ECLI:NL:OGEAC:2022:256

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
12 september 2022
Publicatiedatum
14 september 2022
Zaaknummer
CUR202000456
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot aanvullende schadevergoeding na verkeersongeval en de geldigheid van een vaststellingsovereenkomst

In deze zaak vordert eiseres, na een verkeersongeval op 9 mei 2005, aanvullende schadevergoeding van Aska Schadeverzekering N.V. Eiseres stelt dat er misbruik van omstandigheden heeft plaatsgevonden bij de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst, waarbij Aska een slotbetaling van NAf 60.000 heeft aangeboden. Eiseres, bijgestaan door haar advocaat mr. R.A.P.H. Pols, heeft Aska aansprakelijk gesteld voor de schade die zij heeft geleden door het ongeval. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een vaststellingsovereenkomst is gesloten, maar dat eiseres niet voldoende heeft aangetoond dat Aska misbruik heeft gemaakt van haar kwetsbare positie. De rechtbank oordeelt dat eiseres zich bewust was van de slotbetaling en dat er geen evident onrecht is aangetoond. De vordering van eiseres wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van Aska, die zijn begroot op NAf 3.000.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202000456
Vonnis d.d. 12 september 2022
inzake
[EISERES],
gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. R.A.P.H. Pols,
tegen
de naamloze vennootschap
ASKA SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.C. van Hoof.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Aska worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift met producties, op 7 februari 2020 ter griffie ingediend;
  • de conclusie van antwoord d.d. 26 oktober 2020;
  • een nadere productie zijdens Aska d.d. 11 januari 2021;
  • de mondelinge behandeling op 13 januari 2021;
  • de pleitaantekeningen zijdens [eiseres];
  • de akte na comparitie d.d. 25 april 2022 zijdens partijen;
  • De antwoordakte / akte uitlating producties d.d. 23 mei 2022 zijdens partijen.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 11 januari 2021 plaatsgevonden in aanwezigheid van partijen en hun gemachtigde en waarbij Aska deugdelijk werd vertegenwoordigd door mw. [naam 1], bedrijfsjurist. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben partijen hun wederzijdse standpunten (nader) uiteengezet, [eiseres] mede aan de hand van namens haar overgelegde pleitaantekeningen.
1.3.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1. [
[Eiseres] is op 9 mei 2005 een verkeersongeval overkomen. De bus waarin [eiseres] zat werd aangereden door een vrachtauto. [Eiseres] is daardoor uit de bus geslingerd.
2.2.
De vrachtauto was voor aansprakelijkheid verzekerd bij Aska. De maximaal verzekerde som bedraagt NAf 150.000.
2.3. [
[Eiseres], bijgestaan door mr. Pols, heeft Aska bij brief van 1 juni 2007 aansprakelijk gesteld voor alle schade voortvloeiende uit het ongeval. Aska heeft aansprakelijkheid erkend.
2.4.
In onderling overleg hebben partijen een medische expertise laten uitvoeren door A. Zahavi, revalidatiearts. Zahavi heeft op 15 mei 2012 een rapport uitgebracht. Uit het rapport volgt dat [eiseres] door het ongeval letsel heeft opgelopen als gevolg waarvan zij blijvende pijnklachten heeft in de nek, de rechter knie, het linker bovenbeen en in de lage rug. Zij ondervindt daardoor beperkingen in het uitvoeren van loonvormende arbeid en van huishoudelijke taken. De klachten en beperkingen leiden tot een invaliditeitspercentage van het gehele lichaam van 36%. Zahavi concludeert dat sprake is van een medische eindtoestand en dat er geen verbetering is te verwachten.
2.5.
Bij brief aan Aska van 21 juni 2012 vordert [eiseres]: “
een immateriële schadevergoeding van Nafl 75.000,=.
2.6. [
[eiseres] rappelleert zowel op 30 januari 2013 en op 26 maart 2013. Bij e-mail van 26 maart 2013 bericht mevrouw [naam 1] (jurist) van Aska dat zij de opvolgster is van de vorige schadebehandelaar, de heer [naam 2], en dat zij spoedig inhoudelijk op de kwestie terugkomt.
2.7.
In december 2013 vindt er een algemeen overleg plaats tussen Aska en de advocaat mr. Pols, waarbij ook het dossier [eiseres] aan de orde is gekomen en mr. Pols aanspraak maakt op uitkering van de totale verzekerde som.
2.8.
Op 19 december 2013 is [eiseres] opnieuw betrokken bij een ongeval, dit maal met Ennia als betrokken verzekeraar.
2.9.
Op 26 februari 2014 hebben Aska en [eiseres] een regeling getroffen ter regeling van de schade als gevolg van het ongeval in 2005. Blijkens de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst betaalt Aska, boven de reeds uitgekeerde bedragen van in totaal NAf 29.177,02, nog een slotbedrag van NAf 60.000 aan [eiseres] ter voldoening van alle schade voortvloeiende uit het ongeval. Betaling vindt plaats tegen finale kwijting.
2.10.
De vaststellingsovereenkomst is ondertekend door mevrouw [naam 1] van Aska en [eiseres].
2.11.
In de loop van 2014 en 2015 vindt er contact en/of overleg plaats tussen Aska en mr. Pols over verschillende lopende dossiers. De zaak van [eiseres] komt daar ook bij aan de orde, zonder dat de zaak inhoudelijk wordt besproken.
2.12.
Op 27 oktober 2017 ontvangt mr. Pols de vaststellingsovereenkomst.
2.13.
Vervolgens maakt [eiseres] een procedure tegen Aska aanhangig waarin zij aanvullende schadevergoeding als gevolg van het ongeval vordert.
2.14.
De senior manager van Aska verklaart op 7 januari 2021, voor zover van belang:

