ECLI:NL:OGEAC:2022:176

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
8 juni 2022
Publicatiedatum
12 juli 2022
Zaaknummer
CUR202102611
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid belastingrechter inzake premies ZV/OV en niet-ontvankelijkheid bezwaar naheffingsaanslagen

Op 8 juni 2022 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende beroep had ingesteld tegen aanslagen premies ZV/OV en naheffingsaanslagen loonbelasting, premies AOV/AWW en premie AVBZ. De belastingrechter oordeelde dat hij zich onbevoegd achtte om kennis te nemen van het beroep met betrekking tot de premies ZV/OV, omdat de Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL) niet van toepassing was verklaard op deze landsverordeningen. Dit betekende dat er geen beroep openstond bij de belastingrechter voor deze aanslagen.

Daarnaast werd het bezwaar van belanghebbende tegen de naheffingsaanslagen niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift buiten de wettelijke termijn van twee maanden was ingediend. Belanghebbende had aangevoerd dat zij pas in 2019 op de hoogte was gekomen van de naheffingsaanslagen, maar het Gerecht oordeelde dat deze stelling niet aannemelijk was gemaakt. De Inspecteur had namelijk bewijs overgelegd waaruit bleek dat er eerder dwangschriften waren betekend. Hierdoor werd het beroep ongegrond verklaard en kwam het Gerecht niet toe aan een inhoudelijke behandeling van de zaak.

De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de voorwaarden waaronder een beroep kan worden ingesteld bij de belastingrechter. Het Gerecht besloot geen proceskosten of griffierecht te vergoeden en gaf instructies voor het indienen van hoger beroep.

Uitspraak

Uitspraak van 8 juni 2022
BBZ nrs. CUR202102611 t/m CUR202102616, CUR202102621 t/m CUR202102626 en CUR202104372 t/m CUR202104374
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], gevestigd te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

Vooraf

1.1
Het Gerecht heeft bij het registreren van het beroepschrift per abuis geen zaaknummers aan de naheffingsaanslagen premie AVBZ 2011, loonbelasting 2010 en loonbelasting 2011 toegekend. Dit is na afloop van de zitting alsnog gebeurd (nrs. CUR202104372, CUR202104373 en CUR202104374).
1.2
Aan belanghebbende zijn in de jaren 2010, 2011 en 2012 naheffingsaanslagen premies AOV/AWW over de jaren 2007 t/m 2011 opgelegd.
1.3
Aan belanghebbende zijn op 15 juli 2011 en op 19 oktober 2012 naheffingsaanslagen loonbelasting over respectievelijk 2010 en 2011 opgelegd.
1.4
Aan belanghebbende is op 19 oktober 2012 een naheffingsaanslag AVBZ over 2011 opgelegd.
1.5
Aan belanghebbende zijn aanslagen premies ziekteverzekering (ZV) en Ongevallenverzekering (OV) voor de jaren 2007 t/m 2013 opgelegd.
1.6
Belanghebbende heeft op 1 augustus 2019 tegen de aanslagen bezwaar gemaakt.
1.7
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 9 augustus 2021 de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
1.8
Belanghebbende heeft op 16 september 2021 beroep ingesteld tegen de uitspraken van de Inspecteur. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 150.
1.9
De Inspecteur heeft op 23 mei 2022 een verweerschrift ingediend.
1.1
De zitting heeft plaatsgevonden op 24 mei 2022 te Willemstad. Namens belanghebbende zijn verschenen [A] (adviseur), [B] (directeur) en [C] (echtgenoot directeur). Namens de Inspecteur is verschenen [D]. De Inspecteur heeft ter zitting nadere stukken overgelegd.

2.OVERWEGINGEN

Ontvankelijkheid beroep premies ZV/OV

2.1
Belanghebbende heeft bij de belastingrechter beroep ingesteld tegen aanslagen premies ZV/OV. Dit betreffen werknemersverzekeringen. Ingevolge artikel 10 Landsverordening ZV en artikel 10 Landsverordening OV staat tegen een beslissing van de bank (de Sociale Verzekeringsbank) beroep open bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao.
2.2
Artikel 1 van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (hierna: ALL) bepaalt de werkingssfeer van de ALL. Deze landsverordening dient van toepassing te zijn om op grond van artikel 31 ALL beroep in te kunnen stellen bij de belastingrechter. De ALL is niet van toepassing verklaard op de Landsverordening ZV en Landsverordening OV. Gelet op het voorgaande acht de belastingrechter zich onbevoegd om kennis te nemen van het beroep voor zover het ziet op de aanslagen premies ZV/OV.
Ontvankelijkheid bezwaar loonbelasting, premie AVBZ en premies AOV/AWW
2.3
Belanghebbende heeft de niet-ontvankelijkheid verklaring van zijn bezwaren betwist. Alvorens tot een eventuele inhoudelijke beoordeling van het geschil te kunnen overgaan, dient het Gerecht derhalve de ontvankelijkheid van belanghebbendes bezwaren te beoordelen.
2.4
In artikel 29, lid 1, ALL is bepaald dat degene die bezwaar heeft tegen een hem opgelegde belastingaanslag, binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet een gemotiveerd bewaarschrift kan indienen bij de Inspecteur.
2.5
De onderhavige aanslagbiljetten zijn gedagtekend in de jaren 2010, 2011 en 2012. Het bezwaarschrift is op 1 augustus 2019 ingediend. Dit bezwaarschrift is dus buiten de wettelijke termijn van twee maanden ingediend.
2.6
Een niet-ontvankelijkverklaring van een bezwaar op grond van termijnoverschrijding blijft echter achterwege, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het bezwaar in verzuim is geweest.
2.7
Belanghebbende heeft ter zitting als verklaring voor de late indiening van het bezwaarschrift gegeven dat zij pas op de hoogte is gekomen van de naheffingsaanslagen door middel van een dwangschrift in 2019. Belanghebbende stelt dat zij meteen daarna bezwaar heeft ingediend.
2.8
De Inspecteur heeft deze stelling van belanghebbende ter zitting weersproken en heeft gesteld dat er reeds dwangschriften in 2016 en 2017 zijn betekend. Daarnaast is volgens de Inspecteur in 2018 een beslagopdracht gegenereerd en betekend. De Inspecteur heeft ter onderbouwing van zijn standpunt ter zitting een overzicht van de Ontvanger overgelegd waaruit blijkt dat er in 2016 en 2017 dwangschriften zijn gegenereerd en in 2018 een beslagopdracht is gegenereerd en betekend.
2.9
Belanghebbende heeft aldus niet aannemelijk gemaakt dat zij pas in 2019 op de hoogte is gekomen van de naheffingsaanslagen en dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. De Inspecteur heeft het bezwaar dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep dient derhalve ongegrond te worden verklaard. Het Gerecht komt niet toe aan een inhoudelijke behandeling.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart zich onbevoegd voor zover het beroep ziet op de aanslagen premies ZV/OV; en
- verklaart het beroep inzake de naheffingsaanslagen premies AOV/AWW, loonbelasting en premie AVBZ ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. drs. M.M. de Werd, rechter, en uitgesproken op 8 juni 2022, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500