In deze zaak heeft de Sociale Verzekeringsbank (SVB) het verzoek van eiseres om een medische uitzending naar Nederland afgewezen. Eiseres, die in Curaçao woont, heeft in 2010 een knieoperatie ondergaan en heeft sindsdien aanhoudende pijnklachten. De SVB heeft eerder medische uitzendingen naar Nederland goedgekeurd, maar heeft in 2019 het verzoek van eiseres om opnieuw naar Nederland te worden uitgezonden afgewezen. De SVB stelde dat er geen aanzienlijke gezondheidswinst te behalen viel en dat eerdere onderzoeken in Nederland en Colombia geen afwijkingen hadden aangetoond.
Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat zij nog steeds veel pijn ervaart en dat de afwijzing van de SVB onterecht was. Het Gerecht heeft vastgesteld dat eiseres niet met objectieve medische gegevens heeft onderbouwd dat er wel sprake is van aanzienlijke gezondheidswinst. De SVB heeft bovendien aangegeven dat financiële overwegingen geen rol hebben gespeeld in de besluitvorming. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de SVB zorgvuldig heeft gehandeld en dat de afwijzing van het verzoek terecht was.
De uitspraak van het Gerecht is gedaan op 14 januari 2021, waarbij het beroep van eiseres ongegrond is verklaard. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving van de uitspraak.