Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Verloop van de procedure
- het verzoekschrift van 2 december 2021;
- de conclusie van antwoord van 7 februari 2022;
- de aantekeningen ten behoeve van de comparitie van eiseres;
- de op 14 april 2022 gehouden comparitie van partijen, waarbij aanwezig waren twee vertegenwoordigers van de VvE, gedaagde en de gemachtigden.
2.De feiten
3.Het geschil
- voor recht te verklaren dat gedaagde onrechtmatig handelt jegens de VvE doordat hij kwalitatieve bedingen en/of bijzondere verplichtingen uit de akte van levering schendt;
- gedaagde te bevelen om binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis de onregelmatige bouwactiviteiten te staken en gestaakt te houden en om hetgeen reeds onregelmatig is gebouwd te amoveren, onder verbeurte van een dwangsom van NAf 2.500 per dag dat gedaagde in gebreke blijft aan het bevel te voldoen, met een maximum van NAf 100.000;
- gedaagde te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Bijbouw is slechts toegestaan aan de achterzijde van de woning”, bepaling 11: “
De toegelaten afstand tussen de achtergevel van een gebouw en een perceelsgrens bedraagt tenminste twee meter” en bepaling 16: “
In geval van een bijbouw, zal de hellingsgraad van de dakconstructie gelijk zijn aan die van de reeds bestaande hoofdwoning”. Volgens de VvE detoneert de aanbouw met de reeds aanwezige bebouwing binnen het resort en is sprake van visuele hinder en een inbreuk op orde en netheid die de welstandsbepalingen in de leveringsakte nu juist beoogden te voorkomen.
4.De beoordeling
achtergevel, maar aannemelijk is dat daarbij tot uitgangspunt is genomen dat slechts aan de achterzijde van de woning kan worden bijgebouwd.