen. Het wordt tijd dat uitvoering wordt gegeven aan het vonnis van de rechter van 18 mei 2021.
4.3. [
gedaagde] heeft aangevoerd dat hij de woning niet wil verkopen vanwege de emotionele waarde. De kinderen zijn in de woning opgegroeid en wonen nu nog steeds in de woning. Het klopt dat hij een tijdje geleden niet in staat was om de hypotheek over te nemen, maar binnenkort zal hij wel in staat zijn om die over te nemen. Zijn persoonlijke lening bij Shon Fia heeft hij inmiddels afgelost. De persoonlijke lening bij ACU heeft hij bijna afgelost. Hierdoor zal [gedaagde] op korte termijn (per 1 december 2022) meer financiële ruimte hebben om de hypotheek over te kunnen nemen.
4.4.
Het gerecht oordeelt als volgt. [gedaagde] heeft niet aangetoond dat hij de financiering inmiddels rond heeft. Er is dan ook nog geen concreet zicht op dat hij kan bewerkstelligen dat [eiseres] wordt ontslagen uit de hypothecaire verplichtingen. Bij die stand van zaken kan [eiseres] [gedaagde] in redelijkheid houden aan de beslissing in het kort geding-vonnis van 18 mei 2021 en aansturen op verkoop van het huis. Gelet op de onbetwiste omstandigheid dat [gedaagde] verkooppogingen van de benaderde makelaar tegenwerkt, heeft [eiseres] er belang bij dat een dwangsom wordt verbonden aan de verplichting van [gedaagde] om mee te werken aan verkoop. Tevens heeft zij er belang bij dat, als onderhandse verkoop niet slaagt, bepaald wordt dat het huis in het openbaar zal worden verkocht. In beide gevallen heeft [eiseres] er voorts belang bij dat [gedaagde] het huis tijdig ontruimt ten behoeve van de koper.
4.5.
Ter zitting heeft [gedaagde] benadrukt dat hij zijn financiële zaken bijna op orde heeft en dat hij verwacht dat hij in december van dit jaar de hypotheek zal kunnen oversluiten, met ontslag van [eiseres] uit haar verplichtingen. In dat geval zou het huis behouden blijven als woning voor [gedaagde] en de kinderen van partijen. [gedaagde] heeft daaraan toegevoegd dat hij de door hem gestelde vordering op [eiseres] ter zake een gebruiksvergoeding voor de periode van 2018 tot 2021 dat [eiseres] het huis als enige heeft gebruikt, wil wegstrepen tegen de eventuele overwaarde van het huis. [eiseres] heeft hiertegenin gebracht dat dit soort voorstellen al eerder zijn gedaan, en dat zij er geen vertrouwen meer in heeft dat [gedaagde] de financiering daadwerkelijk rond zal krijgen. [eiseres] wil verlost worden van haar maandelijkse verplichtingen ter zake de hypotheek en van haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de restschuld van circa NAf 220.000.
4.6.
Het gerecht ziet in het ter zitting besprokene aanleiding de vorderingen van [eiseres] onder voorwaarden gedeeltelijk toe te wijzen als hierna onder 5.1 tot en met 5.3 omschreven. Met deze te nemen beslissing wordt enerzijds bevorderd dat daadwerkelijk tot uitkoop van [eiseres] dan wel verkoop aan een derde wordt gekomen, maar wordt [gedaagde] anderzijds nog een gelegenheid geboden het huis als woning voor hemzelf en de kinderen te behouden door alsnog te pogen [eiseres] te laten ontslaan uit de hypotheek.
4.7.
Het gerecht ziet geen aanleiding om [gedaagde] te verbieden om aanwezig te zijn tijdens de rondleiding met de makelaar door de woning.
4.8.
Bij gebreke van gemotiveerd verweer zijn de overige vorderingen van [eiseres] toewijsbaar als hierna onder 5.4 tot en met 5.6 omschreven.
4.9.
In de omstandigheid dat partijen voormalig echtgenoten zijn ziet het gerecht aanleiding de proceskosten te compenseren. Dat daarover in een eerder kort geding anders is beslist, doet daar niet aan af. Ook voor toewijzing van buitengerechtelijke kosten bestaat onvoldoende grond.

5.De beslissing

Het Gerecht:
rechtdoende in kort geding:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om, in het geval hij aan de hand van een offerte kan aantonen dat hij de woning kan financieren en [eiseres] per 1 december 2022 kan worden ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de aan de woning verbonden hypothecaire geldlening, in afwachting van het passeren van de notariële aktes het aandeel van de hypotheekschuld van [eiseres] als eigen schuld te voldoen;
5.2.
beveelt [gedaagde] om, in het geval hij niet aan de hand van een offerte kan aantonen dat hij de woning kan financieren en [eiseres] per 1 december 2022 kan worden ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de aan de woning verbonden hypothecaire geldlening, de woning uiterlijk op 1 maart 2023 te verlaten en te ontruimen, onder verbeurte van een dwangsom van NAf 250 voor iedere dag dat [gedaagde] aan deze veroordeling niet voldoet tot een maximum van NAf 25.000;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om, in het geval hij niet heeft voldaan aan het hiervoor onder 5.1. bepaalde, zijn medewerking te verlenen aan één van de makelaars verbonden aan Domicilie Real Estate om de woning te verkopen aan een derde, waarbij hij de aanwijzingen van de makelaar dient op te volgen en waarbij de door de makelaar te adviseren vraag- en verkoopprijs bindend zijn, en waarbij [gedaagde] de makelaar met de potentiële kopers toegang tot de woning dient te verschaffen, de woning ordelijk en schoon dient te houden, de tuin netjes dient te houden en zich dient te onthouden van welke handeling dan ook die de verkoop van de woning belemmert/verslechtert, een en ander onder verbeurte van een dwangsom van NAf 250 voor iedere dag dat [gedaagde] aan deze veroordeling niet voldoet tot een maximum van NAf 25.000;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] om alle bouwactiviteiten aan of rondom de woning te staken en gestaakt te houden;
5.5.
bepaalt dat indien [gedaagde] weigert om mee te werken aan het verlijden van de akte, het vonnis in de plaats treedt van zijn bij akte van levering van de woning vereiste wilsverklaring en handtekening;
5.6.
bepaalt dat indien de woning na het verstrijken van acht maanden nog niet is verkocht, deze door tussenkomst van notaris mr. Fung-a-Loi of één van haar vervangers in het openbaar zal worden verkocht;
5.7.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, bijgestaan door
mr. M.D.M. Connor, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2022.