Mrs. [eiseres] contacted Aska to settle het case by herself and on het own volition. Between our claims department and Mrs. [eiseres] a full and final settlement of NAf. 60.000 was agreed. This process took several weeks and the claims department had multiple conversations with Mrs. [eiseres] before this agreement was reached. Our Legal Department drafted the settlement agreement, which was signed by both parties and the amount of NAf. 60.000 was pad to Mrs. [eiseres]. We were therefore very surprised that Mrs. [eiseres] still continued with the court case because we believed the matter was settled amicable.”
2.15.
Ter zitting heeft [eiseres] ten aanzien van het tot stand komen van de vaststellingsovereenkomst, op vragen van de rechter, het volgende verklaard:
De rechter: Senjora por splika wes kon e kaso a kana?
[eiseres]: Ma bai Aska pasobra nan a stop di pagami. Mi tabata fia sen di mi mama. Kada biaha mi a bai na mi abogado. Na Aska nan a bisa ku ta 3 mil mi ta hanja di schade. Door ku mi ta keda fia plaka di famia nan a kuminsa pididmi pa nan sen. Despues ma bai ku mi yiu muhe Aska. Ma bisa nan dikon nan no ta dunami mi sen di schade. Ma bai buska trabou pero mi no ta hanja paso mi mester bebe hopi remedi. Ora ma bai serka Aska nan a keda para riba e tres mil. Despues direpente nan a bisami nan ta dunami 60 mil. Nan a bisami ku si mi kier mi ta hanjele. Pero nan a bisami no bisa mi abogado. Mi a tuma e plaka pa mi por paga e hende nan ku mi debe. Nan a firma un check anto dunami.
De rechter: Dikon senjora no a jama e abogado?
[eiseres]: Door ku na Aska nan a bisami ku mi abogado no ta bisando mi berdat. Depues ma papia ku abogado Pols toch anto e a bisami ku e a pidi un voorschot no e schade.
De rechter: Ora senjora a hanja e sen senjora a pensa ku ta un voorschot?
[eiseres]: No ora mi a hanja e NAf 60.000,- mi a pensa ku esei ta e total. Despues nan a yamami bisami pa mi por bin firma un papel. E dia ku nan a dunami e check mi a firma algo pa mi por risibi e sen. Nan no a lagami lesa e papel. Ami a gewoon firma e papel. Mi no ta kompronde Hulandes bon bon. Door ku tawata tin hende riba mi pa nan sen mi a tuma e sen numa. Mi no a bai papia ku mi abogado di biaha. Ora e la hanja sa Aska a bel mi bisami dikon mi a bai tras di nan lomba. Mi a bisa mi abogado paso hopi hende ta mi tras pa sen. Hopi tempo despues mi a papia ku mi abogado.

