ECLI:NL:OGEAC:2022:20

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
13 januari 2022
Publicatiedatum
28 februari 2022
Zaaknummer
CUR202103716
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en rechtsgeldigheid van het ontslag in een arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 13 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en Skerpene Trading Company N.V. [verzoeker] was in dienst als autolakken-verkoper en later als verfmenger, maar werd op 3 september 2021 op staande voet ontslagen. Dit ontslag volgde na een incident op 1 september 2021, waarbij [verzoeker] zonder aankondiging op zijn werk verscheen en gegevens van de computer van Skerpene verwijderde. Skerpene stelde dat dit handelen een dringende reden voor ontslag opleverde, terwijl [verzoeker] betwistte dat hij opzettelijk had gehandeld en verzocht om het ontslag nietig te verklaren.

De procedure begon met een verzoekschrift van [verzoeker] op 17 november 2021, gevolgd door een verweerschrift van Skerpene op 13 december 2021. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 december 2021 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het Gerecht oordeelde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was, omdat [verzoeker] zonder toestemming toegang had gekregen tot de computer en belangrijke gegevens had gewist. Het Gerecht concludeerde dat het ontslag op staande voet op toereikende gronden was verleend en wees het verzoek van [verzoeker] af. Tevens werd [verzoeker] veroordeeld in de proceskosten van Skerpene, begroot op NAf 2.500,00.

Het zelfstandig tegenverzoek van Skerpene werd niet behandeld, omdat de voorwaarde voor toewijzing niet was vervuld. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werknemers en de noodzaak voor werkgevers om adequaat te reageren op ernstige schendingen van de arbeidsovereenkomst.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Zaaknummer: CUR202103716
Beschikking van 13 januari 2022
Inzake
[VERZOEKER],
wonende in Curaçao,
verzoeker,
verweerder in het voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek,
gemachtigde: mr. R.M.L. Conquet,
tegen
de naamloze vennootschap
SKERPENE TRADING COMPANY N.V.,
gevestigd in Curaçao,
verweerster,
verzoekster in het voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek,
gemachtigde: mr. M.A. van den Berg.
Partijen zullen hierna [verzoeker] en Skerpene worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 17 november 2021;
- het verweerschrift tevens voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek met producties, ingediend op 13 december 2021;
- de mondelinge behandeling op 16 december 2021, alwaar zijn verschenen [verzoeker], vergezeld van zijn echtgenote en bijgestaan door zijn gemachtigde, en mevrouw [naam 1] namens Skerpene, bijgestaan door har gemachtigde. Genoemde aanwezigen hebben allen het woord gevoerd, mr. Conquet aan de hand van een schriftelijke toelichting op het verzoek met productie.
1.2.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

2.1 [
verzoeker] is per 1 april 2010 in dienst getreden van Skerpene in de functie van autolakken-verkoper. Hij werkte laatstelijk in de functie van verfmenger tegen een loon van laatstelijk NAf 3.018,70 netto per maand.
2.2
Bij brief van 31 augustus 2021 heeft Skerpene aan [verzoeker] het volgende geschreven:
“(…) U bent op 1 april 2020 in dienst getreden bij
Skerpene Trading Company N.V.en u werkt momenteel in de functie van verfmenger. Zoals vandaag met u besproken, zal ons bedrijf een herstructurering moeten toepassen (…) In dit kader, dienen wij onze arbeidsrelatie te beëindigen. (…) Gaat u akkoord met dit finale voorstel van Naf. 14.400,00, dan bent u in dienst t/m 31 augustus 2021. U bent per heden vrijgesteld van dienst.
Gaat u niet akkoord met het voorstel, dan zal
Skerpene Trading Company N.V.de ontslagvergunning indienen bij de SOAW. Het voorstel van heden komt dan te vervallen en gehouden zal worden aan de op dat moment van toepassing zijnde berekening gedaan door de SOAW. U blijft vrijgesteld van dienst.
2.3
Op 1 september 2021 is [verzoeker] onaangekondigd op zijn werkplek verschenen.
2.4
Bij brief van 3 september 2021 heeft Skerpene [verzoeker] op staande voet ontslagen. Die brief luidt als volgt:
“Op woensdag 01 september jl. heeft u zich zonder voorafgaande berichtgeving toegang verschaft tot de computer van Skèrpènè Trading Co.. U heeft de gegevens van die computer moedwillig gewist. Hierdoor zijn zeer belangrijke en onmisbare bedrijfsgegevens verloren gegaan, met als gevolg een aanzienlijke schade voor uw werkgever. Uw handelen is volstrekt ontoelaatbaar, strijdig met artikel 7A:1615d BW en levert ingevolge artikel 7A:1615o BW een dringende reden voor ontslag op. U bent dan ook met onmiddellijke ingang ontslagen. (…)”
2.5
Bij brief van 13 september 2021 heeft [verzoeker] de nietigheid van het ontslag op staande voet ingeroepen.
2.6 [
naam 2], Managing Director van Network Solutions Curaçao, heeft een verklaring gedateerd 24 november 2021 met de volgende inhoud geschreven:
“(…) Op donderdag 02 september jl. rond 10:30 in de ochtend zijn 2 van mijn werknemers, tw A. Batista en J. Bazoer naar Skèrpènè Trading gegaan om daar een nieuwe printer te installeren.
Deze printer moest op het netwerk aangesloten worden en de driver moest op 3 PC’s geïnstalleerd worden.
Op 2 PC’s was dit meteen gelukt, maar op 1 PC ontdekten wij dat deze een nieuwe Microsoft Windows installatie had. Ik ben persoonlijk gaan kijken en hadden geconstateerd dat deze computer compleet geformatteerd was en dat er een nieuwe windows installatie had plaats gevonden.
Aan de hand van log files en settings aanpassingen van deze PC hebben we kunnen achterhalen dat dit op 01 september 2021 heeft plaatsgevonden. (…)”

