Uitspraak
HATO ASSETS COMPANY N.V.,
GOLDEN INVESTMENT PRIVATE FOUNDATION,
1.Het procesverloop
2.De verdere beoordeling
NAf 21.000,00(3½ punt, tarief 11)
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, stond de waarde van het erfpachtrecht centraal. De eiseres, HATO ASSETS COMPANY N.V. (HASCO), had een vordering ingesteld tegen GOLDEN INVESTMENT PRIVATE FOUNDATION (GIPF) in verband met de opzegging van het recht van erfpacht per 21 juli 2018. Het gerecht had eerder een deskundige benoemd om de waarde van het erfpachtrecht vast te stellen, maar GIPF had haar deel van het voorschot van NAf 15.000,- niet betaald, ondanks herhaalde aanmaningen. HASCO had haar deel van het voorschot wel voldaan.
Het gerecht oordeelde dat, omdat GIPF niet had betaald, de deskundige niet in staat was om zijn werkzaamheden te verrichten. Dit leidde tot de conclusie dat de waarde van het erfpachtrecht per 21 juli 2018 nihil was, zoals door HASCO was gesteld. Het gerecht verklaarde voor recht dat HASCO geen vergoeding verschuldigd was aan GIPF en beval GIPF om het uitoefenen van enig retentierecht te staken. Tevens werd GIPF veroordeeld in de proceskosten van HASCO, die tot aan het vonnis waren begroot op NAf 21.744,50.
De beslissing van het gerecht was uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de bevelen onmiddellijk moesten worden opgevolgd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. Dit vonnis werd uitgesproken op 22 augustus 2022 in aanwezigheid van de griffier.