3.Het geschil

3.1. [
[Eiseres] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
- Aska te veroordelen, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen het bedrag van NAf 90.000;
- vermeerderd met de wettelijke rente over de immateriële schade ter hoogte van NAf 75.000 vanaf datum ongeval, 9 mei 2005, tot de dag der voldoening van NAf 60.000 en over het restant vanaf die betaaldag van het voorschot tot de algehele voldoening, alsmede over de materiële schade ter hoogte van NAf 141.528,92 vanaf 1 juni 2007, zijnde de dag dat daarop aanspraak is gemaakt, tot de dag der algehele voldoening;
- vermeerderd met de kosten van buitengerechtelijke bijstand van NAf 10.229;
- kosten rechtens, gelijk elke veroordeling te voldoen binnen twee dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis.
3.2. [
[Eiseres] legt aan de vordering ten grondslag dat zij als gevolg van het ongeval letsel heeft opgelopen, waardoor zij schade lijdt. Aska is als aansprakelijke verzekeraar gehouden de door [eiseres] geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade als gevolg het ongeval te vergoeden. Er is geen bindende vaststellingsovereenkomst tussen partijen tot stand gekomen, dan wel wordt deze vernietigd nu sprake is van misbruik van omstandigheden.
3.3.
Aska voert gemotiveerd verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vaststaat dat tussen [eiseres] en Aska een vaststellingsovereenkomst tot stand is gekomen waarin partijen (in aanvulling op eerdere voorschot betalingen ten bedrage van NAf 29.177,02) tegen finale kwijting een slotbetaling van NAf 60.000 overeen zijn komen ter regeling van de schade van [eiseres] als gevolg van het ongeval in mei 2005.
4.2.
Ondanks deze vaststellingsovereenkomst vordert [eiseres] in deze procedure aanvullende schadevergoeding van Aska. De grondslag van het verzoek is, naar het gerecht begrijpt, dat Aska bij het tot stand komen van de finale regeling misbruik heeft gemaakt van omstandigheden door de vaststellingsovereenkomst met [eiseres] aan te gaan achter de rug van de advocaat om en zonder dat [eiseres] zich van de gevolgen van het ondertekenen bewust is geweest.
4.3.
Aska heeft verweer gevoerd. Volgens Aska is er geen sprake van misbruik van omstandigheden omdat [eiseres] zelf contact heeft gezocht met Aska om over de afwikkeling van de schade te praten. Mede gelet op het tijdsverloop sinds de datum van het ongeval stond het Aska vrij om desgevraagd rechtstreeks met [eiseres] een regeling te treffen. [eiseres] begreep dat het overeengekomen bedrag een slotbetaling was en dat zij met het tekenen van de overeenkomst geen aanspraak meer kon maken op aanvullende schadevergoeding. Voor zover er al sprake is van misbruik van omstandigheden leidt dat niet tot vernietiging van de vaststellings-overeenkomst, nu een beroep daarop is verjaard.
4.4.
Voor een succesvol beroep op misbruik van omstandigheden is (bewijs van) het enkele bestaan van bijzondere omstandigheden niet voldoende. De wederpartij moet daadwerkelijk
misbruikhebben gemaakt van de situatie waarin de ander zich bevond. Dat is het geval wanneer de wederpartij, de benarde positie of de geestelijke afhankelijkheid van de ander kennende, de overeenkomst sluit hoewel zij wegens de voor haar kenbare nadelen die voor de ander uit de overeenkomst voortvloeien, van het sluiten van de overeenkomst c.q. van het bedingen van bepaalde condities daarin, had behoren af te zien. Aldus dient er niet alleen sprake te zijn kenbare, bijzondere omstandigheden, maar ook van een causaal verband tussen de bijzondere omstandigheden en het aangaan van de overeenkomst.
4.5.
Wil een beroep op misbruik van omstandigheden slagen dan dient, gelet op het voorgaande, komen vast te staan dat Aska een finale regeling met [eiseres] treft hoewel zij wegens de voor Aska kenbare nadelen die voor [eiseres] uit de overeenkomst voortvloeien, van het sluiten van de overeenkomst c.q. van het bedingen van bepaalde condities daarin, had behoren af te zien. Van (financiële) benadeling hoeft niet zonder meer sprake te zijn geweest.
4.6.
In het licht van het voorgaande maakt Aska misbruik van de omstandigheden in het geval zij, zich bewust zijnde van de kwetsbare financiële positie van [eiseres], buiten de advocaat om een finale slotbetaling met [eiseres] overeenkomt, hoewel Aska weet dat [eiseres] van het treffen van deze regeling af had moeten zien gelet op de daaraan voor haar verbonden nadelen.
4.7.