3.Het geschil

het verzoek
3.1 [
verzoeker] verzoekt het gerecht – samengevat – bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
a.
primairvoor recht te verklaren dat het ontslag nietig is;
b. Skerpene te veroordelen tot doorbetaling van het loon van [verzoeker] totdat het dienstverband van hem op rechtsgeldig wijze zal zijn beëindigd, een en ander verhoogd met de wettelijke rente en vertragingsrente;
c. Skerpene te bevelen [verzoeker] in staat te stellen zijn werkzaamheden te hervatten, zulks op straffe van een dwangsom;
d.
subsidiaireen zodanige beslissing te nemen als het gerecht in goede justitie zal vermenen te behoren;
e. primair en subsidiair met veroordeling van Skerpene in de proceskosten.
3.2
Aan dit verzoek legt [verzoeker], in het licht van de feiten, het volgende ten grondslag. Op 1 september 2021 is [verzoeker] bij Skerpene verschenen om zijn persoonlijke spullen te verzamelen en mee naar huis te nemen. Hij wilde ook zijn persoonlijke files en bestanden die zich op dat moment op zijn werkcomputer bevonden, kopiëren en daarna verwijderen. Daarbij is er iets fout gegaan doordat [verzoeker] per ongeluk ook programma’s die voor zijn werkzaamheden werden gebruikt, heeft verwijderd. Skerpene is daardoor niet in haar belangen geschaad. Gronden voor het ontslag op staande voet ontbreken dan ook.
3.3
Skerpene voert gemotiveerd verweer en concludeert dat het gerecht bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, het verzoek van [verzoeker] zal afwijzen, kosten rechtens.
3.4
Skerpene voert – samengevat – ten verwere het volgende aan. Partijen hadden op 2 september 2021 overeenstemming over een beëindiging met wederzijds goedvinden en de daaraan verbonden (financiële) voorwaarden. Reeds op de dag dat partijen daarover overeenstemming hadden bereikt, is [verzoeker] daarop echter teruggekomen. Op 1 september 2021 – toen, naar tussen partijen vaststaat, [verzoeker] was vrijgesteld van dienst hangende diens beraad over het hem op 31 augustus 2021 gedane voorstel - is [verzoeker] ongevraagd en onaangekondigd bij Skerpene gekomen, heeft hij drie collega’s die met de computer waarmee hij eerder werkte, bezig waren, op onheuse wijze weggestuurd en heeft hij zijn werkcomputer geformatteerd en daarop vervolgens een nieuwe/schone Windows installatie geïnstalleerd. Hierdoor zijn essentiële bedrijfsgegevens van Skerpene die niet volledig elders waren opgeslagen, definitief verloren gegaan. Dat heeft hij verzwegen en is pas de volgende dag ontdekt, bij het installeren van een nieuwe printer. Het ontslag op staande voet is dan ook terecht gegeven.
het voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek van Skerpene
3.5
In het licht van de feiten verzoekt Skerpene, bij toewijzing van (één van) de verzoeken van [verzoeker]: de arbeidsovereenkomst tussen partijen op de kortst mogelijke termijn te ontbinden onder door het gerecht te stellen voorwaarden, maar een ontbindingsvergoeding, indien deze wordt toegewezen, te beperken tot de wettelijke cessantia.
3.6
In het licht van de feiten legt Skerpene aan dit voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek hetzelfde ten grondslag als aan haar verweer tegen het verzoek. Een en ander levert een gewichtige reden op. Voorts is aan de zijde van Skerpene een volstrekt gebrek aan vertrouwen in [verzoeker], vanwege het feit dat hij de computer heeft gewist én het feit dat hij daarover niets heeft gemeld aan Skerpene.
3.7 [
verzoeker] voert gemotiveerd verweer en concludeert, naar het gerecht begrijpt, tot afwijzing van het zelfstandig tegenverzoek.
3.8 [
verzoeker] legt aan zijn verweer hetzelfde ten grondslag als hij aan zijn verzoek ten grondslag heeft gelegd.
het verzoek en het voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek
3.9
Op de stellingen en verweren van partijen, voor zover voor de te nemen beslissing van belang, zal hierna ingegaan.

