ECLI:NL:OGEAC:2022:206

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
27 juni 2022
Publicatiedatum
26 juli 2022
Zaaknummer
CUR202200978
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verstrekking van informatie en betaling door Sagicor Life Inc. in een civiele procedure

In deze civiele procedure heeft eiser, wonend in Curaçao, een vordering ingesteld tegen Sagicor Life Inc., een nevenvestiging met hoofdvestiging buiten Curaçao, gevestigd in Curaçao. De vordering betreft onder andere de eis tot verstrekking van informatie en betaling van bedragen door Sagicor. Eiser heeft op 3 maart 2022 een inleidend verzoekschrift ingediend, waarop Sagicor op 6 juni 2022 heeft gereageerd met een conclusie van antwoord. Eiser heeft in zijn verzoekschrift een aantal producties overgelegd, maar heeft naar het voorlopig oordeel van het gerecht niet voldaan aan zijn stelplicht. Dit houdt in dat eiser onvoldoende feiten en stellingen heeft gepresenteerd ter onderbouwing van zijn vorderingen. Het gerecht heeft eiser de gelegenheid gegeven om zijn verzoekschrift aan te vullen en zijn vorderingen te verduidelijken. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting voor het indienen van een akte door eiser, met een peremptoire aanduiding, en er is een comparitie van partijen gelast voor het geven van inlichtingen en het beproeven van een minnelijke regeling. De beslissing is genomen door mr. O. Nijhuis en is op 27 juni 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Afdeling Civiel
Zaaknummer: CUR202200978
Vonnis van 27 juni 2022
inzake
[EISER],
wonend in Curaçao,
eiser,
in persoon,
tegen
de nevenvestiging met hoofdvestiging buiten Curaçao
SAGICOR LIFE INC.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.R. Hammoud.
Partijen zullen hierna [eiser] en Sagicor worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties, ingediend op 3 maart 2022;
- de conclusie van antwoord met producties, ingediend op 6 juni 2022;
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.Het geschil

3.1 [
eiser] vordert:
“1. Dat Sagicor de boven aangehaald aan [eiser] uitreikt
2. het exacte bedrag onder 5 en 6 met de bijbehorende volle berekening bekend maakt
3. Opname van 50% van het bedrag vermeld onder 5 met de wettelijke rente mogelijk wordt.
4. Opname van het bedrag vermeld onder 6 met de wettelijke rente mogelijk wordt
6. De gemaakte kosten van [eiser] wordt terug betaald inclusief kopie kosten
5. Bij niet voldoening aan het bevel van de rechter een dwangsom wordt opgelegd”.
3.3
Sagicor voert gemotiveerd verweer en concludeert
“tot niet-ontvankelijkheid dan wel tot afwijzing van de vorderingen van eiser met zijn veroordeling, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten en de nakosten en met de bepaling dat hij wettelijke rente over deze kosten verschuldigd zal zijn indien deze kosten niet binnen 15 dagen na het vonnis worden voldaan”.

4.De beoordeling

4.1 [
Eiser] heeft bij zijn inleidend verzoekschrift een groot aantal producties in het geding gebracht (geletterd A tot en met R) en daarop zijn vorderingen gebaseerd. [eiser] heeft in zijn inleidend verzoekschrift geen (rechts)feiten gesteld en evenmin toegelicht in hoeverre die producties steun bieden aan zijn vorderingen.
4.2
Daarmee heeft [eiser] naar het voorlopig oordeel van het gerecht niet aan zijn stelplicht voldaan. Die stelplicht houdt in dat [eiser] – volledig en naar waarheid – stellingen en feiten dient aan te voeren ter onderbouwing van zijn vorderingen, dus met andere woorden stellingen en feiten waarop hij zijn vorderingen baseert. De enkele verwijzing naar producties is daartoe onvoldoende.
4.3
Het gerecht ziet aanleiding [eiser] in de gelegenheid te stellen alsnog aan zijn stelplicht te voldoen door zijn inleidend verzoekschrift bij akte aan te vullen. Dit is overeenkomstig het verzoek van Sagicor om [eiser] zijn verzoek te doen aanvullen. Tevens zal hij in die akte zijn vorderingen kunnen verduidelijken en/of zijn eis kunnen veranderen. In dit verband wijst het gerecht erop dat Sagicor de vorderingen van [eiser] in meerdere opzichten als onduidelijk kwalificeert.
4.4. [
Eiser] zal zijn akte kunnen indienen op de hierna te noemen roldatum. [Eiser] zal Dadelijk peremptoir met de aanduiding P1 worden gesteld, zodat alsdan in beginsel geen uitstel zal worden verleend.
4.5
Indien die akte voor Sagicor aanleiding vormt haar conclusie van antwoord aan te vullen, zal zij zulks kunnen doen bij antwoordakte. Deze zal zij alsdan kunnen indienen op de na te noemen datum van de comparitie van partijen. Sagicor wordt erop gewezen dat zij volgens artikel 12 van het procesreglement daarvan uiterlijk op de derde werkdag voor de dag van de zitting aan de rechter en [eiser] bericht dient te sturen, onder bijvoeging van die akte. (NB volgens de opgave van [eiser] is diens mailadres: pipel@live.com).
4.6
Het gerecht zal een comparitie van partijen bepalen op de hierna te noemen datum.
4.7
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

Het gerecht:
verwijst de zaak naar de rolzitting van
22 augustus 2022 om 9.00 uurvoor akte aan de zijde van [eiser] als bedoeld in r.ov. 4.3, peremptoir met P1;
gelast een verschijning van partijen in persoon, desgewenst vergezeld van hun gemachtigden, voor het geven van inlichtingen en/of ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van
donderdag 15 september 2022 om 10.30 uurin een nader aan te duiden zaal van het gerechtsgebouw aan de Emancipatie Boulevard Dominico F. Don Martina 18, Curaçao;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis, rechter, en op 27 juni 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.