ECLI:NL:OGEAC:2022:249
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Verstek in civiele procedure met betrekking tot schuldbekentenis en onderliggende rechtsverhouding
In deze civiele procedure, aangespannen door de naamloze vennootschap RHM MANAGEMENT AND INVESTMENT COMPANY N.V., is op 29 augustus 2022 een vonnis gewezen door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. Eiseres heeft op 24 mei 2022 een inleidend verzoekschrift ingediend, waarin zij haar vordering heeft uiteengezet. Gedaagde, die in persoon is verschenen, heeft de vordering grotendeels erkend. Tijdens de rolzitting op 20 juni 2022 heeft gedaagde aangegeven op 18 maart 2022 een betaling van NAf 253 te hebben verricht, waarvoor een betalingsbewijs is overgelegd.
Het gerecht heeft echter behoefte aan nadere onderbouwing van de vordering van eiseres, die is gebaseerd op een schuldbekentenis. Uit de beschikbare documenten blijkt niet duidelijk waarop de schuld betrekking heeft. Het gerecht heeft eiseres verzocht om bij akte aanvullende informatie te verstrekken, waaronder de onderliggende kredietovereenkomst, het ontvangen bedrag, de overeengekomen rente, het totaal terugbetaalde bedrag, en een overzicht van het rekeningverloop. Dit is van belang om te bepalen wat de onderliggende rechtsverhouding van partijen is en of er dwingendrechtelijke bepalingen of kwesties van consumentenbescherming aan de orde zijn.
De zaak is verwezen naar de rolzitting van 17 oktober 2022 voor akte uitlating aan de zijde van eiseres, waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden. Het vonnis is uitgesproken door rechter P.E. de Kort in aanwezigheid van de griffier.