ECLI:NL:OGEAC:2022:126

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
11 april 2022
Publicatiedatum
20 mei 2022
Zaaknummer
CUR202200769
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onder curatele stelling en wilsbekwaamheid van een alleenstaande weduwnaar met een levenstestament

In deze beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, gedateerd 11 april 2022, wordt het verzoek tot ondercuratelestelling van [gedaagde] behandeld. [gedaagde], geboren in 1931 en alleenstaand, heeft een levenstestament waarin hij [verzoekster] als gevolmachtigde heeft aangesteld. Echter, er zijn twijfels gerezen over zijn wilsbekwaamheid. De huisarts en andere deskundigen hebben verschillende beoordelingen gegeven over zijn mentale toestand. De rechter heeft op 10 april 2022 met [gedaagde] en zijn verzorgster gesproken en concludeert dat [gedaagde] niet in staat is om zijn eigen belangen te behartigen. Het verzoek van [verzoekster] om ondercuratelestelling wordt afgewezen, omdat zij niet tot de personen behoort die op grond van artikel 379 BW een dergelijk verzoek kunnen indienen. Het openbaar ministerie wordt uitgenodigd om zich als belanghebbende te melden en kan de curatele vorderen. De rechter benoemt mr. V.S. Lafleur als provisioneel bewindvoerder om de financiën van [gedaagde] te beheren en de zorg te organiseren. De beslissing om de mondelinge behandeling voort te zetten wordt aangehouden, en er wordt een verslag van de provisioneel bewindvoerder verlangd.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
zaaknummer: CUR202200769

BESCHIKKING van 11 april 2022

in de zaak van

[VERZOEKSTER],

wonende te Curaçao,
verzoekster,
gemachtigde: mr. G.B. Steward,
om ondercuratelestelling van:

[GEDAAGDE],

wonende te Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. C.A. Peterson.

De procedure

1. Het verzoekschrift is ingekomen op 17 februari 2022.
2. Bij de mondelinge behandeling, op 7 april 2022, waren aanwezig [verzoekster], bijgestaan door haar gemachtigde, en de gemachtigde van [gedaagde].
3. De rechter heeft op 8 april 2022 telefonisch informatie opgevraagd bij dr. [naam 4] en bij dr. Van Goudoever.
4. De rechter heeft op 10 april 2022 bij [gedaagde] thuis met hem en daarna kort met zijn verzorgster [naam1] gesproken,
5. Uitspraak is bepaald op heden.

De feiten

6. [ [gedaagde] is geboren op [geboorte datum] 1931. Hij heeft geen kinderen.
6. [ [gedaagde] en zijn echtgenote waren van jongs af aan goed bevriend met [verzoekster].
6. [ [gedaagde] heeft op 4 november 2009 bij notaris Alexander aan [verzoekster] een algemene volmacht gegeven om zijn zaken, rechten en belangen zonder enige uitzondering, zowel op het gebied van het personenrecht, als dat van het familierecht, zakenrecht, erfrecht, verbintenissenrecht en ieder ander rechtsgebied waar te nemen en uit te oefenen.
9. Op 15 oktober 2013 is de echtgenote van [gedaagde] overleden.
10. Op 24 juni 2016 heeft [gedaagde] bij notaris Kleinmoedig een levenstestament opgemaakt en [verzoekster] als gevolmachtigde aangesteld. In het levenstestament is bepaald dat de volmacht pas ingaat zodra een arts een schriftelijke verklaring heeft afgelegd dat [gedaagde] niet meer in staat is zelf zijn belangen te behartigen en zijn wil niet meer kan verklaren.
11. Op 2 december 2021 heeft de huisarts dr. [naam 2] verklaard dat [gedaagde] patient bij haar is, dat zij een bezoek moet maken bij hem en verzocht hem als niet wilsbekwaam te beschouwen. Zij heeft geschreven:
Ik ben al weken bezig om te onderzoeken of hij goed begrijpt wat er gaande is mbt zijn financien en verzorging maar afgelopen dagen zijn mij feiten voorgelgd waarbij ik sterke verdenking heb dat hij niet wilsbekwaam is. Een aantal weken geleden heb ik hem als compos mentis verklaard maar dat trek ik voor nu in.
12. Bij brief van 7 december 2021 heeft mr. G.E. Sophia-Alendy – van Juristennetwerk & Bemiddelingspraktijk Enough Goals - in een brief aan [verzoekster] de notariële volmacht van 4 november 2019 herroepen.
13. De huisarts dr. [naam 2] heeft op 15 december 2021 over [gedaagde] verklaard:
De afgelopen maanden is aan mij gevraagd om een uitspraak te doen over de wilsbekwaamheid van patiënt. Hiervoor heb ik hem meerdere malen op het spreekuur ontvangen en in zijn eigen thuisomgeving bezocht.
Ik ben als huisarts tot de conclusie gekomen dat Dhr. [gedaagde] niet wilsbekwama is en niet geacht kan worden in zijn eigen belang te handelen.
14. [ [gedaagde] is op 13 december 2021 bij neuropsycholoog M. van Goudoever geweest. Zij en psychiater F. Heijtel hebben op 21 december 2021 schriftelijk verklaard:

