Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.[gedaagde sub 1],
1.Verloop van de procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
NAf 1.000,00 +
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft eiseres op 10 januari 2022 een verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin zij gedaagden c.s. verzoekt om een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis. De vorderingen van eiseres omvatten onder andere de ontruiming van een woning en betaling van achterstallige gebruiksvergoedingen en een contractuele boete. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 februari 2022, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en gedaagden c.s. door mr. R.A. Gonet.
Tijdens de procedure is vastgesteld dat gedaagden c.s. de woning op 8 februari 2022 hebben ontruimd, waardoor de vordering tot ontruiming niet langer relevant was. Eiseres vorderde verder betaling van een geldsom, waarbij het gerecht terughoudendheid betrachtte bij het toekennen van een geldsom in kort geding. Eiseres stelde dat zij een spoedeisend belang had bij de toewijzing van de geldvorderingen, omdat de woning in slechte staat was achtergelaten en zij de inkomsten nodig had om haar hypotheek te voldoen.
Gedaagden c.s. erkenden dat zij een bedrag van NAf 9.600,00 aan achterstallige gebruiksvergoeding aan eiseres verschuldigd waren. De vordering tot betaling van de contractuele boete van NAf 34.500,00 werd door eiseres onderbouwd met een verwijzing naar de koopovereenkomst, waarin een boetebeding was opgenomen. Gedaagden c.s. voerden aan dat de koopovereenkomst niet tot stand was gekomen vanwege een opschortende voorwaarde, maar het gerecht oordeelde dat het boetebeding geldig was en dat gedaagden c.s. de verschuldigde bedragen moesten betalen. Het gerecht heeft de vorderingen van eiseres toegewezen en gedaagden c.s. in de proceskosten veroordeeld.