Zoals door Aska gesteld en door [eiseres] ter zitting is bevestigd, heeft [eiseres] Aska zelfstandig benaderd om een over een aanvullende vergoeding te praten. [eiseres] geeft aan dat zij dat heeft gedaan omdat Aska gestopt was met betalen en zij krap bij kas was. [eiseres] is vervolgens buiten aanwezigheid van haar advocaat in overleg getreden met de schaderegelaar van Aska (mevrouw [naam 3]), welk overleg heeft geresulteerd in een finale regeling. Die regeling is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst die is geaccordeerd door de senior manager van Aska en door de jurist van Aska (mevrouw [naam 1]) en [eiseres] is door ondertekend. [eiseres] heeft ter zitting verklaard zich er van bewust te zijn dat er sprake was van een slotbetaling. Tussen de jurist van Aska en de advocaat van [eiseres] is twee maanden voor het tot stand komen van de finale regeling overleg geweest over verschillende lopende schadedossiers. Daarbij is ook het dossier van [eiseres] aan de orde gekomen, zij het niet inhoudelijk. De advocaat van [eiseres] heeft bij Aska aangedrongen op een inhoudelijk standpunt. Dat Aska onder deze omstandigheden de advocaat van [eiseres] niet heeft benaderd toen [eiseres] een finale regeling werd aangeboden, acht het gerecht in strijd met hetgeen van een redelijk verzekeraar mag worden verwacht. [eiseres] verkeerde op dat moment in financiële nood hetgeen voor Aska kenbaar was.
4.8.
Om misbruik van omstandigheden zijdens Aska aan te nemen is echter meer nodig. Er moet sprake zijn van evident aangedaan onrecht. Daarvan is niet gebleken. Daartoe geldt het volgende. Tot de datum van ondertekening van de vaststellingsovereenkomst had er tussen partijen nog geen inhoudelijk debat over de verschillende schadeposten plaatsgevonden. Na totstandkoming van het medisch rapport van Zahavi is er door personeelswisselingen binnen Aska geen schaderegelingsdebat op gang gekomen, althans van een dergelijk debat is het gerecht niets gebleken. Er is door de advocaat van [eiseres] wel herhaaldelijk gevraagd om een inhoudelijk standpunt van Aska. In afwachting van die reactie is door de advocaat aanspraak gemaakt op uitkering van de volledig verzekerde som. In de onderhavige procedure is gebleken dat partijen van mening verschillen over de omvang van de (im)materiële schade van [eiseres] als gevolg van het ongeval. Met name twisten partijen over de invloed van de beperkingen van [eiseres] op haar vermogen om inkomen te verwerven en huishoudelijke taken te verrichten, alsmede over de hoogte van de immateriële schade en over de schuldverdeling. Gelet op de uiteenlopende standpunten betreffende de schadebegroting en bij gebreke van een inhoudelijk debat daarover ten tijde van het tot stand komen van de finale regeling, is onvoldoende gebleken dat Aska met de slotbetaling van NAf 60.000 boven de reeds uitgekeerde voorschotten ad NAf 29.177,02 , mede bezien in het licht van de totale verzekerde som, evident misbruik heeft gemaakt van de omstandigheid dat [eiseres] in financiële nood verkeerde en zonder advocaat in onderhandeling was getreden. Zijdens [eiseres] is onvoldoende gemotiveerd gesteld dat er aan deze regeling zodanige nadelen voor [eiseres] zijn verbonden dat Aska had moeten weten dat [eiseres] daardoor van het treffen van deze regeling af had moeten zien.
4.9.
Dat [eiseres] meent dat zij via bemiddeling van haar advocaat aanspraak zou hebben kunnen maken op een hogere vergoeding, maakt niet dat het totstandkomen van een lagere slotbetaling tot misbruik zijdens Aska leidt. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van misbruik van omstandigheden is immers niet enkel bepalend of [eiseres] in geval van bijstand van een advocaat of in een gerechtelijke procedure een hogere schadevergoeding had kunnen krijgen. Bepalend is of er een zodanige wanverhouding is tussen het totale aan [eiseres] uitgekeerde bedrag en de redelijke te verwachten uitkomst van onderhandelingen in aanwezigheid van de advocaat, dat Aska had moeten begrijpen dat [eiseres] met het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst onrecht werd aangedaan. [eiseres] heeft dat – in het licht van het ontbreken van een inhoudelijk debat over de schadeposten en gezien de uiteenlopende standpunten van partijen daarover in de onderhavige procedure – onvoldoende gemotiveerd toegelicht. Dat er mogelijk tussen [eiseres] en haar advocaat een misverstand heeft bestaan over de eerdere vordering van de advocaat tot betaling van Naf 75.000 en waarvan [eiseres] niet had begrepen dat het een vordering tot betaling van een voorschot betrof, maakt dat niet anders.
4.10.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het beroep van [eiseres] op vernietiging van de vaststellingsovereenkomst niet opgaat. Het gevolg daarvan is dat de vordering tot vergoeding van de aanvullende schade moet worden afgewezen.
4.11.
Het beroep op verjaring door Aska kan gezien het voorgaande onbesproken blijven.
4.12. [
[Eiseres] zal als de (grotendeels) in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Aska tot op heden begroot op NAf 3.000 (2 punten x tarief 6 ad NAf 1.500) aan gemachtigdensalaris.

5.De beslissing

Het Gerecht:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Aska tot op heden begroot op NAf 3.000;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter, en op 12 september 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.