4.De beoordeling

het verzoek
4.1
Het volgende wordt vooropgesteld. [verzoeker] betwist niet dat hij programma’s/bestanden van de werkcomputer van Skerpene die hij tijdens zijn dienstverband in gebruik had, heeft verwijderd, maar wel dat hij dat opzettelijk heeft gedaan.
4.2
Met betrekking tot de vraag of het ontslag op staande voet onverwijld is gegeven – hetgeen naar de mening van [verzoeker] niet en naar die van Skerpene wel het geval is - wordt het volgende overwogen. Tussen partijen staat vast dat [verzoeker] op 1 september 2021 bestanden van de computer heeft verwijderd, dat Skerpene dat op 2 september 2021 heeft ontdekt en dat Skerpene aan [verzoeker] op 6 september 2021 de ontslagbrief d.d. 3 september 2021 heeft overhandigd. Skerpene heeft dus op de vierde dag na die waarop zij met de ontslaggrond bekend is geworden, [verzoeker] op staande voet ontslagen. Volgens vaste jurisprudentie moet met de nodige voortvarendheid worden gehandeld, maar heeft de werkgever wel enig respijt alvorens tot ontslag moet worden overgegaan. Mede in aanmerking genomen dat in die vier dagen een weekend viel, is het gerecht van oordeel dat Skerpene voldoende voortvarend te werk is gegaan en dat het ontslag onverwijld is gegeven, zodat aan de stelling van [verzoeker] dat dat niet is gebeurd, voorbijgegaan zal worden.
4.3
De vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is, moet worden beantwoord aan de hand van de ontslagreden(en) die [verzoeker] bij het ontslag op staande voet is c.q. zijn medegedeeld. Die ontslaggrond(en) staan in de brief van 3 september 2021 van Skerpene (r.ov. 2.4). De kern daarvan is dat [verzoeker] onaangekondigd bij Skerpene is verschenen en bestanden van Skerpene van de computer heeft verwijderd.
4.4
In haar verweerschrift, randnummer 11, vermeldt Skerpene een aantal handelingen van [verzoeker] die zij in strijd acht met goed werknemerschap. Voor zover Skerpene daarmee zou beogen die handelingen ten grondslag te leggen aan het ontslag op staande voet, moeten die buiten beschouwing blijven voor zover die niet staan vermeld in de brief van 3 september 2021.
4.5
Dat [verzoeker] was vrijgesteld van dienst, maakt dat hem verweten kan worden dat hij op 1 september 2021 onaangekondigd naar het bedrijf van Skerpene is gekomen. Gezien die vrijstelling van dienst had hij daar op dat moment immers “niets te zoeken”. Nog ernstiger verwijtbaar acht het gerecht dat [verzoeker], zonder toestemming of zelfs medeweten van Skerpene, zich toegang heeft verschaft tot de computer van Skerpene, die tijdens zijn dienstverband door hem werd gebruikt. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] ook erkend dat dit “een fout” is geweest.
4.6
In het licht van het vorenstaande acht het gerecht in het kader van de beoordeling van (de nietigheid van) het ontslag op staande voet niet van belang of [verzoeker] de programma’s/bestanden van Skerpene bewust heeft verwijderd. Ook als dat per ongeluk zou zijn gebeurd, is het verwijderen van die programma’s/bestanden van de computer zonder toestemming of medeweten van Skerpene zodanig ernstig verwijtbaar dat dit, in combinatie met zijn onaangekondigde verschijnen, een grond is die het ontslag op staande voet kan dragen.
4.7
Overigens moet weinig aannemelijk worden geacht dat [verzoeker] de programma’s/bestanden van Skerpene abusievelijk van de computer heeft verwijderd. Dit wordt gebaseerd op het volgende.
Namens [verzoeker] is tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat zijn computer een knop bevatte waarmee hij alle gedownloade bestanden kon verwijderen en dat hij die knop heeft gebruikt. De bestanden die [verzoeker] gebruikte voor zijn werk, had hij naar zijn zeggen zelf gedownload, zodat hij moet hebben beseft dat deze door het gebruik van die knop zouden worden verwijderd.
Volgens de verklaring van [naam 2], Managing Director van Network Solutions Curaçao, geciteerd in r.ov. 2.6, die [verzoeker] niet althans onvoldoende heeft weerspoken, was de computer compleet geformatteerd en had er een nieuwe windows installatie plaatsgevonden. Dit wijst niet op een vergissing.
