ECLI:NL:OGEAC:2022:243

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
30 mei 2022
Publicatiedatum
5 september 2022
Zaaknummer
CUR202201108
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.C.B. Hubben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake niet verschenen eiser in civiele procedure tegen Curaçao Surveillance Services N.V.

In deze civiele procedure, aangespannen door een eiser die in persoon procedeerde, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 30 mei 2022 een vonnis gewezen. De eiser had op 16 maart 2022 een verzoek tot rechterlijk bevel tot betaling ingediend, waarop de gedaagde, Curaçao Surveillance Services (CSS) N.V., op 7 april 2022 schriftelijk tegenspraak had gevoerd. De zaak werd vervolgens verwezen naar een gewone terechtzitting. CSS diende op 13 mei 2022 een akte met producties en pleitnotities in, terwijl de eiser op 19 mei 2022 zijn pleitnotities per e-mail naar het Gerecht verzond.

De eiser is echter niet verschenen op de terechtzitting van 20 mei 2022, ondanks dat hij daar behoorlijk van op de hoogte was gesteld. Volgens artikel 872 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt de eiser geacht zijn vordering te hebben ingetrokken door zijn afwezigheid. Het Gerecht heeft in zijn beslissing vastgesteld dat de eiser zijn vordering heeft ingetrokken en heeft hem veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van CSS, die tot dat moment zijn begroot op NAf 1.000,= aan gemachtigdensalaris. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202201108
Vonnis d.d. 30 mei 2022 (bij vervroeging)
inzake
[EISER],
wonend in Curaçao,
eiser,
procederend in persoon,
tegen
de naamloze vennootschap CURACAO SURVEILLANCE SERVICES (CSS) N.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. D. Engels.
Partijen zullen hierna [eiser] en CSS worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1. [
eiser] heeft gesteld en gevorderd als vermeld in het verzoek rechterlijk bevel tot betaling met producties, dat op 16 maart 2022 ter griffie is ingekomen. CSS heeft op 7 april 2022 schriftelijk geantwoord en er blijk van gegeven tegenspraak met betrekking tot de gehele vordering te willen voeren. De zaak is daarop verwezen naar een gewone terechtzitting van het Gerecht. CSS heeft op 13 mei 2022 ter griffie een akte met producties en pleitnotities ingediend. [eiser] heeft op 19 mei 2022 zijn pleitnotities via e-mail aan het Gerecht verzonden.
1.2.
Vonnis is bij vervroeging bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1. [
eiser] is, hoewel behoorlijk daarvan in kennis gesteld, niet verschenen ter terechtzitting van 20 mei 2022. Ingevolge artikel 872 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt hij daarmee geacht zijn vordering te hebben ingetrokken en wordt hij in de proceskosten van de wederpartij veroordeeld.

3.De beslissing

Het Gerecht:
3.1.
verstaat dat [eiser] zijn vordering heeft ingetrokken op 20 mei 2022;
3.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van CSS tot op heden begroot op NAf 1.000,= aan gemachtigdensalaris.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.B. Hubben, rechter, en op 30 mei 2022 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.