ECLI:NL:OGEAC:2022:150

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
19 mei 2022
Publicatiedatum
20 juni 2022
Zaaknummer
CUR200700008, CUR201200083, CUR201703763, CUR201703789, CUR201802292, CUR201900808, CUR201900809
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwikkeling van langdurig onverdeeld gebleven onroerende zaken zonder bijdrage van de overheid

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, zijn meerdere verzoeken ingediend op grond van artikel 3:200a e.v. van het Burgerlijk Wetboek. De verzoeken hebben betrekking op de toekenning van (een deel van) de langdurig onverdeeld gebleven onroerende zaken, waaronder percelen van verschillende belanghebbenden zoals Vrij St. Michiel, Jan Abel, en anderen. De zitting vond plaats op 19 mei 2022, waarbij het Gerecht de rol van het Land Curaçao in de afwikkeling van deze boedels besprak. Het Land heeft in het verleden een constructieve rol gespeeld, maar heeft momenteel te maken met geld- en capaciteitsgebrek, wat de voortgang van de afwikkeling belemmert.

Tijdens de zitting werd besproken dat er vele honderden of zelfs duizenden belanghebbenden betrokken zijn bij deze zaken. Het Gerecht heeft de mogelijkheid overwogen dat belanghebbenden zelf een indelingsplan kunnen laten opstellen of meetbrieven kunnen laten opmaken van de percelen waarop zij aanspraak maken. Er zijn verschillende vragen aan het Kadaster gesteld over de mogelijkheden en kosten van het opmaken van meetbrieven en indelingsplannen.

Het Gerecht heeft besloten om de Stichting Kadaster te verzoeken om medewerkers ter zitting in te lichten over de eerder genoemde vragen. Tevens is het Gerecht verzocht om binnen twee weken na de uitspraak te berichten op welke dagen in juni 2022 medewerkers beschikbaar zijn om ter zitting te verschijnen. De verdere beslissing is aangehouden, en belanghebbenden zullen via hun advocaten op de hoogte worden gehouden van het vervolg van de procedure.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Afdeling civiel
Zaaknummers: CUR200700008, CUR201200083, CUR201703763, CUR201703789, CUR201802292, CUR201900808, CUR201900809
Beschikking d.d. 19 mei 2022
betreffende de verzoeken op grond van artikel 3:200a e.v. van het Burgerlijk Wetboek tot toekenning van (een deel van) de langdurig onverdeeld gebleven onroerende zaken
VRIJ ST. MICHIEL / SAMI LIBER, 75.000 m2),
JAN ABEL(25.000 m2),
VADER SIJNTJE(35.000 m2),
TUCACAS(91.000 m2),
GATO(900.000 m2),
WANOTA(85.000 m2),
SPERANZA ARIBA(25.000 m2),
alle te Curaçao,
met in alle zaken als belanghebbende op grond van de wet:
HET LAND CURAÇAO,
gemachtigde: mr. H.M. van Rossum.

1.Het procesverloop

In alle zaken zijn tussenbeschikkingen gegeven. Deze zijn te vinden op de website van het Hof (
www.gemhofvanjustitie.org/uitspraken/onverdeelde-boedels).
De zaken zijn op de oude boedel-rolzitting van 11 mei 2022 verder behandeld.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Het Land (DROV, ROP) heeft in het verleden een belangrijke en constructieve rol gespeeld om tot een ordentelijke indeling en afwikkeling van de langdurig onverdeeld gebleven boedels te komen, in het bijzonder door het opstellen van indelingsplannen (o.a. Rancho, Vetter). De laatste jaren is daarvan geen sprake meer. Desgevraagd is namens het Land verklaard, samengevat, dat alles stilligt, dat de wil bij het Land niet ontbreekt, maar dat het Land te kampen heeft met geld- en capaciteitsgebrek.
2.2.
Bij deze zaken zijn vele honderden of zelfs duizenden belanghebbenden betrokken. Zoals op de laatste zitting besproken, zal moeten worden onderzocht of, en zo ja hoe, deze boedels zonder bijdrage van het Land op een goede manier kunnen worden afgewikkeld.
2.3.
Besproken is de mogelijkheid dat belanghebbenden zelf een indelingsplan laten opstellen, of in ieder geval meetbrieven laten opmaken van het perceel waarop zij wonen of waarop zij aanspraak maken. Over dat laatste - het laten opmaken van meetbrieven - zijn door partijen ter zitting en in hun aktes verschillende, deels tegenstrijdige mededelingen gedaan.
2.4.
Zoals op de laatste zitting aangekondigd, zal het gerecht (medewerkers van) het Kadaster uitnodigen om het gerecht ter zitting voor te lichten over in elk geval de volgende vragen:
a.
a) Kan het Kadaster bij langdurig onverdeeld gebleven boedelgronden als hier aan de orde individuele meetbrieven opmaken van door belanghebbenden aangewezen percelen?
b) Wie kan het Kadaster de opdracht tot het maken van zulke individuele meetbrieven verstrekken?
c) Is het (steeds) nodig dat (ook) de buitengrenzen van het onverdeelde terrein worden uitgemeten?
d) Is het volgens het Kadaster nodig dat er (bij grotere terreinen) een indelingsplan met bijvoorbeeld wegtracés wordt opgesteld?
e) Wat zijn de kosten van meetbrieven en de overige door het Kadaster in dit soort zaken te verrichten werkzaamheden?
f) Welke landmetingsbedrijven worden door het Kadaster erkend en zouden een rol kunnen spelen bij het maken van indelingsplannen en het doen van metingen?
2.5.
Beslist zal worden als hierna vermeld. Belanghebbenden en hun advocaten zullen via de bij de griffier bekende e-mailadressen bericht krijgen over het vervolg van de procedure.

3.Beslissing

Het Gerecht:
3.1.
verzoekt de Stichting Kadaster om een of meer van haar medewerkers de rechter ter zitting inlichtingen te laten verstrekken als hiervoor onder 2.4 bedoeld;
3.2.
verzoekt de Stichting Kadaster om binnen twee weken na deze uitspraak aan de griffier (.) te berichten op welke dagen in juni 2022 haar medewerkers beschikbaar zijn om ter zitting te verschijnen;
3.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter in voormeld Gerecht en in aanwezigheid van de griffier op 19 mei 2022.