In deze zaak heeft de FUNDASHON KUIDO DI AMBULANS KORSOU (FKAK) een kort geding aangespannen tegen de ALGEMENE BOND VAN OVERHEID EN OVERIGE PERSONEEL (ABVO) en de CURAÇAOSE BOND VAN WERKNEMERS IN VERPLEGENDE EN VERZORGENDE INSTELLINGEN (CBV) naar aanleiding van een staking die door de vakbonden was georganiseerd. De FKAK vorderde dat de vakbonden hun leden zouden oproepen om de staking te beëindigen en zich te melden op de aangewezen werkplekken. De zaak werd behandeld op 10 juni 2022, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. FKAK stelde dat de decentralisatie van de ambulancezorg noodzakelijk was om te voldoen aan wettelijke verplichtingen en om de kwaliteit van de zorg te waarborgen. De vakbonden daarentegen betoogden dat de centralisatie van de aanvang van de dienst in het belang van de werknemers was en dat de FKAK niet zomaar kon terugkeren naar decentralisatie zonder overleg.
De rechter oordeelde dat de actie van de vakbonden niet voldeed aan de proportionaliteitseis en dat de oproep aan de leden om niet te voldoen aan de instructies van FKAK onrechtmatig was. De rechter beval de vakbonden om hun leden op te roepen de staking te beëindigen en zich te melden op de aangewezen werkplekken. De vorderingen van de vakbonden in reconventie werden afgewezen. Tevens werden de vakbonden veroordeeld in de proceskosten van FKAK. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. S.M. Christiaan en is uitvoerbaar bij voorraad.