ECLI:NL:OGEAC:2022:148

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
14 april 2022
Publicatiedatum
20 juni 2022
Zaaknummer
CUR202201271
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot ondercuratelestelling en dwangopname wegens gebrek aan bewijs van verslaving en gevaarzetting

Op 14 april 2022 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, de zus van betrokkene, verzocht om ondercuratelestelling van haar broer, die volgens haar lijdt aan alcoholverslaving en andere problematische gedragingen. Het verzoek werd ingediend op 30 maart 2022 en behandeld op 13 april 2022. Verzoekster stelde dat betrokkene, geboren in 1961, een zware last vormt voor hun 93-jarige moeder en dat zijn alcoholgebruik en gokgedrag zijn gezondheid ernstig aantasten. Betrokkene zelf ontkende verslaafd te zijn en gaf aan dat hij slechts af en toe alcohol consumeert en verder geen problemen heeft. Hij werkte als metselaar en ontving regelmatig een depot voor zijn schizofrenie.

Tijdens de zitting werd ook de medewerkster van de verslavingskliniek Brasami gehoord, die aangaf dat betrokkene bereid was om opgenomen te worden, maar dat er geen bewijs was van een verslaving. Het Gerecht oordeelde dat de maatregelen van ondercuratelestelling en dwangopname een ernstige inbreuk op de persoonlijke vrijheid vormen en dat de noodzaak hiervoor niet voldoende aannemelijk was gemaakt. De rechter concludeerde dat de zware wettelijke eisen voor curatele met dwangopname niet waren voldaan, aangezien er geen bewijs was van drank- of drugsverslaving in combinatie met aanstootgevend gedrag of gevaarzetting.

Daarom heeft het Gerecht het verzoek van verzoekster afgewezen. Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter in voormeld Gerecht, in aanwezigheid van de griffier op 14 april 2022.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Afdeling civiel
Zaaknummer: CUR202201271
Beschikking d.d. 14 april 2022
op een verzoek van:
[VERZOEKSTER],
wonende te Curaçao,
hierna te noemen: verzoekster,
procederend in persoon,
welk verzoek betrekking heeft op:
[VERWEERDER],
wonende te Curaçao,
hierna te noemen: betrokkene,
procederend in persoon.

1.Procesverloop

Verzoekster heeft op 30 maart 2022 een verzoekschrift ingediend. Het verzoek is behandeld ter zitting van 13 april 2022. Verschenen zijn verzoekster, betrokkene, een broer van verzoekster en van betrokkene, en mevrouw […], medewerkster van Brasami.

2.Het verzoek

Het verzoek strekt tot ondercuratelestelling van betrokkene, met zijn dwangopname in de verslavingskliniek Brasami.

3.De beoordeling

3.1.
Artikel 1:378 lid 1 sub c van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een meerderjarige door de rechter onder curatele kan worden gesteld wegens gewoonte van drankmisbruik dan wel gewoonte van misbruik van
verdovende of stimulerende middelen, waardoor hij zijn belangen niet behoorlijk waarneemt, in het openbaar herhaaldelijk aanstoot geeft, of de eigen veiligheid of die van anderen in gevaar brengt.
3.2.
Artikel 1:387 lid 1 BW bepaalt dat iemand die wegens drank- of drugsverslaving onder curatele is gesteld, door de rechter ter verpleging in een inrichting kan worden geplaatst (dwangopname) als blijkt dat hij in het openbaar herhaaldelijk aanstoot geeft of zijn eigen veiligheid of die van anderen in gevaar brengt.
3.3.
Uit het dossier en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen, blijkt dat verzoekster zich ernstige zorgen maakt om betrokkene, haar broer. Betrokkene, geboren in 1961, woont bij de 93-jarige moeder van partijen. Volgens verzoekster vormt betrokkene een zware last voor moeder. Moeder wil zelf weliswaar niet dat betrokkene gedwongen uit huis vertrekt, maar volgens verzoekster, gesteund door haar ter zitting aanwezige andere broer, zou het voor moeder veel beter zijn als betrokkene in Brasami wordt opgenomen. Volgens verzoekster drinkt betrokkene heel veel alcohol, komt hij vaak pas ’s nachts thuis, vergokt hij het geld dat hij verdient en is hij een kettingroker van filtersigaretten geworden. Verzoekster ziet de gezondheid van betrokkene achteruitgaan. Betrokkene is sterk vermagerd. Extra reden voor zorg is dat betrokkene in het verleden is gediagnosticeerd met schizofrenie. Daarvoor krijgt hij een keer per maand een depot bij Skuchami.
3.4.
Betrokkene verzet zich tegen het verzoek tot ondercuratelestelling met dwangopname. Betrokkene stelt dat hij niet verslaafd is aan alcohol. Hij zegt dat hij op zaterdag twee Zulia’s drinkt, maar verder niet. Betrokkene bevestigt dat hij veel sigaretten rookt en geregeld lootjes koopt, maar zegt niet verslaafd te zijn. Hij benadrukt dat hij niemand lastigvalt en dat hij geregeld werk heeft als metselaar in de bouw. Zijn depot bij Skuchami slaat hij nooit over.
3.5.
Namens Brasami is aangevoerd dat Brasami bereid is betrokkene op te nemen en te begeleiden. Brasami adviseert een onderzoeksopname van een half jaar. Dat zou in een gesloten setting moeten zijn. Brasami heeft zelf niet kunnen vaststellen dat bij betrokkene sprake is van drankverslaving. Betrokkene is niet bekend bij OM of politie.
3.6.
Het verzoek moet worden afgewezen. Ondercuratelestelling en dwangopname zijn maatregelen die een zeer ingrijpende inbreuk maken op de persoonlijke vrijheid. Tot die maatregelen kan alleen worden beslist als de noodzaak daartoe voldoende aannemelijk is. Dat laatste is hier niet het geval. Dat betrokkene baat zou hebben bij een verblijf in Brasami en dat dit rust zou brengen in de thuissituatie, is daarvoor niet genoeg. Op basis van de beschikbare gegevens kan niet geoordeeld worden dat aan de zware wettelijke eisen voor curatele met dwangopname (drank- of drugsverslaving in combinatie met aanstootgevend gedrag en gevaarzetting) is voldaan.

4.Beslissing

Het Gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter in voormeld Gerecht en in aanwezigheid van de griffier op 14 april 2022.
Crc/.