ECLI:NL:OGEAC:2021:62

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
31 maart 2021
Publicatiedatum
9 april 2021
Zaaknummer
CUR202003513 t/m CUR202003515
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verzuimboete en niet tijdig beslissen op bezwaar in belastingzaken

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan op het beroep van belanghebbende tegen de verzuimboete en het niet tijdig beslissen op bezwaar door de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had eerder bezwaar gemaakt tegen naheffingsaanslagen loonbelasting en premie AVBZ, en had op 15 juli 2020 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op deze bezwaren. Het Gerecht had de Inspecteur eerder opgedragen om uiterlijk 14 juli 2020 uitspraak te doen op de bezwaren. De Inspecteur heeft uiteindelijk op 23 juli 2020 en 18 maart 2021 uitspraken gedaan op de bezwaren, maar belanghebbende richtte zich in deze procedure nog uitsluitend tegen de verzuimboete van NAf 2.500. Tijdens de zitting op 24 maart 2021, die via een videoverbinding plaatsvond, hebben partijen een compromis bereikt waarbij de verzuimboete werd verminderd tot NAf 1.500. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het beroep tegen de boetebeschikking gegrond is en heeft de verzuimboete verlaagd. Het beroep tegen het niet tijdig beslissen op bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard, omdat de Inspecteur inmiddels uitspraak had gedaan op de bezwaren. De uitspraak is gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx op 31 maart 2021.

Uitspraak

Uitspraak van 31 maart 2021
BBZ nrs. CUR202003513 t/m CUR202003515
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], gevestigd te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn op 16 november 2010 naheffingsaanslagen loonbelasting en premie AVBZ over de maand juni 2010 opgelegd.
1.2
Aan belanghebbende is op 15 juli 2011 een naheffingsaanslag winstbelasting over het jaar 2009 opgelegd van NAf 18.000. Tevens is een verzuimboete opgelegd van NAf 2.700 wegens het (stelselmatig) niet tijdig doen van aangifte.
1.3
Belanghebbende heeft tegen de naheffingsaanslagen en verzuimboete op bezwaar gemaakt.
1.4
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 21 mei 2019 de naheffingsaanslag loonbelasting juni 2010 vernietigd.
1.5
Belanghebbende heeft op 10 februari 2020 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar.
1.6
Bij uitspraak van 15 mei 2020, ECLI:NL:OGEAC:2020:151, heeft dit Gerecht de Inspecteur opgedragen uiterlijk 14 juli 2020 alsnog uitspraak te doen op de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen winstbelasting 2009 en premie AVBZ juni 2010. Tevens heeft het Gerecht daarbij de Inspecteur opgedragen het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 150 te vergoeden.
1.7
Belanghebbende heeft op 15 juli 2020 wederom beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar.
1.8
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 23 juli 2020 de naheffingsaanslag winstbelasting 2009 verminderd tot nihil en de verzuimboete verminderd tot NAf 2.500.
1.9
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 18 maart 2021 de naheffingsaanslag premie AVBZ juni 2010 verminderd tot nihil.
1.1
De Inspecteur heeft op 19 maart 2021 een verweerschrift ingediend.
1.11
De zitting heeft plaatsgevonden op 24 maart 2021 te Willemstad. Namens belanghebbende zijn verschenen [A] en [B]. Belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen. Namens de Inspecteur zijn verschenen [C] en [D]. Door de maatregelen vanwege het corona-virus heeft de rechter de zitting geleid via een videoverbinding.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Belanghebbende heeft op 15 juli 2020 wederom beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar. Hangende onderhavige beroepsprocedure heeft de Inspecteur op 23 juli 2020 en 18 maart 2021 alsnog uitspraken gedaan op het bezwaar. Belanghebbende heeft derhalve geen belang meer bij dit beroep tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar. Dit beroep is mitsdien niet-ontvankelijk.
2.2
Het door belanghebbende ingestelde beroep van 15 juli 2020 wordt ook geacht te zijn gericht tegen de (reële) uitspraken op bezwaar van 23 juli 2020 en 18 maart 2021 (GEA Curaçao 17 april 2018, ECLI:NL:OGEAC:2018:57). Ook deze uitspraken zijn dus onderwerp van onderhavige procedure.
2.3
Belanghebbende heeft opgemerkt dat het beroep zich nog uitsluitend richt tegen de verzuimboete van NAf 2.500. Ter zitting zijn partijen bij wijze van compromis overeengekomen dat de verzuimboete dient te worden verminderd tot NAf 1.500. Het Gerecht zal dienovereenkomstig beslissen. Dit betekent dat het beroep tegen de boetebeschikking gegrond is en de verzuimboete zal worden verminderd tot NAf 1.500.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht. nu niet is gebleken van kosten die voor vergoeding in aanmerking komen.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen op bezwaar niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep inzake de verzuimboete gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar inzake de verzuimboete; en
- vermindert de verzuimboete tot NAf 1.500.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 31 maart 2021, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500