ECLI:NL:OGEAC:2021:8

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
28 januari 2021
Publicatiedatum
1 februari 2021
Zaaknummer
CUR202003700
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

DNA-onderzoek ter vaststelling van vaderschap in civiele procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde mr. D.M. Wildeman, een verzoek ingediend tot vaststelling van het vaderschap van de man. De verzoekster, geboren op Sint Maarten, heeft gesteld dat de man haar biologische vader is. De man heeft dit echter weersproken, maar heeft wel erkend dat hij de oudere broer van verzoekster, [naam 1], als zijn juridische kind heeft erkend. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster nooit in de registers van de burgerlijke stand is ingeschreven en staatloos is. Gezien de omstandigheden en de verklaring van de broer, heeft de rechtbank geoordeeld dat er voldoende aanknopingspunten zijn om een DNA-onderzoek te gelasten. De kosten van dit onderzoek zullen door beide partijen worden gedeeld, met de mogelijkheid dat de man de volledige kosten moet dragen als blijkt dat hij de biologische vader is. De zaak is aangehouden in afwachting van de uitslag van het DNA-onderzoek, dat op 25 februari 2021 moet worden ingediend.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Afdeling civiel
Zaaknummer: CUR202003700
Beschikking van 28 januari 2021
Inzake:
[verzoekster],
wonende in Curaçao,
verzoekster,
gemachtigde: mr. D.M. Wildeman,
als belanghebbenden worden aangemerkt:
1.
[moeder],
wonende in Sint Maarten,
de moeder,
2) [
[man],
wonende in Curaçao,
de man.

1.Het procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift met producties, op 17 september 2020 ter griffie ingediend;
  • de mondelinge behandeling van 19 november 2020, waarbij aanwezig waren:
verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde, en de man;
- de door de gemachtigde van de vrouw op 3 december 2020 ingediende akte uitlating;
1.2.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.2. Het verzoek en de beoordeling

2.1.
Het verzoek van de vrouw om kosteloos te procederen is voldoende
gemotiveerd en zal worden toegewezen.
2.2.
Verzoekster, geboren uit [moeder] op [geboortedatum] geboorte jaar op Sint Maarten, verzoekt het vaderschap van [de man], geboren op [geboortedatum] geboorte jaar op Curaçao, van haar vast te stellen. Ter onderbouwing van het verzoek heeft verzoekster gesteld dat de man de verwekker is van verzoekster, dan wel dat hij als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met de daad van verwekking die de verwekking van verzoekster tot gevolg heeft gehad. Kort gezegd, volgens verzoeker is verweerder haar biologische vader.
2.3.
Op grond van artikel 1:207 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW) is – voor zover thans van belang – bepaald dat het vaderschap van een persoon, op de grond dat deze de verwekker is van het kind, door het gerecht kan worden vastgesteld op verzoek van het kind.
2.4.
De man heeft ter zitting weersproken dat hij de biologische vader is van verzoekster. De man zegt wel op Sint Maarten te hebben gewoond en ook bevriend te zijn geweest met de moeder van verzoekster, maar geen kind bij haar te hebben verwekt. De man beaamdt dat verzoekster op twee- of vierjarige leeftijd naar Curaçao is verhuisd en sindsdien door de man is opgevoed en verzorgd. Ook erkent de man dat hij de oudere broer van verzoekster, [naam 1], die tevens dezelfde naam draagt als de man, wel heeft erkend als zijn juridische kind.
2.5.
Geoordeeld wordt als volgt. Verzoekster woont sinds in ieder geval haar vierjarige leeftijd, maar mogelijk al eerder, op Curaçao en is hier tot in ieder geval haar twaalfjarige leeftijd opgevoed en verzorgd door de man. Zij is op Sint Maarten geboren maar is daar nooit ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Ook op Curaçao is verzoekster nooit ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Verzoekster heeft geen paspoort en is staatloos. Verzoekster heeft een verklaring overgelegd van haar één jaar oudere broer, [naam 1], waarin hij verklaart dat de man aan hem zou hebben verteld dat zowel hij als verzoekster kinderen zijn van de man.
2.6.
Gelet op al het voorgaande is het gerecht van oordeel dan thans (nog) niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat de man de biologische vader van verzoekster is. Er zijn echter voldoende aanknopingspunten die er op wijzen dat de man de mogelijke verwekker is van verzoekster. Verzoekster zal daarom in de gelegenheid worden gesteld het vaderschap van de man aan te tonen middels een DNA-onderzoek. De man heeft ter zitting te kennen gegeven mee te zullen werken aan een DNA-onderzoek. Het gerecht zal een DNA-onderzoek gelasten waarbij er vergelijkend onderzoek tussen het DNA-materiaal van verzoekster en dat van de man zal dienen plaats te vinden om na te gaan of de man de biologische vader is van verzoekster.
2.7.
De kosten van het uit te voeren DNA-onderzoek zal bij helfte door de man en verzoekster dienen te worden betaald. Mocht het onderzoek uitwijzen dat de man wel de biologische vader is van verzoekster, dan zal de man bij eindbeschikking worden veroordeeld tot betaling van de volledige kosten van het DNA-onderzoek. In het geval het onderzoek uitwijst dat de man niet de biologische vader is van verzoekster, dan zal verzoekster de volledige kosten van het onderzoek dienen te dragen. Mocht een van de partijen weigeren aan het DNA-onderzoek mee te werken, dan zal het gerecht daar de gevolgen aan verbinden die zij geraden acht.
2.8.
In afwachting van de uitslag van het onderzoek zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.
3.
De beslissing
Het gerecht:
3.1.
verleent de vrouw toestemming om kosteloos te procederen;
3.2.
gelast een deskundigenonderzoek naar de samenstelling van het bloed van
[verzoekster],geboren op [geboortedatum] geboorte jaar in Sint Maarten en van
[de man],geboren op [geboortedatum] geboorte jaar in Curaçao, zulks ter beantwoording van de vraag of de man van het vaderschap van verzoekster kan worden uitgesloten, dan wel met welke mate van waarschijnlijkheid de man als verwekker kan worden aangemerkt;
3.3.
bepaalt dat verzoekster en de man ieder de helft van de kosten van het onderzoek voorlopig voor haar/zijn rekening neemt;
3.3.
verwijst de zaak naar donderdag 25 februari 2021 om 08:30 uur voor akte indiening rapport DNA-onderzoek;
3.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. K.A.M. Lasten, rechter, en op 28 januari 2021 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
bn