En als sprake was van een vergissing, is niet goed verklaarbaar waarom hij deze niet aan Skerpene heeft opgebiecht.
4.8
Aan de verklaring van Carlos Cruz, die [verzoeker] bij gelegenheid van de mondeling behandeling in het geding heeft gebracht, kan slechts een beperkte waarde worden toegekend omdat Carlos Cruz de computer niet heeft gezien en uit zijn verklaring ook niet blijkt dat hij bekend is met de situatie bij Skerpene.
4.9
Het verwijt van [verzoeker] aan het adres van Skerpene dat laatstgenoemde geen gebruik heeft gemaakt van zijn aanbod de problemen op eigen kosten op te lossen en dat zij daarmee niet als een goede werkgeefster heeft gehandeld, gaat niet op: het is goed invoelbaar en ook verdedigbaar dat Skerpene, nadat was ontdekt dat programma’s van de computer waren verwijderd, [verzoeker] niet meer op haar computer wilde laten werken.
4.10 [
verzoeker] heeft tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat Skerpene als gevolg van zijn handelwijze geen of slechts geringe schade heeft geleden en dat uitgebreid toegelicht. Voor zover [verzoeker] het standpunt zou innemen dat het ontslag op staande voet slechts geldig kan zijn in het geval van (aanzienlijke) schade, vindt dat geen steun vindt in de wet en is dat dus onjuist.
4.11
Of Skerpene schade heeft geleden, zo ja hoeveel en of [verzoeker] daarvoor jegens Skerpene aansprakelijk is, kan in het midden blijven. Skerpene vordert in de onderhavige procedure immers geen schadevergoeding.
4.12
Volgens [verzoeker] had hij al vele jaren privé-films en foto’s op zijn werkcomputer staan en was daarover van de zijde van Skerpene nooit een opmerking gemaakt. Uit dat laatste mag naar het oordeel van het gerecht geen goedkeuring door Skerpene worden afgeleid, met name niet nu niet is gesteld of gebleken dat zij met de aanwezigheid van de die privé-bestanden bekend was. Door die privé-bestanden op zijn werkcomputer te hebben en deze op 1 september 2021 te verwijderen, heeft [verzoeker] het risico genomen dat programma’s/bestanden van Skerpene zouden worden gecompromitteerd. Dit risico heeft zich ook verwezenlijkt, hetgeen hem verweten kan worden.
4.13
Op grond van het bovenstaande moet worden geconcludeerd dat het ontslag op staande voet op toereikende gronden is verleend en dus rechtsgeldig is.
4.14
Het primaire verzoek zal worden afgewezen.
4.15
Door het rechtsgeldige ontslag op staande voet is het dienstverband van [verzoeker] met Skerpene per die datum beëindigd. Alleen al om die reden zal aan het subsidiaire verzoek, wat [verzoeker] daarmee ook voor ogen heeft, geen invulling (kunnen) worden gegeven. [verzoeker] zelf heeft dat subsidiaire verzoek overigens ook op geen enkele wijze onderbouwd. Ook het subsidiaire verzoek zal worden afgewezen.
4.16 [
verzoeker] zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, gevallen aan de zijde van Skerpene en tot aan deze beschikking begroot op NAf 2.500,00 (tarief 5, 2 punten) wegens salaris gemachtigde.
het voorwaardelijke zelfstandig tegenverzoek
4.17
Het zelfstandig tegenverzoek is ingediend onder de voorwaarde van toewijzing van (één van) de vorderingen van [verzoeker]. Die voorwaarde is niet in vervulling gegaan, zodat op het zelfstandig tegenverzoek niet behoeft te worden beslist.

5.De beslissing

Het gerecht:
het verzoek
wijst het verzoek af;
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van dit geding, gevallen aan de zijde van Skerpene en tot aan dit vonnis begroot op NAf 2.500,00;
verklaart deze beschikking wat betreft de kosten veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
het voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek
verstaat dat op het zelfstandig tegenverzoek niet behoeft te worden beslist.
Deze beschikking is gegeven door mr. O. Nijhuis, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en op 13 januari 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.