Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid bezwaar
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Op 3 juni 2022 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, wonende in Frankrijk, in beroep ging tegen de niet-ontvankelijkheid van zijn bezwaar door de Inspecteur der Belastingen. De zaak betreft een aanslag premie AVBZ die aan belanghebbende was opgelegd voor het jaar 2016. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de Inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk. Belanghebbende stelde dat hij tijdig bezwaar had gemaakt, omdat hij de aanslag pas op 7 september 2018 had ontvangen en het bezwaarschrift op 10 september 2018 had verzonden.
Het Gerecht oordeelde dat de Inspecteur het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk had verklaard. Het Gerecht stelde vast dat de aanslag pas op 20 juli 2018 bekend was gemaakt, waardoor de bezwaartermijn pas op dat moment begon. Het Gerecht concludeerde dat het bezwaarschrift op 11 september 2018 was ingediend, binnen de wettelijke termijn van twee maanden. Daarom werd de zaak teruggeworpen naar de Inspecteur, die binnen zes maanden opnieuw uitspraak op bezwaar moest doen, met inachtneming van de ontvankelijkheid van het bezwaar.
De uitspraak benadrukt het belang van rechtsbescherming en de noodzaak voor de Inspecteur om een inhoudelijke reactie te geven op het bezwaar. Het Gerecht heeft ook bepaald dat de Inspecteur het betaalde griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. D.J. Jansen en is openbaar gemaakt op 3 juni 2022.