Ter wijziging van zijn volmacht vraagt meneer [gedaagde] een compos mentis verklaring aan. Meneer wordt erg nerveus tijdens het consult en vertelt af en toe niet coherent. Er is sprake van cognitieve stoornissen en de huisarts (dr. [naam 2]) bevestig het verhaal zoals door meneer [gedaagde] verteld is, niet. Na betreffende evaluatie blijkt meneer niet wilsbekwaam en dus niet- compos mentis ten aan zien van deze financiële beslissing om de volmacht te wijzigen.

15. Op 28 december 2021 heeft de huisarts dr. [naam 4]-[naam 4] schriftelijk verklaard dat [gedaagde], ondanks zijn hoge leeftijd en fysieke hulpbehoevendheid in staat is om op verantwoorde wijze zijn eigen beslissingen te maken.
15. Op 24 maart 2022 heeft [gedaagde] ten overstaan van notaris A.M. Victoria alle vroeger door hem gemaakte volmachten, waaronder met name het levenstestament van 24 juli 2016, herroepen en [naam 3] als algemeen gevolmachtigde aangesteld.

De beoordeling

17. Namens [gedaagde] is terecht aangevoerd dat [verzoekster] niet behoort tot degenen die op grond van in art. 379 BW om curatele kunnen verzoeken. Dat geldt ook als zij zou hebben aangevoerd als zaakwaarnemer van of vertegenwoordiger namens [gedaagde] op te treden [1] , war zij overigens niet heeft gedaan. [verzoekster] zal daarom uiteindelijk niet-ontvankelijk in haar verzoek worden verklaard.
18. Ter zitting is al besproken dat het openbaar ministerie wel de curatele kan vorderen. Het gerecht ziet aanleiding om de zaak aan te houden teneinde het openbaar ministerie in de gelegenheid te stellen zich een oordeel te vormen en zich als belanghebbende te melden in deze procedure en ondercuratelestelling van [gedaagde] te vorderen.
Het gerecht heeft daarvoor twee redenen.
In de eerste plaats de geestesgesteldheid van [gedaagde]. Het gerecht heeft hem gisteren uitgebreid gesproken en achtte hem toen absoluut niet wilsbekwaam om beslissingen als het verstrekken van een algemene volmacht te nemen.
Het gerecht voegt hieraan toe dat het naar aanleiding van de telefoongesprekken heeft geconcludeerd dat dr. [naam 4] voor haar oordeel over de wilsbekwaamheid van [gedaagde] geen serieus te nemen onderzoek heeft verricht– zij heeft slechts volstaan met een gesprekje - en dat dr. Van Goudoever niet alleen heeft gesproken met [gedaagde], maar ook tests heeft afgenomen. Zij heeft de resultaten uiteindelijk besproken met dr. Heijtel. Naar het oordeel van het gerecht is de medische verklaring van de psychiater en de neuropsycholoog de enige waardevolle deskundigenverklaring in deze procedure. [2] Gezien hun verklaring van december 2021 en de eigen waarneming van de rechter op 10 april 2022, acht het gerecht het ook weinig aannemelijk dat [gedaagde] op 24 maart 2022 bij de notaris wel wilsbekwaam was.
In de tweede plaats de indicaties dat [gedaagde] vatbaar is voor misbruik. Hij is een alleenstaande weduwnaar zonder kinderen en zonder familie, maar beschikt wel over vermogen. Hij blijkt zich in belangrijke mate te laten leiden door zijn verzorgsters, in wie hij vertrouwen heeft, maar die conflicterende belangen (kunnen) hebben. Zo heeft [gedaagde] een aanzienlijk bedrag overgemaakt aan de voorgangster van de huidige verzorgende, en bestaat nu de discussie of dat een schenking of een lening was. Voorts heeft [gedaagde] [naam 3], een persoon die [gedaagde] nog niet kende, op instigatie van zijn huidige verzorgster als algemeen gevolmachtigde aangesteld. Verder blijkt de verzorgster invloed te hebben op welke artsen [gedaagde] bezoekt. Zorgwekkend is tot slot de betrokkenheid van mr. G.E. Sophia-Alendy, die – zo is het gerecht ambtshalve bekend –door de Raad van Toezicht in juni 2020 voor een jaar is geschorst als advocaat, het heeft gepresteerd om in juli 2021 nog eens voor drie maanden geschorst te worden en zich vervolgens maar als advocaat heeft uitgeschreven.
19. Het voorgaande, alsmede het gegeven dat het gerecht onmiddellijke bescherming van [gedaagde] nodig acht, vormt tevens aanleiding om, met toepassing van art. 1:380 lid 1 BW, een provisioneel bewindvoerder te benoemen.
19. Het gerecht heeft de advocaat mr. V.S. Lafleur bereid gevonden als provisioneel bewindvoerder op te treden en zal haar benoemen. Zij krijgt alle bevoegdheden die een curator toekomt. Zij zal dus in elk geval de financiën van [gedaagde] gaan beheren en de verzorging, al dan niet na het maken van nieuwe (en duidelijke) afspraken van [gedaagde] organiseren. Zo behoort er geen onduidelijkheid te zijn over wie zijn huisarts is.
21. [ [verzoekster] heeft verzocht om de benoeming van een deskundige om de wilsbekwaamheid van [gedaagde] vast te stellen. De gemachtigde van [gedaagde] heeft voorgesteld advies uit te laten brengen door psychiater Van Lent, werkzaam bij de Capriles-kliniek, met wie al een eerste afspraak bestaat voor 21 april 2022.
22. Tegen een onderzoek door dr. Van Lent bestaat op zichzelf geen bezwaar. De voorkeur van het gerecht gaat ernaar uit om een aanvullend onderzoek te laten verrichten door de - in eerste instantie door [gedaagde] zelf benaderde - combinatie dr. Heijtel/dr. Van Goudoever, omdat deze medici ook onafhankelijk ten opzichte van [gedaagde] staan en in december 2022 al onderzoek hebben gedaan naar [gedaagde] en dus beschikken over die extra informatie. Het gerecht verzoekt de provisioneel bewindvoerder met de beide psychiaters af te stemmen wie in deze situatie het beste het onderzoek kan verrichten.
23. Het gerecht verzoekt de provisioneel bewindvoerder voorafgaand aan de voortzetting van de mondelinge behandeling een verslag uit te brengen aan het gerecht.
24. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

De beslissing

Het gerecht:
benoemt mr. mr. Vonnetta Simona Lafleur tot provisoneel bewindvoerder over [gedaagde],
kent aan mw. Lafleur alle rechten toe die een curator heeft,
bepaalt dat schulden die [gedaagde] na publicatie van het provisioneel bewind maakt, tijdens het bewind, en – indien die volgt - de curatele, niet op de onder bewind gestelde goederen kunnen worden verhaald,
bepaalt de voortzetting van de mondelinge behandeling op
dinsdag 10 mei 2022 om 10.30 uur, en verzoekt de provisioneel bewindvoerder uiterlijk de vrijdag ervóór een verslag uit te brengen van haar werkzaamheden,
gelast de griffier het Openbaar Ministerie voor die zitting op te roepen, en een kopie van het dossier aan het Openbaar Ministerie te doen toekomen,
gelast de griffier tevens een kopie van deze uitspraak te doen toekomen aan het Openbaar Ministerie en aan mr. Lafleur,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.J.F. Gerard, rechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 april 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.

Voetnoten

1.HR 21 maart 1975, NJ 1976/136.
2.Over het onderzoek door dr. [naam 2] kan het gerecht niets zeggen, nu de rechter haar niet gesproken heeft.